Wijziging Waterwet door Eerste Kamer

De waterveiligheidsnormen die met de Deltabeslissingen zijn vastgesteld, worden nu wettelijk verankerd in de Waterwet. Met de nieuwe normeringen wordt niet afgewacht niet af tot daadwerkelijke overstromingen, maar worden er maatregelen genomen om een eventuele ramp vóór te zijn.
Effect en eisen
De nieuwe normen zijn afgestemd op het inwonertal en de economische waarde achter de dijk: hoe meer inwoners en hoe meer economische waarde achter de dijk, hoe groter het effect van een eventuele overstroming en hoe hoger de eisen die aan de dijk gesteld worden.
Voorbereiden op nieuwe normen
De Unie van Waterschappen heeft bij de Eerste Kamer aangedrongen op snelle behandeling, zodat de waterschappen voldoende tijd hebben om zich voor te bereiden op de nieuwe normen en de beoordeling van de dijken. Binnen het huidige Hoogwaterbeschermingsprogramma anticiperen waterschappen en Rijkswaterstaat al op de nieuwe normen.
Risicoaansprakelijkheid
Vooraf vroeg de Unie van Waterschappen bij de Eerste Kamerleden aandacht voor een ander aspect van het wetsvoorstel: de risicoaansprakelijkheid van waterbeheerders voor dijken, de ‘Wilnisjurisprudentie’, en de bekostiging van schade bij rampen.
Naar aanleiding van vragen van de senatoren gaf de minister in de Memorie van Antwoord aan dat het toepassingsbereik van de Wet tegemoetkoming schade bij rampen ruim is:
“Dit betekent dat als de gevolgen voldoende ernstig zijn, de wet kan worden toegepast bij zowel een overstroming van zoet water als een overstroming van zout water. Van zodanig ernstige gevolgen is niet alleen sprake als het leven of de gezondheid van veel mensen in het geding is, maar ook als grote materiële belangen in ernstige mate zijn geschaad of worden bedreigd.”