Wetsvoorstel geborgde zetels gaat volgende fase in

9 juli 2021

Het initiatiefwetsvoorstel van GroenLinks om de geborgde zetels van de waterschappen af te schaffen is een volgende fase ingegaan. Na het zomerreces start de Kamer met de behandeling van het initiatief, dat vorig jaar gepresenteerd werd en vervolgens naar de Raad van State ging voor advies.



D66 is nu mede-indiener geworden. Volgens de partijen is er een Kamermeerderheid voor het wetsvoorstel.

Wat zijn geborgde zetels?

Het waterschapsbestuur bestaat voor het grootste deel uit gekozen vertegenwoordigers, die altijd de meerderheid vormen. Daarnaast zit er in het bestuur een aantal benoemde vertegenwoordigers vanuit de landbouw, het bedrijfsleven en natuurorganisaties. Deze benoemde vertegenwoordigers worden wel ‘geborgde’ of ‘gereserveerde’ zetels genoemd.

Verkiezingen

GroenLinks en D66 willen de bestuursvorm bij de waterschappen veranderen. Alle zetels in de waterschapsbesturen moeten via verkiezingen worden verdeeld. De partijen stellen dat iedereen belang heeft bij waterbeheer en dat daarom iedere stem even zwaar moet wegen.

Rapport Geborgd Gewogen

In juni 2020 kwam het rapport Geborgd Gewogen van de Adviescommissie Geborgde zetels uit. Daarin staat een advies over de geborgde zetels in waterschapsbesturen. De onafhankelijke commissie, die was ingesteld door het kabinet, adviseerde het systeem van geborgde zetels in het waterschapsbestuur af te schaffen.

Verschillende gezichtspunten

De Unie van Waterschappen heeft in oktober 2020 met een brief aan minister Van Nieuwenhuizen een reactie gegeven op het rapport Geborgd Gewogen. In de brief vroeg de Unie de minister om de verschillende gezichtspunten te betrekken bij de verdere besluitvorming over het rapport van de adviescommissie.

Rapport OFL

Het Overlegorgaan Fysieke Leefomgeving (OFL) heeft via een uitgebreid consultatieproces zo breed mogelijk meningen, standpunten en sentimenten opgehaald bij belanghebbenden. De opbrengst staat in het rapport ‘Open blik, helder beeld’ dat minister Cora van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat in januari 2021 heeft aangeboden aan de Tweede Kamer.

Planning

Half september wordt het tijdpad van de behandeling van het initiatiefwetsvoorstel nader bepaald. De Unie van Waterschappen volgt dit proces.

Wat verandert er voor de waterschappen op 1 juli?

30 juni 2021

1 juli is een datum waarop veel gebeurt! Zo treden er 2 wetten in werking: de Wet elektronische publicaties en de Stikstofwet. Ook komt er statiegeld op kleine plastic flesjes, wat zorgt voor minder zwerfafval in en rond het water. Daarnaast zijn er veranderingen voor de belastingkantoren van de waterschappen. We hebben alles op een rijtje gezet.



De Wet stikstofreductie en natuurverbetering gaat in

De Wet stikstofreductie en natuurverbetering, zoals de wet voluit heet, regelt dat de totale uitstoot van stikstof flink omlaag moet. In 2025 moet 40 procent van de natuur die gevoelig is voor stikstof weer gezond zijn. In 2030 is dat 50 procent en in 2035 zo’n 74 procent. Om een vergunning te krijgen voor een project moet je vooraf aan kunnen tonen dat er geen toename van stikstofneerslag plaatsvindt in een van de beschermde natuurgebieden.

Tot 2030 stelt het kabinet in totaal 6 miljard euro beschikbaar voor de uitvoering van het stikstofbeleid. De helft daarvan is bestemd voor het herstel van de natuur. 2 miljard euro gaat naar maatregelen om de uitstoot te beperken. De overige 1 miljard euro is bedoeld om de bouw duurzamer te maken en om compenserende maatregelen te nemen voor bouwprojecten.

De Unie van Waterschappen is blij dat in de wet extra natuurherstel is opgenomen en dat doelen om tot meer stikstofreductie te komen zijn verhoogd.

Zie ook: Stikstofwet goedgekeurd door Tweede Kamer

De Wet elektronische publicaties treedt in werking

De Wet elektronische publicaties verplicht bestuursorganen om alle officiële publicaties online te zetten via de website officielebekendmakingen.nl. Daardoor kunnen burgers op 1 website alle algemene bekendmakingen, mededelingen en kennisgevingen van de overheid raadplegen.

Voor het online zetten maken de decentrale overheden gebruik van de applicatie Decentrale Regelgeving en Officiële Publicaties (DROP). Alle waterschappen zijn sinds 1 januari 2019 op deze applicatie aangesloten.

Zie ook: Op 1 juli treedt de Wet elektronische publicaties (Wep) in werking

Einde overgangstermijn Wet vereenvoudiging beslagvrije voet

Op 1 januari 2021 is de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet in werking getreden. Deze wet zorgt ervoor dat mensen met schulden genoeg geld overhouden om in hun eerste levensbehoeften te kunnen voorzien. De belastingkantoren van de waterschappen kregen tot 1 juli de tijd om de software aan te passen die wordt gebruikt voor de invordering van lokale belastingen. Die overgangsperiode is nu dus afgelopen.

Zie ook: Overgangsperiode voor Wet vereenvoudiging beslagvrije voet

Uitwisseling gegevens kinderopvangtoeslagaffaire

De Belastingdienst start op 1 juli met de uitwisseling van gegevens aan waterschappen en belastingkantoren over ouders die in de kinderopvangtoeslagaffaire gedupeerd zijn. Het is aan het dagelijks bestuur van een waterschap om een officieel besluit te nemen dat openstaande belastingschulden vooruitlopend op de inwerkingtreding van de wetgeving hierover worden kwijtgescholden, alle waterschappen zijn voornemens dit besluit te nemen. Zodra dit besluit is genomen kunnen waterschappen en belastingkantoren de ouders informeren over de kwijtschelding van hun openstaande waterschapsbelastingschulden.

Zie ook: Waterschappen willen gedupeerde ouders toeslagenaffaire helpen

Zie ook: Ledenbrief ‘Besluit Dagelijks Bestuur anticiperend op Verzamelwet hersteloperatie toeslagen’

Voortaan statiegeld op kleine plastic flesjes

Het statiegeldsysteem wordt uitgebreid. Voortaan zit er statiegeld op kleine plastic flesjes van frisdranken en water. Producenten en importeurs zijn verplicht om 15 eurocent statiegeld te heffen op deze flesjes. Op grote flessen blijft het statiegeld 25 eurocent. Nog meer mooi nieuws is dat 2 dagen later, op 3 juli, de Single Use Plastic-richtlijn ingaat. Zo wordt er gewerkt aan steeds minder afvalplastic in het milieu.

Zie ook: statiegeldnederland.nl

Wet Adviescollege rechtspositie politieke ambtsdragers komt eraan

10 juni 2021

Op 8 juni heeft de Tweede Kamer ingestemd met het wetsvoorstel Adviescollege rechtspositie politieke ambtsdragers. In dit wetsvoorstel staat dat er een permanent college wordt opgericht dat advies geeft over de rechtspositie van politieke ambtsdragers: de mensen die het land, de provincies, gemeenten en waterschappen besturen.



Het college geeft adviezen over het beloningsniveau, de onderlinge beloningsverhoudingen en over overige geldelijke aanspraken van volksvertegenwoordigers en bestuurlijke ambtsdragers. De adviezen gelden voor politieke ambtsdragers van het rijk, de openbare lichamen, provincies, gemeentes en waterschappen. Bij waterschappen gaat het om de dagelijks bestuursleden (DB) en algemeen bestuursleden (AB).

Betere rechtspositie

Het belang van het op te richten college ligt volgens de toelichting in zowel de inhoudelijke deskundigheid als de gedepolitiseerde en onafhankelijke oordeelsvorming. De leden van het adviescollege hebben inhoudelijke deskundigheid in de zin van kennis van het politieke ambt (werkzaamheden, etc.). Ze zijn gedepolitiseerd om te voorkomen dat ‘de slager eigen vlees keurt’; dus niet dat de politiek over eigen rechtspositie adviseert en besluit. En onafhankelijk omdat de leden geen politieke achtergrond en/of banden hebben. Op basis daarvan komt het college tot zwaarwegende adviezen die ten goede komen aan de rechtspositie van politieke ambtsdragers.

Vergoedingen AB-leden waterschappen

Een van de taken waar het adviescollege mee aan de slag gaat is de vergoeding voor AB-leden en Statenleden. De vergoeding voor de werkzaamheden voor het werk van leden van Provinciale Staten en AB-leden van waterschappen is namelijk te laag. Dat blijkt uit onderzoek van SEO Economisch Onderzoek, uitgevoerd in opdracht van het ministierie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Daardoor kunnen mensen die dat bestuurswerk doen niet voldoende tijd vrijmaken voor het ambt. Het advies is om de vergoedingen voor beide groepen bestuurders te verhogen.

Niet wachten

SGP-lid Roelof Bisschop riep in een motie op om niet te wachten op het advies van het adviescollege, maar af te gaan op de adviezen van het SEO-onderzoek. Hij pleit ervoor de vergoeding voor Statenleden en AB-leden van waterschappen nu vast eenmalig te verhogen. In reactie op de motie gaf minister Kajsa Ollongren (BZK) aan om het adviescollege in te stellen en daarop besloot Bisschop de motie aan te houden, wat betekent dat er voorlopig nog niet over wordt gestemd.

Standpunt kabinet

In haar brief aan de Tweede Kamer van 26 juni 2020 liet de minister weten dat zij het advies van SEO Economisch Onderzoek zou voorleggen aan het toen nog in te stellen adviescollege rechtspositie politieke ambtsdragers. Na het advies van dit college neemt het kabinet een standpunt in over de vergoeding van Staten- en AB-leden in, schreef zij.

Nieuwe handreiking stedelijk waterbeheer onder de Omgevingswet

4 juni 2021

De Omgevingswet beïnvloedt de manier waarop partijen samenwerken aan stedelijk waterbeheer. Wat verandert er, en wat blijft hetzelfde? De antwoorden hierop staan in de Handreiking stedelijk waterbeheer onder de Omgevingswet. In de handreiking staat ook hoe het nieuwe stelsel kansen biedt voor klimaatadaptatie en waterkwaliteit.



Daarnaast wordt in de handreiking aandacht besteed aan de samenhang tussen de waterketen (indirecte lozingen) en het watersysteem (directe lozingen). De afstemming tussen waterschappen met hun waterschapsverordening en gemeentes met hun omgevingsplan is daarbij belangrijk.

Begeleidingscommissie

De handreiking is gemaakt in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, als voorbereiding op de nieuwe Omgevingswet en als uitvloeisel van de aanvullende afspraken uit het Bestuursakkoord Water. Een brede begeleidingscommissie dacht mee met de adviseurs die de handreiking opstelden. De commissie bestond uit vertegenwoordigers van gemeenten, provincies, waterschappen, rijk, stichting RIONED, omgevingsdiensten en drinkwaterbedrijven.

Stedelijk waterbeheer

Het stedelijk waterbeheer richt zich op de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater, maar ook op het omgaan met hemelwater en grondwater. Bij de uitvoering van deze taken zijn decentrale overheden, drinkwaterbedrijven en particulieren betrokken. Zij hebben verschillende rollen en belangen.

Eén handreiking voor alle partijen

De Omgevingswet vergroot de beleidsvrijheid van gemeentes, provincies en waterschappen. In de wet staat ook dat bestuursorganen hun taken en bevoegdheden op elkaar moeten afstemmen als deze elkaar raken. Dat is bij stedelijk waterbeheer het geval. Eén handreiking voor alle partijen in de waterketensamenwerking helpt daarbij. De circa 46 regio’s in de waterketensamenwerking kunnen met deze handreiking tot een regionale afstemming komen.

Gemeentelijk rioleringsprogramma

Acties en maatregelen kunnen worden vastgelegd in een gemeentelijk rioleringsprogramma. Zo’n plan is niet verplicht, in tegenstelling tot het huidige gemeentelijk rioleringsplan (GRP). De opstellers van de handreiking raden overheden aan om ook een gemeentelijk rioleringsprogramma op te stellen.

Nieuwe datum Omgevingswet: 1 juli 2022

27 mei 2021

De beoogde inwerkingtredingsdatum van de Omgevingswet wordt met een half jaar verschoven naar 1 juli 2022. Dat meldt demissionair minister Kajsa Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in een brief aan de Eerste en Tweede Kamer.



Dit geeft volgens de minister tijd om de landelijke voorziening van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) werkend en stabiel te krijgen. Ook krijgen het Rijk, gemeenten, provincies, waterschappen meer ruimte om de implementatie van de wet op een zorgvuldige en verantwoorde wijze af te ronden.

Rogier van der Sande, voorzitter Unie van Waterschappen: “De waterschappen zijn voorstander van de komst van de Omgevingswet en hebben al veel werk verzet in de voorbereiding. We hebben deze wet nodig om grote opgaven in de leefomgeving, zoals klimaatadaptatie, effectief aan te gaan. De waterschappen zijn er klaar voor, maar we begrijpen dat het van essentieel belang is dat alle overheden genoeg tijd hebben om zich voor te bereiden op de inwerkingtreding. Daar voorziet het verschuiven van de inwerkingtredingsdatum in.”

Verantwoorde inwerkingtreding

Om de wet verantwoord in werking te kunnen laten treden, moet de continuïteit van primaire processen – de planvorming en de vergunningverlening – en de dienstverlening aan inwoners en ondernemers zijn gegarandeerd. Zodat belangrijke gebiedsontwikkelingen, waaronder woningbouw, niet worden gehinderd.

Het werkend krijgen van het stelsel van de Omgevingswet is een gezamenlijke verantwoordelijkheid, omdat partijen van elkaar én van derden afhankelijk zijn bij het werken in ketens. Dat betekent in de eerste plaats dat er een stabiele landelijke voorziening van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO-LV) moet zijn, waarop de bevoegde gezagen moeten aansluiten. Voor softwareleveranciers en bevoegde gezagen is het lokaal werkend krijgen van het DSO een complexe operatie. Daarom moeten bevoegde gezagen genoeg tijd hebben om het stelsel in te regelen en ermee te oefenen. En willen de bestuurlijke partners minimaal 6 maanden effectieve oefentijd voor bevoegde gezagen.

Rogier van der Sande: “De landelijke voorziening van het DSO moet geschikt zijn om het stelsel goed werkend te krijgen binnen de waterschappen en andere overheden. Dat is echt een randvoorwaarde voor verantwoorde inwerkingtreding. 6 maanden effectieve oefentijd draagt bij aan een soepele overgang op 1 juli 2022.”

Financiële evaluatie

Een latere inwerkingtreding van de Omgevingswet brengt extra kosten met zich mee voor bevoegd gezagen en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Rogier van der Sande: “Uitstel is niet gratis. De Unie van Waterschappen heeft meermaals aandacht gevraagd voor dit punt. Hoewel we de grote meerwaarde van de Omgevingswet zien, moeten de waterschappen er niet financieel op achteruit gaan door een onvoorziene langere implementatieperiode en overige onvoorziene kosten. We zijn daarom blij dat er in 2022 een financiële evaluatie volgt.”

Tijdens deze financiële evaluatie wordt gekeken welke extra kosten de nieuwe inwerkingtredingsdatum met zich heeft meegebracht voor overheden. Het uitgangspunt is dat de Omgevingswet budgetneutraal kan worden ingevoerd in een periode van 10 jaar. Het Rijk en de medeoverheden hebben afgesproken dat zij in interbestuurlijk verband zullen zoeken naar oplossingen voor financiële knelpunten.

Vervolg

De samenwerkende partijen werken de komende tijd hard door aan een verantwoorde inwerkingtreding op 1 juli 2022. De waterschappen ontvangen binnenkort een ledenbrief waarin staat wat de nieuwe inwerkingtredingsdatum voor hen betekent.

Kamerbrief uitkomsten bestuurlijk overleg Omgevingswet 26 mei 2021

Meer tijd nodig voor besluitvorming startdatum Omgevingswet

28 april 2021

Er is extra tijd nodig om tot een gedegen besluitvorming over de inwerkingtreding van de Omgevingswet te komen. Dat concludeert demissionair minister Kajsa Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in haar voortgangsbrief van 23 april over de wet aan de Eerste en Tweede Kamer.



In de voortgangsbrief verwijst Ollongren naar het Bestuurlijk Overleg (BO) van 21 april. Hierin hebben de minister, VNG, IPO en de Unie van Waterschappen besloten om in het BO van mei te bepalen op welke datum de Omgevingswet verantwoord in werking kan treden. Een zorgvuldig besluit is belangrijk, zodat de wet goed van start kan.

Verantwoorde startdatum

De Unie van Waterschappen is voor inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2022. Alle inspanningen van de waterschappen zijn op deze datum gericht. Maar de Unie van Waterschappen realiseert zich ook dat de startdatum voor alle overheden verantwoord moet zijn.

Op tijd duidelijkheid

Ook vinden de waterschappen het belangrijk dat het tijdig duidelijk is op welke datum de Omgevingswet in werking treedt. Het is immers nog maar 8 maanden tot de beoogde startdatum. Bij voortdurende onduidelijkheid komt de inzet van capaciteit en middelen voor implementatie van de wet bij de overheden in gevaar.

Alternatieven

De komende weken worden gebruikt om te bekijken of met tijdelijke alternatieve maatregelen inwerkingtreding op 1 januari 2022 mogelijk is. Ook wordt gekeken naar alternatieve planningsopties die inwerkingtreding op 1 april 2022 of 1 juli 2022 mogelijk maken. Dit gebeurt in nauw overleg met alle belanghebbenden.

Financiële effecten

In de voortgangsbrief en in het BO ging het ook over de financiële effecten van de Omgevingswet. Onder andere over de verwachte kosten en baten voor burgers, bedrijven en voor rijkspartijen, waterschappen, provincies en gemeenten, zowel qua beleid als uitvoering.

Daarnaast hebben het Rijk, IPO, VNG en de Unie van Waterschappen afgesproken dat zij in interbestuurlijk verband gaan zoeken naar oplossingen voor financiële knelpunten. Ook is financiële compensatie van een deel van de transitiekosten een optie, als blijkt dat de Omgevingswet niet budgetneutraal kan worden ingevoerd. Daarbij wordt het redelijk geacht dat overheden de transitiekosten in een periode van 10 jaar moeten kunnen terugverdienen.

Voortgangsbrief Omgevingswet april 2021

Ledenbrief Unie van Waterschappen over de Omgevingswet

Zorgvuldige afweging inwerkingtreding Omgevingswet nodig

22 april 2021

Minister Kajsa Ollongren, de VNG, het IPO en de Unie van Waterschappen voerden op 21 april een Bestuurlijk Overleg (BO) over de stand van zaken van de Omgevingswet. Tijdens dit overleg bespraken ze of de wet verantwoord in werking kan treden op 1 januari 2022. Het is belangrijk om hier samen een zorgvuldig besluit over te nemen om een goede start te maken. Daarom is besloten om hier een tweede BO in mei aan te wijden.



De bestuurlijke partners staan pal achter de bedoeling van het nieuwe stelsel. Ze zijn het erover eens dat de Omgevingswet nodig is om de grote opgaven in de leefomgeving effectief aan te gaan. De woningbouwopgave, de energietransitie, klimaatadaptatie en de bescherming van onze natuur vragen nu en in de komende decennia om een samenhangende aanpak en het instrumentarium van de Omgevingswet helpt daarbij.

Werkend stelsel bij alle overheden nodig

De samenwerkende partijen willen allemaal een goede start van de Omgevingswet, waarbij de dienstverlening aan inwoners en ondernemers overal in Nederland door kan gaan. Daarvoor moeten zowel de vergunningenketen als de planvormingsketen voor gebiedsontwikkeling bij overheden werken. De uitvoeringspraktijk moet ermee uit de voeten kunnen.

Kortom, er moet een werkend stelsel zijn bij alle overheden. Een werkend digitaal en juridisch stelsel voor alle gemeenten, provincies, waterschappen en uitvoeringsorganisaties. Hiervoor moeten de landelijke voorzieningen gereed en stabiel zijn, moeten alle overheden in Nederland – in samenwerking met softwareleveranciers – zich hierop voorbereiden, aansluiten en moeten zij voldoende oefentijd hebben gehad om met het stelsel te leren werken.

Tijdelijke alternatieve maatregelen

Tijdens het overleg is onder meer gesproken over de inzet van tijdelijke alternatieve maatregelen om een verantwoorde inwerkingtreding voor de uitvoeringspraktijk mogelijk te maken. Er is gebleken dat het nu nog te vroeg is om hier een gedegen beslissing over te nemen. De komende weken worden gebruikt om meer zekerheid te krijgen over de impact en effecten van deze tijdelijke maatregelen. Dit gebeurt in nauw overleg met overheden en de bestuurlijke partners.

Kamerbrief april

Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) verstuurt eind april een voortgangsbrief over de Omgevingswet aan beide Kamers. Deze brief gaat nader in op de stand van zaken van de implementatie van de wet, waaronder de bestuurlijke waardering van het integraal financieel beeld van de Omgevingswet.

Aanpassingsvoorstel Wet Bibob goed nieuws voor waterschappen

15 april 2021

Waterschappen en andere overheden krijgen meer bevoegdheden om informatie over mogelijk crimineel misbruik van beschikkingen, overheidsopdrachten en vastgoedtransacties met elkaar te delen. Dit om de integriteit van de overheden te beschermen tegen vermenging van de boven- en onderwereld.



Dat is de kern van een wetsvoorstel tot aanpassing van de Wet Bibob (bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur). De ministers Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) en Dekker (Rechtsbescherming) hebben dit wetsvoorstel ingediend bij de Tweede Kamer. Op 3 juni kunnen Kamerleden schriftelijke inbreng leveren op het wetsvoorstel.

Privaatrechtelijke rol

Overheden kunnen met de Wet Bibob nu al barrières opwerpen tegen het ongewild faciliteren van criminele organisaties. Waterschappen hebben onder de huidige Wet Bibob de mogelijkheid om de wet toe te passen op overheidsopdrachten en vastgoedtransacties. Dat is de zogenaamde privaatrechtelijke rol.

Onwenselijk

Maar het komt ook voor dat partijen die van de gemeente geen vergunning krijgen vanwege een ernstig gevaar op grond van de Wet Bibob, bij het waterschap soms wel een omgevingsvergunning kunnen krijgen. Op grond van inhoudelijke, waterhuishoudkundige criteria heeft het waterschap over het algemeen namelijk geen mogelijkheid om de aanvraag te weigeren.

Bestuursrechtelijke rol

Met de aanstaande uitbreiding van de wet wordt het voor besturen van waterschappen mogelijk om de Wet Bibob ook toe te passen bij het verlenen van omgevingsvergunningen op grond van de waterschapsverordening.

Onder de radar

Zo wordt voorkomen dat malafide personen voet aan de grond krijgen die bij verschillende overheden aankloppen totdat ze een overheid hebben gevonden die de Wet Bibob niet toepast. Of totdat ze een overheid vinden die een verkeerde risico-inschatting maakt wanneer de relevante risico-indicaties onder de radar blijven. En daardoor panden of gronden kunnen gebruiken om crimineel verworven vermogen wit te wassen, of om bepaalde criminele activiteiten te verrichten, zoals bijvoorbeeld mensenhandel of de productie van drugs.

Toename

Waterschappen zien het aantal signalen toenemen dat vergunningen mogelijk gebruikt worden om criminele activiteiten te ontplooien. Ze verlenen soms vergunningen waarvan ze vermoeden dat er een risico bestaat op het ongewild faciliteren van criminele activiteiten. De uitbreiding van de Wet Bibob biedt in deze gevallen uitkomst.

Meer over de Wet Bibob

Nieuwe website over Omgevingswet en leefomgeving

2 april 2021

Op 30 maart is de website van het Informatiepunt Leefomgeving (IPLO) live gegaan. Iplo.nl is de nieuwe website voor experts met vragen over bodem, bouwen, water, milieu en de Omgevingswet in de praktijk.



Het IPLO heeft naast een website ook een helpdesk waar medewerkers van overheden, bedrijven en maatschappelijke organisaties terecht kunnen met hun vragen over de Omgevingswet en de leefomgeving. Het Informatiepunt Omgevingswet gaat op in het IPLO.

Uitvoering Omgevingswet

Een deel van de informatie die voorheen op aandeslagmetdeomgevingswet.nl stond, staat nu op iplo.nl. Denk aan informatie over de uitvoering van de wet, vergunningverlening, toezicht en handhaving, participatie, de werking van het Digitaal Stelsel Omgevingswet, instrumenten en regelgeving. Daarnaast bevat de website informatie over bodem, bouwen, water en milieu. Deze informatie komt van de websites van Bodem+, de Helpdesk Water, de Helpdesk Bouwregelgeving en Brandveilig gebruik, en het Kenniscentrum InfoMil.

Implementatie Omgevingswet

Alle informatie over de implementatie van de Omgevingswet en het Digitaal Stelsel Omgevingswet blijft beschikbaar op de website van het programma Aan de slag met de Omgevingswet. Hier is ondersteuning te vinden bij de invoering van de wet. Denk aan informatie over bijvoorbeeld werkplaatsen, webinars, oefencasussen en demoscripts, monitoring, praktijkverhalen en de evenementenagenda.

Verbonden

Iplo.nl en aandeslagmetdeomgevingswet.nl blijven tot ruim na de inwerkingtreding in 2022 nauw met elkaar verbonden.

Ondersteuning gebundeld

De Omgevingswet bundelt de wetgeving en regels voor ruimte, wonen, infrastructuur, milieu, natuur en water. Een integrale visie op de fysieke leefomgeving staat centraal met meer ruimte voor initiatieven en voor lokaal maatwerk. Dat betekent dat ook de ondersteuning wordt gebundeld. Halverwege 2021 wordt de vraagbeantwoording van Bodem+, de Helpdesk Water, de Helpdesk Bouwregelgeving en InfoMil gebundeld in het Informatiepunt Leefomgeving.

Website Informatiepunt Leefomgeving (IPLO)

Eerste Kamer neemt Stikstofwet aan

9 maart 2021

Tot grote tevredenheid van de waterschappen stemde de Eerste Kamer op 9 maart in met het wetsvoorstel Stikstofreductie en natuurverbetering. Dit wetsvoorstel verankert de structurele aanpak van de stikstofproblematiek van het kabinet.



Tijdens het debat over het wetsvoorstel vorige week bleken er zorgen over de juridische houdbaarheid van het wetsvoorstel. Ook benadrukte een aantal fracties dat stikstofreductie een opgave is voor alle sectoren, niet alleen de landbouw. Verder vonden enkele fracties de wet niet nodig omdat stikstof geen probleem is. GroenLinks, PvdA en PvdD waren tegen het wetsvoorstel omdat het voorstel niet ver genoeg gaat om de natuur te beschermen.

Gezonde leefomgeving

De waterschappen onderschrijven de noodzaak van het terugdringen van de stikstofdepositie omwille van het belang van een gezonde leefomgeving. Daarnaast hebben de waterschappen een taak als waterbeheerders die dagelijks werken aan deze leefomgeving. Dit werk wordt door de stikstofproblematiek voor een belangrijk deel belemmerd.

Waterveiligheidsprojecten

Denk hierbij aan grote waterveiligheidsprojecten, maar ook aan bijvoorbeeld de ombouw van een rioolwaterzuivering om energie- en grondstoffen terug te winnen uit afvalwater of werk voor klimaatadaptatie. De waterschappen realiseren zich dat deze ontwikkelingen alleen door kunnen gaan als de stikstofuitstoot daalt en de natuur zich kan herstellen volgens de instandhoudingsdoelen voor de Natura2000 gebieden.