Verslag commissie Waterketens en emissies 18 mei 2018

Delta-aanpak waterkwaliteit en zoetwater
De CWE vraagt zich af of de KRW-doelen met de afgesproken acties behaald zullen worden. Daarom vindt zij dat er een effectiviteitscheck nodig is op de maatregelen. Ook kwam de hardere Delta-afspraak ter sprake die het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat graag op 4 juli wil sluiten. De Unie wil hier in meegaan, maar dan wel met een integrale aanpak. Daarnaast uitte de commissie zorgen over de regievoering van deze Delta-afspraak.
Inzet voor het Klimaatakkoord
In de stukken wordt steeds de vergelijking gemaakt tussen fossiele brandstof en een duurzaam alternatief. De klimaatschade van het fossiele alternatief wordt daarbij niet goed meegenomen, waardoor geen eerlijke vergelijking ontstaat. Verder heeft de commissie besproken dat voorkomen moet worden dat regelgeving voorlopers afremt. Daarom blijft het van groot belang om fiscale en juridische drempels weg te nemen en dat vast te leggen in het Klimaatakkoord. Daarnaast vindt de commissie dat het gesprek over lachgas en methaan dat vrijkomt op de zuivering, niet langer vooruitgeschoven moet worden.
Langetermijnfinanciering verdergaande zuivering
Volgens de CWE is een bijdrage van het Rijk wenselijk om verdere stappen te kunnen zetten op het gebied van zuivering. Momenteel geldt er een zuiveringsheffing om de zuivering te bekostigen. In theorie lijkt het logisch om daar ook de financiering van de verdergaande zuivering in mee te nemen. Maar in het BAW is vastgelegd dat de tarieven van de zuiveringsheffing niet noemenswaardig mogen stijgen. Hierdoor is er geen ruimte om de verdere stappen vanuit dit budget te betalen. De commissie geeft aan dat er meer onderzoek nodig om duidelijk te maken hoe omvangrijk de problemen nu echt zijn.
Centrale aanpak meststoffen
De CWE pleit voor een centrale aanpak met Rijksverantwoordelijkheid voor meststoffen, waarbij ruimte blijft voor gebiedseigen maatwerk. Handhaafbaarheid is een aandachtspunt, net als de link met de Omgevingswet.
Uniformering vergoedingsmethodiek voor het leggen van kabels en leidingen
De CWE heeft een aantal aandachtspunten meegegeven aan de CBCF. Er moet een duidelijker uitleg komen voor waarom de waterschapen lagere tarieven gaan hanteren dan de LTO-/Gasunie-normen voor schadevergoedingen. Daarom is het belangrijk om te overleggen met LTO is van belang, zodat ook de LTO kan helpen uitleggen waarom waterschappen lagere tarieven gaan hanteren. Uitgangspunt is niet om tot één tarief te komen, maar wel tot volledige schadevergoeding.
Waarom zijn er verschillen tussen de tarieven van LTO en Gasunie tegenover die van de waterschappen? De overheid mag niet meer vergoeden dan de geleden schade, omdat er anders sprake is van staatssteun. Drinkwaterbedrijven en de Gasunie mogen als commerciële partijen zelf bepalen welke vergoeding zij hanteren. Binnen de waterschappen wordt ook gewerkt met nadeelcompensatieregelingen. Hierbij is er behoefte een heldere redenering wanneer gekozen wordt voor nadeelcompensatie en wanneer voor volledige schadeloosstelling.