Steenwegsessie Bodemdaling: de bodem zakt, de aandacht stijgt

De Unie van Waterschappen organiseerde de Steenwegsessie voor de vierde keer, en het was de best bezochte bijeenkomst tot nu toe. Het onderwerp bodemdaling leeft. Gilles Erkens, die zich ook wel ‘de zakspecialist van Nederland’ noemt, trapte de debatavond af. Hij schetste dat Nederland in 1000 jaar is gezakt van +2 naar -3 meter NAP.
Leven in een moeras?
Nederlanders zijn volgens hem goed in aanpassen: we bouwen dijken, en gebruiken pompen en gemalen om het water de baas te blijven. Maar daar gaan we het niet mee redden, zegt Erkens. We moeten andere keuzes maken: bijvoorbeeld huizen op palen bouwen, of lichtere materialen gebruiken zodat gebouwen niet zo zwaar op de bodem drukken. Misschien moeten we meer vernatten en bijvoorbeeld meer moeras creëren.
Meer nodig dan aanpassen
Na deze inleiding gingen de aanwezigen onder leiding van dagvoorzitter Maarten Bouwhuis in gesprek over drie stellingen. D66-kamerlid Tjeerd de Groot legde zo’n stelling voor. Volgens hem is aanpassen niet genoeg. Het is de uitdaging aan de waterschappen om hun kennis ook te gebruiken om bodemdaling in de stad tegen te gaan, en hun functionele takenpakket uit te breiden naar algemeen bestuur.
Innovatiekracht
Veel waterschapsbestuurders in de zaal riepen op om inderdaad verder dan de traditionele kerntaken te kijken en de maatschappelijke verantwoordelijkheid te nemen. En ook om door het remmen van bodemdaling de uitstoot van CO2 door veenoxidatie terug te dringen. Verder werd er gedebatteerd over de toekomstbestendigheid van de huidige landbouw op slappe bodems. Corrie van Brenk, kamerlid voor 50PLUS, zei in deze discussie dat de innovatiekracht van de sector niet moet worden onderschat.
Complexe problematiek
Dirk Siert Schoonman, bestuurslid van de Unie van Waterschappen, sloot de avond af. Hij benadrukte de complexiteit van de problematiek. “We moeten in Nederland veel verschillende maatregelen nemen om bodemdaling tegen te gaan, omdat de situaties per gebied zo verschillend zijn. Dat is een taak van het Rijk, provincies, gemeentes en waterschappen samen.”