Tweede Kamer stemt in met invoeringsdatum Omgevingswet

26 februari 2021

De Tweede Kamer wil dat de Omgevingswet op 1 januari 2022 in werking treedt. De waterschappen zijn blij dat de Tweede Kamer vasthoudt aan deze datum.



Tijdens het debat over de inwerkingtredingsdatum Omgevingswet diende de SP een motie in over een noodfonds voor onvoorziene kosten voor waterschappen, gemeenten en provincies bij invoering van de Omgevingswet. Deze motie, die ondersteund werd door de Unie van Waterschappen, IPO en VNG, kreeg geen meerderheid. GroenLinks diende ook een motie in om de inwerkingtredingsdatum van 1 januari 2022 los te laten, maar hier was geen Kamermeerderheid voor.

Tijdig duidelijkheid nodig

Vanwege de voorbereiding op de invoering van de wet willen de waterschappen tijdig duidelijkheid over de definitieve inwerkingtredingsdatum. Het wetsvoorstel ligt nu in de Eerste Kamer. De waterschappen pleiten er ook bij de Eerste Kamer voor om vast te houden aan de datum van 1 januari 2022.

Belang omgevingswet

De waterschappen ondersteunen de komst van de Omgevingswet. De wet helpt bij complexe en urgente maatschappelijke opgaven zoals de energietransitie en klimaatadaptatie. Onder andere dankzij overzichtelijkere regels voor waterschappen en andere overheden om de leefomgeving meer in samenhang in te richten. De wet biedt ruimte voor lokaal maatwerk en leidt tot een betere en snellere besluitvorming. Daarnaast is een eenvoudiger, werkend en gebruiksvriendelijker stelsel voor het omgevingsrecht ook in het belang van inwoners, bedrijven en maatschappelijke organisaties.

Implementatie in volle gang

De waterschappen werken ondertussen onverminderd door aan de implementatie van de Omgevingswet. Ze lopen op schema met de aansluiting op de landelijke voorziening van het Digitaal Stelsel Omgevingswet.

Proces

Zowel de Eerste als de Tweede Kamer moeten de ingangsdatum Omgevingswet behandelen. Hierbij bepalen zij elk hun eigen procedure. Als beide Kamers met de voorgestelde datum instemmen, kan de Omgevingswet op 1 januari 2022 ingaan. De Eerste Kamer gaat op 4 maart verder in gesprek over de ingangsdatum van de Omgevingswet. Het is nog niet bekend wanneer de Eerste Kamer hierover gaat stemmen.

NOVI-gebied De Peel krijgt definitieve status

19 februari 2021

De minister van Binnenlandse Zaken heeft NOVI (Nationale OmgevingsVIsie)-gebied De Peel de definitieve status toegekend. Dat betekent langjarige betrokkenheid van meerdere ministeries om samen met de regio’s de grote opgaven in dit gebied aan te pakken.



Het is goed nieuws dat de Peel definitief als NOVI-gebied is aangewezen. Er moet namelijk veel gebeuren op het gebied van water, natuur, landbouw, energie en economische ontwikkelingen. De waterschappen spelen in de NOVI-gebieden een belangrijke rol omdat water in veel gevallen de verbindende of sturende factor is.

Integrale aanpak

Lambert Verheijen is dijkgraaf van waterschap Aa en Maas en voorzitter van het bestuurlijk overleg NOVI De Peel. Ook hij is blij met deze toekenning: “Door een integrale en interbestuurlijke aanpak kunnen we samen de beste afwegingen voor de Peel maken. Veel van de uitdagingen van de waterschappen, zoals het verbeteren van de waterkwaliteit, het tegengaan van droogte, verdroging en wateroverlast zijn onlosmakelijk verbonden aan de grote opgaven van het platteland van de Peel”.

Opgaven komen samen

NOVI-gebied De Peel ligt in de provincies Limburg en Noord-Brabant. In de Peel komen veel opgaven samen die elkaar beïnvloeden en om ruimte vragen, zoals de landbouwtransitie, de energietransitie, het verbeteren van de natuur, de aanpak van droogte en het verbeteren van de waterkwaliteit.

Eén overheid

Er zijn 8 gebieden in Nederland met de status ‘voorlopig NOVI-gebied’. De Peel is samen met Zuid-Limburg en het Groene Hart de eerste met een definitieve aanwijzing. In de NOVI-gebieden werken het Rijk en andere overheden als één overheid en samen met de samenleving aan de belangrijke opgaven in zo’n gebied.

Hergebruik

Het is de bedoeling dat de manier van samenwerken en aanpakken wordt hergebruikt in andere gebieden waar verschillende belangen en opgaven ‘strijden’ om de schaarse ruimte.

> Bericht op de website van waterschap Aa en Maas
> Website Nationale Omgevingsvisie

Omgevingswet: waterschappen willen maatwerkmogelijkheden in Besluit bouwwerken leefomgeving

12 februari 2021

Om klimaatbestendig bouwen te realiseren willen waterschappen de mogelijkheid hebben om duurzame maatregelen in bepaalde gevallen te kunnen afdwingen. Daarom roepen ze het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op om ook voor waterschappen de mogelijkheid voor maatwerk in het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) van de Omgevingswet op te nemen.



Het Bbl bevat regels over veiligheid, gezondheid, duurzaamheid en bruikbaarheid van bouwwerken. Het voorstel voor het Bbl is opgesteld op basis van het huidige Bouwbesluit 2012 en maakt onderdeel uit van de Omgevingswetgeving.

Maatwerkmogelijkheden

Dit voorstel biedt maatwerkmogelijkheden voor gemeenten om in bepaalde gevallen het duurzaam gebruik van daken voor vergroening of energieopwekking te kunnen afdwingen. Waterschappen vinden het goed dat er maatwerkmogelijkheden zijn voor gemeenten, maar vinden deze te beperkt en missen ze voor waterschappen. Terwijl waterschappen vanwege hun wateropgaven steeds nauwer betrokken zijn bij het klimaatrobuust inrichten van Nederland en bij processen over Regionale Energie Strategieën.

Waterschappen stellen verbeterpunten voor

De waterschappen maken gebruik van de mogelijkheid om te reageren op het voorstel voor de Bbl in verband met het duurzaam gebruik van daken. De Unie van Waterschappen ziet 3 verbeterpunten:

  1. Ook voor waterschappen zou het mogelijk moeten zijn om de mogelijkheden voor maatwerk in het Bbl op te nemen. Te denken valt aan belangen voor het voorkomen en beperken van overstromingen, wateroverlast en waterschaarste. En regulering in het kader van klimaatadaptief bouwen.
  2. De geschiktheid van daken voor waterberging zou duidelijk benoemd moeten worden. In het voorstel staat momenteel alleen specifieke geschiktheid voor zonnepanelen en groene daken genoemd. Daarom zien waterschappen graag een aanpassing van het Bbl die ervoor zorgt, dat bij klimaatadaptieve daken de bestandbaarheid tegen wateroverlast en overstromingen wordt verhoogd.
  3. De regels voor bouwen moeten ook de belangen van waterveiligheid borgen. Concreet moeten in het Bbl regels worden opgenomen die gericht zijn op het verhogen van de bestandbaarheid van gevels, daken en vloeren tegen wateroverlast en de gevolgen van overstromingen. De rijksregels gaan er nu vanuit, dat de overstromingsrisico’s op andere wijze beheersbaar moeten worden gemaakt dan door het hiervoor bestendig maken van bouwwerken.

Lees de brief van de waterschappen aan het ministerie van BZK

Behandeling Omgevingswet gaat door

10 februari 2021

Op 9 februari heeft de Tweede Kamer bepaald dat de Omgevingswet toch verder wordt behandeld, ondanks de val van het kabinet. Vorige week bepaalde de Eerste Kamer al dat het wetsvoorstel niet controversieel wordt verklaard.



Na de val van het kabinet in januari gingen de Eerste en Tweede Kamer aan de slag met de dossiers die in beide Kamers liggen. Daarvan is op 2 februari per dossier bepaald of het controversieel wordt verklaard: het dossier wordt dan niet verder behandeld totdat er een nieuw kabinet is.

Tijdens de stemming over de Omgevingswet in de Tweede Kamer vorige week werd een fout gemaakt. Daarom werd er deze week opnieuw gestemd. De Tweede Kamer heeft het ontwerp-Koninklijk Besluit met de beoogde inwerkingtredingsdatum van de Omgevingswet wet, 1 januari 2022, nu niet controversieel verklaard.

Complexe opgaven

De waterschappen zijn blij dat de behandeling van het wetsvoorstel gewoon verder gaat. De Omgevingswet helpt waterschappen en andere overheden namelijk om complexe en urgente maatschappelijke opgaven beter het hoofd te kunnen bieden. Denk bijvoorbeeld aan de energietransitie en klimaatadaptatie. Daarnaast is een eenvoudiger, werkend en gebruiksvriendelijker stelsel voor het omgevingsrecht ook in het belang van inwoners, bedrijven en maatschappelijke organisaties. De voorbereidingen bij de waterschappen zijn in volle gang en lopen op schema.

Eerste Kamer

Op 9 februari heeft de Eerste Kamer besloten om op 2 maart door te praten over de actuele stand van zaken rond de Omgevingswet en de voorgestelde inwerkingtredingsdatum. Dit om in de tussentijd meer informatie over de stand van zaken van de implementatie van de Omgevingswet in te kunnen winnen.

Ook Stikstofwet gaat door

Op 2 februari besloten de Eerste en Tweede Kamer al dat de behandeling van de Stikstofwet doorgaat.

Parlement op de hoogte gebracht van proces financiële effecten Omgevingswet

5 februari 2021

Demissionair Minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties (BZK) heeft de Eerste en Tweede Kamer op 5 februari in een brief geïnformeerd over de stand van zaken van het onderzoek naar de financiële effecten van de Omgevingswet. Dit onderzoek wordt gebaseerd op 20 deelonderzoeken en geeft een beeld van de huidige verwachting van de financiële consequenties van deze nieuwe wet.



In de tweede helft van april stuurt minister Ollongren het complete beeld van deze financiële effecten naar de Eerste en Tweede Kamer. Voordat ze dat doet, vindt nog een bestuurlijk overleg plaats tussen de minister en de koepels van de decentrale overheden, waaronder de Unie van Waterschappen.

Ten grondslag aan dit financiële beeld liggen verschillende onderzoeken over de eenmalige kosten én de structurele kosten en baten die het gevolg zijn van de nieuwe wetgeving. Half maart is het financiële beeld klaar. Het wordt dan voorgelegd aan de leden van de Uniecommissie Bestuurszaken, Communicatie en Financiën. Op die manier zijn de waterschappen zo vroeg mogelijk geïnformeerd.

Rapport transitiekosten

Omdat de Eerste Kamer daar specifiek om vroeg, heeft de minister bij de kamerbrief ook al een van de deelonderzoeken toegestuurd. Het gaat om het onderzoeksrapport van KMPG over de eenmalige transitiekosten van de Omgevingswet. In het complete beeld worden de transitiekosten in relatie gebracht met de verwachte structurele baten en kosten die de wet met zich meebrengt en die in andere deelonderzoeken in beeld zijn gebracht.

KPMG schat in dat de transitiekosten van de waterschappen over de periode 2016 t/m 2024 ongeveer 70 miljoen euro bedragen. KPMG baseert zich hierbij op cijfers die de waterschappen aan de Unie hebben aangeleverd. Voor de provincies gaat het om ongeveer 100 miljoen euro, voor de gemeenten om zo’n 1,4 miljard euro en voor het Rijk om grofweg 76 miljoen euro.

Financiële evaluatie

Snel na invoering van de Omgevingswet volgt eind 2022 een financiële evaluatie die dieper ingaat op de transitiekosten. En ook daarna, in 2023 en 2027, evalueren het Rijk en de bestuurlijke partners de financiën. Daarbij geldt de eerdere afspraak dat er samen met de minister naar oplossingen wordt gezocht als uit de financiële evaluaties blijkt dat de kosten in relatie tot de baten substantieel hoger zijn dan eerder voorzien.

> Kamerbrief met link naar rapport ‘Onderzoek transitiekosten Omgevingswet’

> Ledenbrief aan waterschappen

Wet open overheid aangenomen door Tweede Kamer, compensatie voor extra kosten

26 januari 2021

Op 26 januari heeft de Tweede Kamer ingestemd met de Wet open overheid (Woo). De Woo is de initiatiefwet van GroenLinks en D66 die de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) gaat opvolgen.



De nieuwe wet moet leiden tot een actieve openbaarheid van documenten van het Rijk, de bestuursorganen en de decentrale overheden, waaronder de waterschappen. De wet heeft als doel om (semi)overheden transparanter te maken, om het belang van openbaarheid van publieke informatie voor de democratische rechtsstaat, de burger, het bestuur en de economische ontwikkeling beter te dienen.

Kosten gecompenseerd

Het kabinet heeft besloten dat de extra kosten die decentrale overheden maken bij de invoering en uitvoering van de Woo gecompenseerd worden. De waterschappen zijn hier erg blij mee. Omdat het goed uitvoeren van de Woo extra werk vraagt van de waterschappen, heeft de Unie zich hard gemaakt voor deze compensatie. De kosten voor de waterschappen zijn becijferd op eenmalig 6,2 miljoen euro en structureel uiteindelijk 3,6 miljoen euro per jaar. De Unie krijgt verder een bijdrage van 375.000 euro om de waterschappen te kunnen ondersteunen bij de invoering van de wet.

Van passieve naar actieve openbaarheid

De extra kosten worden vooral veroorzaakt door de omslag van passieve naar actieve openbaarheid. Onder de Woo moet de overheid de informatie actief openbaar maken via het platform PLOOI. Op dat platform kunnen burgers en bedrijven straks alle informatie terug vinden die op basis van de Woo actief openbaar moet worden gemaakt. Dat betekent voor de waterschappen dat ze anders moeten gaan werken. Ze moeten bij het creëren van informatie al nadenken over openbaarheid. Het proces moet uiteindelijk zo worden ingericht dat informatie ‘automatisch’ openbaar wordt gemaakt.

Proces

Nu de Tweede Kamer de wet heeft aangenomen, gaat deze door naar de Eerste Kamer. De Eerste Kamer neemt de wet in behandeling, al kan deze nog wel controversieel worden verklaard. In dat geval komt de wet stil te liggen tot er een nieuw kabinet is.

Meer informatie over wat de Woo betekent voor de waterschappen vindt u in de Handreiking Digitale Transformatie