Unie, IPO en VNG: digitaal vergaderen moet blijven

3 mei 2022

De afgelopen 2 jaar was de Tijdelijke wet digitale beraadslaging en besluitvorming van kracht. Dankzij die wet konden Provinciale Staten, gemeenteraden en algemene besturen van waterschappen in coronatijd digitaal vergaderen en besluiten nemen. De 3 koepels van de decentrale overheden willen dat deze tijdelijke wet permanent wordt.



Met ingang van 1 juli worden alle coronabeperkingen opgeheven. Daarmee vervalt ook de Tijdelijke wet. Gemeentes, provincies en waterschappen vinden het jammer als de mogelijkheid wegvalt om digitaal besluiten te kunnen nemen. Zij zien dat als een stap terug in het democratisch proces. Digitaal vergaderen is de afgelopen 2 jaar een volwaardig alternatief gebleken voor fysiek vergaderen. Het is inmiddels behoorlijk ingeburgerd.

Juridische grondslag vervalt

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) heeft de minister van BZK half maart gevraagd om de Tijdelijke wet niet meer te verlengen. Vanwege het opheffen van de coronamaatregelen komt de juridische grondslag van de wet immers te vervallen. De Eerste Kamer zegt dat de wetgever een nieuwe afweging moet maken voor een eventuele permanente regeling. Het gevolg hiervan is dat decentrale besturen geen digitale besluiten mogen nemen vanaf 1 juli tot het moment dat er een permanente regeling is.

Corona is niet weg

Gemeentes, provincies en waterschappen pleiten ervoor dat er een mogelijkheid blijft om digitaal te kunnen besluiten. Corona is immers nog niet weg. In de praktijk blijkt dat er nog steeds volksvertegenwoordigers in quarantaine moeten vanwege een coronabesmetting en dus niet bij fysieke vergaderingen aanwezig kunnen zijn. Ook kan in er de nabije toekomst een opleving van het coronavirus komen. Dat heeft gevolgen voor het democratisch proces.

Brief aan Eerste Kamer

In een brief aan de Eerste Kamer pleiten de Unie van Waterschappen, IPO en VNG er dan ook voor dat de mogelijkheid om digitaal te vergaderen blijft bestaan.

Lees de brief

(Beeld: Pixabay)

Wat betekent de Wet open overheid voor de waterschappen?

2 mei 2022

Op 1 mei is de Wet open overheid (Woo) officieel ingegaan. De Woo is de opvolger van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) en regelt het recht van burgers op informatie van de overheid, waaronder de waterschappen. Zo krijgt iedereen meer inzicht in het handelen van de overheid.



Een belangrijk verschil met de Wob is dat de Woo naast informatieverstrekking op verzoek (passief) overheidsorganisaties ook verplicht zelf informatie gefaseerd openbaar te maken (actief). Die actieve openbaarmaking wordt gefaseerd verplicht gesteld. Dat betekent dat de verplichting tot actieve openbaarmaking nu nog niet in werking treedt, maar de komende jaren stapsgewijs wordt ingevoerd. Dit geeft overheden de gelegenheid om hun processen hierop aan te passen. De precieze fasering van de verplichting is nog niet vastgesteld.

Van Wob naar Woo

Naast deze actieve informatieverstrekking, veranderen er ook zaken rond informatieverzoeken.

  • Wob-verzoeken heten voortaan Woo-verzoeken.
  • De termijn voor afhandeling van een Woo-verzoek blijft 4 weken. Bij een omvangrijk of complex verzoek kan de termijn met maximaal 2 weken worden verlengd. Onder de Wob was dat 4 weken.
  • Er kan bij meer publieke organisaties een Woo-verzoek worden ingediend. Voortaan kan dat bijvoorbeeld ook bij e Eerste en Tweede Kamer, de Raad voor de Rechtspraak, de Raad van State en de Nationale ombudsman.
  • Alle overheidsorganisaties stellen een Woo-contactpersoon aan. Hij of zij helpt bij de beantwoording van vragen van burgers en journalisten over de beschikbaarheid van publieke informatie.

Platform

In de Woo zijn verschillende informatiecategorieën opgenomen die verplicht actief openbaar gemaakt moeten worden. Bijvoorbeeld wetten, convenanten en onderzoeksrapporten. De actieve openbaarmaking van al deze categorieën informatie is een omvangrijke operatie. Er is daarom gekozen voor een gefaseerde aanpak. Daarbij zal er steeds meer informatie van de overheden te vinden zijn op open.overheid.nl.

Adviescollege openbaarheid en informatiehuishouding

Met de Woo wordt er ook een nieuwe, onafhankelijke organisatie ingesteld: het Adviescollege openbaarheid en informatiehuishouding. Dit adviescollege adviseert gevraagd en ongevraagd over de uitvoering van de regels over openbaarmaking van publieke informatie. Daarnaast kunnen journalisten, wetenschappers en andere professionals er een klacht indienen als ze niet tevreden zijn over de manier waarop een bestuursorgaan publieke informatie openbaar maakt. Het college bemiddelt dan om tot een oplossing te komen. Overheidsorganisaties moeten daaraan meewerken. De verwachting is dat het klachtenloket op 1 september open gaat.

Wat betekent de Woo voor de waterschappen?

  • De waterschappen worden verplicht om overheidsinformatie openbaar te maken, zowel uit eigen beweging (actieve openbaarmaking) als op verzoek (passieve openbaarmaking).
  • Elk waterschap benoemt een of meer contactpersonen om vragen van burgers te beantwoorden over de beschikbaarheid van publieke informatie.
  • Ieder waterschap moet maatregelen nemen om de duurzame toegankelijkheid van digitale documenten te borgen.
  • Ieder waterschap moet in de begroting en jaarverslag in een openbaarheidsparagraaf
  • aandacht besteden aan de manier waarop de Woo wordt uitgevoerd.

Meer informatie over de Woo

Wijzigingen voor waterschapsbestuurders door Wet bevorderen integriteit en functioneren decentraal bestuur

22 april 2022

Op 19 april heeft de Tweede Kamer ingestemd met de Wet bevorderen integriteit en functioneren decentraal bestuur. Het doel van het wetsvoorstel is om de integriteit van het decentraal bestuur, waaronder de waterschappen, te versterken.



De wijzigingen voor waterschapsbestuurders als gevolg van het wetsvoorstel zijn:

  • Een verplichte Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) voor nieuwe Dagelijks Bestuursleden;
  • Verduidelijking van bepalingen die betrekking hebben op belangenverstrengeling;
  • Algemeen Bestuursleden, Dagelijks Bestuursleden en voorzitters moeten hun nevenfuncties direct (elektronisch) openbaar maken;
  • Verbetering van bepalingen die betrekking hebben op het opleggen en opheffen van geheimhouding op informatie.

Hoe verder?

Nu de Tweede Kamer heeft ingestemd met de wet, neemt de Eerste Kamer het wetsvoorstel in behandeling.

Bekijk het wetsvoorstel

Eerste Kamer stemt in met Wet open overheid

6 oktober 2021

De Eerste Kamer heeft op 5 oktober het gewijzigde wetsvoorstel Wet Open overheid (Woo) aangenomen. De wet treedt naar verwachting op 1 juni 2022 in werking. Deze wet vervangt de huidige Wet openbaarheid van bestuur (Wob).



De Woo geeft iedereen het wettelijke recht op toegang tot publieke informatie. De actieve openbaarmaking van overheidsinformatie heeft een centrale rol gekregen in deze wet. Zo moeten bestuursorganen bepaalde informatie verplicht actief openbaar maken via het Platform Open Overheidsinformatie (PLOOI). Daarnaast kent de Woo ook een inspanningsverplichting op het gebied van actieve openbaarmaking. Onder de Woo kan verder, net als onder de Wob, een verzoek tot informatie worden ingediend bij bestuursorganen. De regelgeving over deze passieve openbaarmaking is grotendeels overgenomen uit de Wob.

Aansluiting op PLOOI

De decentrale overheden worden betrokken bij het plan om PLOOI te ontwikkelen. Het gebruik van de centrale publicatievoorziening PLOOI wordt verplicht gesteld bij de actieve openbaarmaking van de 11 informatiecategorieën die in de Woo worden genoemd. De decentrale overheden hoeven niet op de ingangsdatum aangesloten te zijn op PLOOI. De aansluiting zal gefaseerd plaatsvinden. De Unie van waterschappen, de VNG en het IPO hadden eerder hun zorgen geuit over de tijdige beschikbaarheid van PLOOI. Kajsa Ollongren, demissionair minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), heeft in de Eerste Kamer aangegeven met de koepels samen te werken aan een plan voor aansluiting van de decentrale overheden. Dit plan moet er voor het eind van 2021 zijn en zal indicatieve data vermelden wanneer de aansluiting gerealiseerd moet zijn.

Meerjarenplan

De minister van BZK dient een Meerjarenplan op te stellen om de informatiehuishouding van de hele overheid op orde te brengen. De koepels van de decentrale overheden hebben met de minister afgesproken dat zij voor hun leden een Meerjarenplan opstellen. De Unie van Waterschappen heeft reeds een Meerjarenplan opgesteld en vast laten stellen door de ledenvergadering. Daarnaast heeft de Unie van Waterschappen ook een startkit voor de implementatie van de Woo opgesteld, deze startkit is toegezonden aan de waterschappen.

Meer informatie over de Woo

Meer informatie over PLOOI

Motie aangenomen: inwerkingtreding Omgevingswet op 1 januari 2023

13 april 2022

Op 12 april is gestemd over de moties die zijn ingediend bij het tweeminutendebat Omgevingswet. De Tweede Kamer heeft een motie van de VVD aangenomen om de inwerkingtredingsdatum van de Omgevingswet definitief te bepalen op 1 januari 2023. Een motie van de SP om de mogelijkheid voor uitstel niet uit te sluiten heeft het niet gehaald.



De Omgevingswet bundelt de meeste wetten over de fysieke leefomgeving, waaronder over water. De waterschappen zijn voorstander van deze nieuwe wet en willen de implementatie zo goed mogelijk laten verlopen. Daarvoor is het belangrijk dat er zo snel mogelijk definitief duidelijkheid komt over de datum waarop de Omgevingswet in werking treedt. Door de aangenomen motie van de VVD zijn de waterschappen en andere overheden weer een stap dichter bij duidelijkheid over de inwerkingtredingsdatum.

Parlementair proces

Na het starten van een zogenoemde ‘voorhangprocedure’ bepalen de Kamers zelf of en hoe zij het voorgehangen besluit willen behandelen. In dit geval gaat het om het Koninklijk Besluit met daarin de inwerkingtredingsdatum van de Omgevingswet.

Inmiddels heeft de Tweede Kamer via het stemmen over de moties ingestemd met het Koninklijk Besluit met daarin de inwerkingtredingsdatum van 1 januari 2023. Naast de moties van VVD en SP werden er nog In de Tweede Kamer werd de motie van SP over het niet uitsluiten van uitstel afgewezen. Eén van de moties die werd aangenomen was het instemmen met de inwerkingtredingsdatum van 1 januari 2023. Naast de moties van VVD en SP werden er nog 2 moties ingediend. VVD en JA21 diende een motie in over het bevorderen van kennis en kunde bij Omgevingsdiensten. CDA en D66 dienden een motie in over het uitbreiden van het aantal pilots voor mkb-bedrijven met het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO), wat de uitvoering van de Omgevingswet ondersteunt. Beide moties zijn aangenomen.

De Eerste Kamer heeft afgelopen week de inbreng geleverd voor het stellen van vragen via een schriftelijk overleg. Na de beantwoording hiervan bepaalt de Eerste Kamer opnieuw welk proces zij verder wil volgen. Als ook de Eerste Kamer akkoord is met het Koninklijk Besluit, treedt de Omgevingswet definitief in werking op 1 januari 2023.

Belangrijk startmoment

De inwerkingtreding van de Omgevingswet is een belangrijk startmoment. Vanaf dan wordt de wet in de praktijk toegepast. Ook na de inwerkingtreding van de wet op 1 januari 2023 is er nog veel werk aan de winkel. Het nieuwe stelsel voor het omgevingsrecht en het DSO worden ook na inwerkingtreding verder ontwikkeld en gemonitord om de doelen van de wet te halen en de beoogde veranderingen door te voeren.

Bestuurlijk Overleg Omgevingswet: voorbereiden op inwerkingtreding

30 september 2021

De Unie van Waterschappen, VNG, IPO en demissionair minister Ollongren voerden op 29 september een Bestuurlijk Overleg over de implementatie van de Omgevingswet. De waterschappen werken toe naar inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 juli 2022, maar benadrukken opnieuw het belang van een stabiel Digitaal Stelsel Omgevingswet en voldoende oefentijd.



Tijdens het Bestuurlijk Overleg (BO) gaven alle partijen aan dat er hard wordt gewerkt. Iedereen ziet ook dat er grote stappen zijn gemaakt. Er is en wordt hard gewerkt aan de ontwikkeling van de landelijke voorziening van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO), het DSO-LV. Wel moeten er nog verbeterslagen gemaakt worden als het gaat om de performance van het DSO-LV, bijvoorbeeld wat betreft de stabiliteit en als het gaat om grote geo-bestanden.

Oefenen, oefenen, oefenen

Steeds meer bevoegd gezagen sluiten aan op het DSO, dat is goed nieuws. Het is voor waterschappen van groot belang dat er, naast tijd voor het aansluiten op het DSO, genoeg oefentijd overblijft vóór inwerkingtreding. Het is naast het inregelen en intern oefenen ook belangrijk dat er interbestuurlijk geoefend kan worden om op basis daarvan de nodige aanpassingen te kunnen doen. Dit is ook voor provincies en gemeenten van groot belang.

Wet- en regelgeving

Er is ook gesproken over enkele laatste -maar wel noodzakelijke- punten op het gebied van wet- en regelgeving die nog geregeld moeten worden. Zo is de voor de waterschappen noodzakelijke grondslag voor de verrekening van leges tussen overheden nog niet rond. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft aangegeven hiermee aan de slag te gaan.

Vervolg

Het voorbereiden op inwerkingtreding van de Omgevingswet gaat bij alle partijen onverminderd door. Ook is afgesproken om de komende maanden intensief met elkaar in gesprek te blijven over de voortgang van het oefenen en de benodigde verbeteringen. Er stonden al Bestuurlijke Overleggen gepland in oktober en december. Er is nu afgesproken om een extra BO te houden in november. Dat komt de voortgang van dit gezamenlijke traject ten goede.

Permanente wet digitale besluitvorming in de maak

29 september 2021

Sinds het begin van de coronacrisis is de tijdelijke wet digitale beraadslaging en besluitvorming van kracht. Dankzij deze wet is tijdelijk digitale besluitvorming door algemeen besturen van waterschappen mogelijk. Er wordt nu gewerkt aan een permanente wet.



De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) heeft een brief naar de Tweede Kamer gestuurd waarin zij aangeeft dat er gewerkt wordt aan zo’n permanente wet. Totdat die permanente regeling er is, geldt de tijdelijke wet. Deze wet wordt steeds met 2 maanden verlengd.

Nu de 1,5-metermaatregel is losgelaten, gelden de volgende regels voor vergaderingen:

  • Vergaderingen hoeven per 25 september niet meer op 1,5 meter van elkaar.
  • Er is geen controle van de CoronaCheck-app nodig voor zakelijke vergaderingen, zoals vergaderingen van volksvertegenwoordigende organen.
  • Er is wel controle van de CoronaCheck-app voor zakelijke evenementen zoals grootschalige congressen.
  • Als er op externe locaties wordt vergaderd, mag die locatie wel van alle deelnemers de QR-code van de deelnemers op de coronacheck-app controleren. Horecagelegenheden zijn daar ook toe verplicht.

VNG heeft enkele vragen en antwoorden voor raadsvergaderingen op een rij gezet. Die zijn ook toepasbaar op AB-vergaderingen. De vragen en antwoorden zijn hier te vinden.

Waterschappen willen toegang tot alle KNMI-data

30 maart 2022

Op 7 april gaat het commissiedebat Leefomgeving in de Tweede Kamer onder andere over het evaluatierapport van de Wet Taken Meteorologie en Seismologie (WTMS). De waterschappen hebben de commissieleden laten weten dat de toegang tot KNMI-data voor hen erg belangrijk is.



Waterschappen hebben informatie over het weer nodig om op tijd te kunnen waarschuwen voor gevaarlijk weer. Maar zij kunnen nu niet over alle data beschikken.

Verschil rijk-regio

Rijkswaterstaat kan zonder barrières KNMI-data afnemen. Regionale overheden zoals waterschappen en veiligheidsregio’s kunnen dat alleen vanaf ‘grip fase 2’. Dat is de opschaling waarbij de gevolgen van een incident niet beperkt blijven tot de plaats waar het is gebeurd. Deze ongelijkheid maakt de voorbereiding op een crisis of calamiteit lastig voor de waterschappen.

Gelijktrekken in de wet

Daarom pleiten de waterschappen voor het gelijktrekken in de wet, zodat ook regionale overheden altijd KNMI-data kunnen afnemen. In 2021 is in Limburg en Noord-Holland duidelijk geworden hoe belangrijk meteodata zijn voor een adequate voorbereiding op hoogwater en piekbuien.

Lees de hele inbreng

Decentrale overheden hebben zorgen over uitvoerbaarheid Wet open overheid

14 september 2021

Op 28 september behandelt de Eerste Kamer de Wet open overheid. Deze wet geldt ook voor de decentrale overheden, waaronder de waterschappen. Samen met gemeentes en provincies geven zij de senaat een aantal inzichten mee voor het debat.



De decentrale overheden ondersteunen de komst van de Wet open overheid (Woo). Deze wet is de opvolger van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Ze moeten straks documenten in 11 informatiecategorieën openbaar maken. Daarom zijn ze daarmee hard aan het werk. Toch hebben ze zorgen of alles haalbaar is.

Tijdige aansluiting op systemen

De vroegst mogelijke ingangsdatum van de Woo is 1 mei 2022. Het Platform Open Overheidsinformatie (PLOOI) wordt het verplichte platform om documenten openbaar te maken. De decentrale overheden maken zich zorgen of dit platform op 1 mei 2022 voldoende is ontwikkeld. Er is nu nog geen aansluitstrategie op PLOOI. Kunnen de overheden wel tijdig worden aangesloten? En is het vanaf 1 mei mogelijk om informatiecategorieën via PLOOI actief openbaar te maken?

Kosten onduidelijk

Vanwege de onduidelijkheden rondom PLOOI is het voor de decentrale overheden lastig om de juiste voorbereidingen te treffen. Daarnaast is onduidelijk welke kosten ermee gemoeid zijn.

Kritisch kijken

De decentrale overheden vragen de Eerste Kamer daarom om kritisch te kijken naar de uitvoerbaarheid van de Woo op korte termijn. Ook vragen ze de Eerste Kamer om de minister van Binnenlandse Zaken te verzoeken om helderheid te geven over de zorgpunten rondom PLOOI.

Beeld: Pexels

Kamer: Geen maatwerk voor visserijvrije zones

12 juli 2021

Vorige week heeft de Boeren Burger Beweging in de Tweede Kamer een motie ingediend. Daarin vroeg de partij niet te kiezen voor algemene visserijvrije zones voor beroepsvissers en sportvissers, maar voor maatwerk per zone.



De motie werd mede ingediend door SGP, CDA en Van Haga, maar er was onvoldoende steun voor in de Kamer. De motie werd dus verworpen.

Vissen krijgen een betere kans

In juli vorig jaar kondigde Carola Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit visserijvrije zones rond vispassages aan. Waterschappen zijn voorstander van deze zones, omdat vissen hiermee een betere kans krijgen om vispassages ook echt te kunnen passeren. In de praktijk is het voor vissers vaak interessant om vlakbij een vispassage te vissen: daar zijn vissen makkelijker te vangen.

Wetswijziging

Volgens de minister zou het leveren van maatwerk per zone door waterbeheerders moeten plaatsvinden, maar daarvoor is een wetswijziging nodig. Ze zei in de Kamer dat ze de keuze om wel of geen maatwerk te gaan leveren per zone aan haar opvolger laat.

Lees ook: Waterschappen participeren in Wereld Vismigratiedag