Rapport: Betrek waterschappen op tijd bij de keuze van woningbouwgebieden

22 november 2021

Op welke manier kan klimaatadaptatie worden meegenomen in de locatiekeuze en inrichting van woningbouwgebieden? De koepels van decentrale overheden, het ministerie van Binnenlandse Zaken, het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en de staf van de Deltacommissaris hebben deze vraag samen onderzocht en uitgewerkt.

Woningen aan het water

Het onderzoek heeft het rapport ‘Verkenning klimaatadaptatie bij grootschalige woningbouwgebieden’ opgeleverd. Het rapport bevat aanbevelingen voor het rijk als regisseur van de woningbouwopgave. De belangrijkste zijn: zorg dat klimaatadaptatie wordt geborgd en ontwikkel een landelijke referentie.

Gebiedskennis

Provincies en gemeentes worden opgeroepen om waterschappen vroegtijdig te betrekken bij gebiedskeuze en bij de inrichting van gebieden. Hiermee wordt de specifieke gebiedskennis van de waterschappen benut en dat helpt om verstandige keuzes te maken, ook op de lange termijn. Ook voorkomt het dat waterschappen met hogere beheerkosten worden geconfronteerd.

Alert op ontwikkelingen

Het rapport geeft ook aan dat waterschappen zelf vroegtijdig aan de bel moeten trekken. Dat betekent dat ze alert moeten zijn op prille ruimtelijke ontwikkelingen. De aanbevelingen komen overeen met het advies van de Deltacommissaris van begin september en het position paper van de VNG over klimaatadaptief bouwen: Werk maken van klimaatadaptief bouwen – het kàn, het moet en onderstreept daarmee de urgentie voor klimaatbestendig bouwen.

Klimaatbestendige keuzes

Tot 2030 moeten er 900.000 woningen worden gebouwd. De waterschappen dringen erop aan om deze woningen slim en toekomstgericht te realiseren. En bij nieuwbouwprojecten een schrijnend watertekort of een verpletterende hoosbui niet af te wachten, maar preventief watervriendelijke en klimaatbestendige keuzes te maken. Op deze manier kunnen schade door wateroverlast, overstroming en droogte worden beperkt.

Verkenning klimaatadaptatie bij grootschalige woningbouwgebieden

Waterschappen bij formatie: goede ruimtelijke inrichting begint bij water

10 december 2021

De voorzitters van de koepels van gemeenten, provincies en waterschappen hebben op 10 december een bezoek gebracht aan de formatie. Ze deden dat op uitnodiging van de informateurs Johan Remkes en Wouter Koolmees. De waterschappen hebben het belang van water en de bodem bij de toekomstige inrichting van Nederland benadrukt.



Voorzitters Jan van Zanen (VNG), Jaap Smit (IPO) en Rogier van der Sande (Unie van Waterschappen) hebben aangegeven dat een goede samenwerking tussen het rijk en de decentrale overheden essentieel is om de grote maatschappelijke opgaven van deze tijd in samenhang aan te pakken. Daarbij is het belangrijk dat er niet alleen aandacht is voor de gezamenlijke ambities maar ook voor de condities waarbinnen die ambities moet worden gerealiseerd.

Rekening houden met klimaatverandering

Rogier van der Sande, voorzitter van de Unie van Waterschappen, heeft het nieuwe kabinet gevraagd om bij het bouwen van woningen van tevoren rekening te houden met de effecten van klimaatverandering en het waterbeheer. Van der Sande: “We worden geconfronteerd met een stijgende zeespiegel, meer en extremere hoosbuien en vaker en langer periodes van droogte. De waterschappen dringen erop aan om bij de bouw van woningen preventief watervriendelijke en klimaatbestendige keuzes te maken.”

Onderzoek naar geschiktheid bouwlocaties

Water en bodem moeten sturend zijn, zeggen de waterschappen. Van der Sande: “Door van tevoren goed onderzoek te doen naar de geschiktheid van woningbouwlocaties in relatie tot het waterbeheer. En door woningen te bouwen die voldoen aan alle eisen, bijvoorbeeld dat ze bestand zijn tegen wateroverlast en gevolgen van overstromingen. Op deze manier kunnen schade door wateroverlast, overstroming en droogte in de toekomst zoveel mogelijk worden beperkt.”

Krachtig groen herstel

De decentrale overheden pleitten eerder dit jaar al voor een Krachtig Groen Herstel. Om de enorme vraag naar woningen, de strijd tegen klimaatverandering en de transitie naar duurzame energie te realiseren, is het nodig deze slim te combineren met een gezamenlijke aanpak in de regio.

Krachten bundelen

De decentrale overheden bundelen de krachten maar stellen daarbij een aantal voorwaarden, zoals evenwichtige bestuurlijke verhoudingen. Het is van belang dat nieuw beleid en wetgeving eerst getoetst worden op uitvoerbaarheid. En dat er een evenwicht is tussen taken, bevoegdheden en financiële middelen voor alle bestuurslagen.

Foto: In een nat Den Haag benadrukten (v.l.n.r.) Jaap Smit, Jan van Zanen en Rogier van der Sande dat samenwerking tussen rijk en decentrale overheden belangrijk is.

Waterschappen: meer geld en aandacht voor klimaatadaptatie

17 november 2021

Voor het wetgevingsoverleg Water van de Tweede Kamercommissie Infrastructuur en Waterstaat van 22 november vragen de waterschappen meer aandacht voor klimaatadaptatie. Ook delen ze hun zorgen over de huidige waterkwaliteitsaanpak. Daarnaast vragen de waterschappen de Kamerleden om de minister aan te sporen een besluit te nemen over het belastingstelsel van de waterschappen.



Op 22 november komt de commissie voor Infrastructuur en Waterstaat samen om de wateronderwerpen van de begroting IenW te bespreken.

Meer aandacht en geld nodig voor klimaatadaptatie

De waterschappen vragen allereerst meer aandacht voor klimaatadaptatie. Zij roepen op tot een versnelde aanpak voor klimaatadaptatie en structurele financiering voor het opvangen van de gevolgen van de klimaatverandering. Als die versnelling uitblijft, kan de potentiële schade door wateroverlast, hitte en droogte oplopen tot 174 miljoen euro in 2050.

Zorgen over waterkwaliteitsaanpak

De waterschappen vragen ook aandacht voor de waterkwaliteit. In landbouwgebieden is de kwaliteit van het oppervlaktewater nog onvoldoende om in 2027 de doelen van de Europese Kaderrichtlijn Water te halen. Ook voldoet Nederland niet aan de voorschriften van de Europese Nitraatrichtlijn. De waterschappen zijn daar bezorgd over. Om in 2027 de doelen van de Kaderrichtlijn Water en de Nitraatrichtlijn te halen, is een aanvullend maatregelenpakket nodig.

Meer inzicht in PFAS-lozingen

Ook PFAS heeft invloed op de waterkwaliteit. Uit onderzoek naar PFAS op de rioolwaterzuiveringen blijkt dat er via indirecte lozingen PFAS op de zuiveringen terecht komt. De inzet van de Omgevingsdiensten is nodig om inzicht te krijgen in waar die PFAS vandaag komt. Ook moeten de diensten voorkomen dat PFAS via lozingen op de zuiveringen terecht komt. Ze moeten dus voldoende middelen krijgen om hun taak goed uit te kunnen voeren.

Keuzes nodig over belastingstelsel

Tot slot vragen de waterschappen aandacht voor de aanpassing van het belastingstelsel van de waterschappen. In december 2020 hebben de waterschappen een voorstel voor de aanpassing van dat stelsel aangeboden aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat. Dit voorstel zorgt er onder meer voor dat er voor alle belastingbetalers een gelijkmatige tariefontwikkeling ontstaat. Op één onderdeel van de voorstellen heeft een stakeholder, VNO-NCW, kritiek. Hierdoor loopt het hele proces vertraging op. De waterschappen vragen de minister daarom om keuzes te maken over het vervolgtraject.

Lees hier de hele inbreng

Wetgevingsoverleg Water

Potentieel meer dan 100 miljard schade door weersextremen

15 november 2021

De Unie van Waterschappen roept in aanloop van het Wetgevingsoverleg Water in de Tweede Kamer op tot een versnelde aanpak voor klimaatadaptatie en structurele financiering voor het opvangen van de gevolgen van de klimaatverandering.



“Wanneer we de aanpak niet versnellen, kijken we aan tegen een potentiële schade door wateroverlast, hitte en droogte tot 174 miljard euro voor voornamelijk particulieren in 2050”, waarschuwt Rogier van der Sande, voorzitter van de Unie van Waterschappen.

Klimaatadaptatie is topprioriteit

Van der Sande: “Het demissionaire kabinet heeft met de 7 miljard euro voor verduurzaming laten zien zich in te kunnen én willen zetten op een klimaataanpak. Het aanpakken van verdere temperatuurstijging is belangrijk. Maar we hebben nu al dagelijks te maken met de gevolgen van klimaatverandering. We moeten daarom niet vergeten te investeren in het beter opvangen van die gevolgen, zoals wateroverlast en droogte. Ook klimaatadaptatie vraagt extra inzet en middelen van het Rijk en moet topprioriteit zijn het nieuwe regeerakkoord.”

Extreem weer

Demissionair minister Barbara Visser van Infrastructuur en Waterstaat stelde al eerder ruim 2 miljard euro nodig te hebben voor het beheer en onderhoud van de infrastructuur in Nederland. De waterschappen benadrukken dat een vergelijkbare investering nodig is voor het klimaatbestendig inrichten van Nederland. “De wateroverlast in Limburg, Noord-Holland en Friesland van afgelopen zomer laten zien dat extreem weer vandaag de dag al voor problemen zorgt”, licht Rogier van der Sande toe.

Iedereen vol aan de bak

Volgens de klimaatschadeschatter kan de schade door wateroverlast, hitte en droogte in bebouwd gebied in Nederland oplopen tot 174 miljard euro in 2050. Van der Sande: “Als regionale waterbeheerders ervaren de waterschappen deze problemen het eerst. Daarom investeren we ook jaarlijks 1,8 miljard euro in het klimaatbestendig maken van Nederland. Dat doen we door bijvoorbeeld dijken te versterken, regenwaterbuffers aan te leggen en zoet water vast te houden. Toenemende hoosbuien en droogte betekenen niet alleen meer werk voor de waterschappen, maar ook voor het Rijk, de provincies en gemeenten. Iedereen moet vol aan de bak, zodat we ons versneld kunnen aanpassen aan de verandering. De tijd dat we water, land en bodem naar onze hand konden zetten is voorbij. Daarom is die structurele financiering nu nodig.”

Unie van Waterschappen ziet RO-brief als goed vertrekpunt

25 mei 2022

In de ruimtelijke ordeningsbrief die op 17 mei door de minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke ordening, Hugo de Jonge, naar de Tweede Kamer is gestuurd, worden de contouren geschetst van een nieuw nationaal ruimtelijk beleid. De Unie van Waterschappen ziet de brief als een goede start voor de verdere uitwerking van de grote ruimtelijke opgaven en is blij dat water en bodem hierin goed zijn verankerd.



Uit de brief van 45 pagina’s wordt duidelijk gemaakt dat Nederland aan de vooravond staat van een grote verbouwing. Die grote verbouwing wordt in de brief uitgewerkt aan de hand van 3 ‘perspectieven’: landbouw en natuur, energie en circulaire economie en leefbare steden en regio’s. In deze perspectieven worden water en bodem als leidend principe gehanteerd. De Unie van Waterschappen is blij dat dit principe doorklinkt in de aanpak van het ministerie.

Water en bodem leidend

Hugo de Jonge, minister voor VRO: “In de herwaardering van het nationaal ruimtelijk beleid zullen water en bodem weer meer sturend zijn voor alle ruimtelijke plannen. Dat is in lange tijd niet zo geweest. Vanuit een eeuwenoud geloof in de maakbaarheid van het land, en geholpen door de voordelen van technologie, zijn het landschap en de ondergrond volledig naar de hand gezet. Dit heeft veel gebracht maar de kwalijke gevolgen hiervan zijn niet langer te ontkennen: wateroverlast, bodemdaling, verdroging, bodem- en waterverontreiniging, hittestress en biodiversiteitsverlies, die nog eens versterkt worden door de klimaatverandering.”

De grenzen van het watersysteem zijn op veel plekken bereikt. Daarvoor is het belangrijk dat water een sturende factor is in de ruimtelijke inrichting van Nederland. Niet alles kan meer overal. De Unie van Waterschappen vindt het belangrijk dat het Rijk op nationaal niveau keuzes maakt en stevige handvatten aanbiedt voor lokale keuzes. Die handvatten voor ‘water en bodem sturend’ moeten concreet worden gemaakt, zodat ze bij de uitwerking van de woningbouwlocaties en in de vervolgstappen van het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) kunnen worden gebruikt.

Check op klimaatbestendigheid

In de brief wordt een versnelling aangekondigd voor de woningbouw. In 2030 moeten er 900.000 nieuwe woningen zijn gerealiseerd. Voor deze projecten wordt in oktober van dit jaar een ‘realitycheck’ gepresenteerd, waarin getoetst wordt of de nieuwbouwprojecten aan de eisen van volume, tempo, kwaliteit én klimaatbestendigheid voldoen.

NPLG en NOVEX

Voor het landelijk gebied wordt een pakket van doelen en maatregelen per provincie opgesteld. Dit wordt verder uitgewerkt in het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG). De plannen voor het landelijk gebied worden ook in oktober verwacht. In 16 gebieden stapelen de opgaven zich dusdanig op, dat er sprake is van een ingrijpende herinrichting. Deze gebieden worden als NOVEX-gebieden aangeduid en het Rijk wil daar actief meewerken aan het realiseren van de doelen.

> Lees de brief van Hugo de Jonge hier

Motie over woningbouwopgave aangenomen

24 mei 2022

In de Tweede Kamer is op 24 mei een motie van ChristenUnie en CDA aangenomen over de sturende rol van water en bodem. Met hun motie benadrukken de partijen het belang van water en bodem bij de woningbouwopgave.



In het coalitieakkoord is afgesproken dat water en bodem sturend moeten zijn voor de ruimtelijke planvorming. De oproep van deze motie is dat er bij verdere ontwikkeling van de woningmarkt rekening wordt gehouden met het bouwen door heel Nederland waarbij water en bodem een sturende rol hebben.

Ruimte voor water

De Unie van Waterschappen is blij dat deze motie is aangenomen. Om Nederland veilig en bewoonbaar te houden is het noodzakelijk dat water en bodem leidend zijn in ruimtelijke keuzes. Klimaatverandering leidt tot het steeds vaker voorkomen van extreem weer, met toenemende periodes van droogte en wateroverlast. We worden geconfronteerd met zeespiegelstijging, verzilting en bodemdaling. Om het hoofd te bieden aan deze uitdagingen is meer ruimte voor water nodig.

Druk op de ruimte

Tegelijkertijd is de druk op de ruimte voor onder meer woningbouw, de energietransitie, natuur en landbouw groot. Er zijn ingrijpende keuzes nodig in de ruimtelijke inrichting van Nederland. De waterbeheerder moet vanaf het allereerste begin bij die keuzes betrokken worden. We kunnen water en bodem niet meer zomaar naar onze hand zetten. We moeten ons aanpassen aan de veranderingen in het klimaat.   

Klimaatbestendig nieuwe normaal

Daarom willen de waterschappen dat klimaatbestendig het nieuwe normaal wordt. Er moeten snel slimme en waterbewuste keuzes worden gemaakt. Belangrijk is dat hierbij opgaven in het ruimtelijk domein aan elkaar worden verbonden.

Neerslag verwacht; droogte nog niet voorbij

18 mei 2022

Het neerslagtekort is afgelopen week verder toegenomen. De droogte heeft vooral gevolgen voor de landbouw en natuur in gebieden waar geen water kan worden aangevoerd en die volledig afhankelijk zijn van regen voor hun watervoorziening, zoals in delen van Zeeland en de hoge zandgronden in het oosten en zuiden van Nederland. Vanaf vrijdag wordt een periode met neerslag verwacht.



Het neerslagtekort is zeer hoog voor de tijd van het jaar. Dat zorgt ervoor dat de bovengrond droog is in grote delen van het land. De grondwaterstanden in diverse regio’s zijn laag en dalen, vooral op de hoge zandgronden en maar ook in andere gebieden. Waterschap De Dommel breidt daarom bijvoorbeeld de beregeningsverboden in hun gebied uit en heeft ook een vaarverbod ingesteld. Ook andere waterschappen in Brabant en Gelderland hebben onttrekkingsverboden uit oppervlaktewater ingesteld.

Water vasthouden

Om het water in de sloten beter vast te houden, zet Waterschap Limburg zandzakken in. Ook hebben zij, net zoals andere waterschappen, het waterpeil opgezet om water vast te houden. Rijkswaterstaat heeft om diezelfde reden het peil in het IJsselmeer en het Markermeer verhoogd.

Droogte houdt nog wel even aan

De verwachte neerslag in de komende week zal een verbetering van de situatie geven, maar is nog niet voldoende om de gevolgen van de droogte op te heffen. De waterschappen en Rijkswaterstaat monitoren de ontwikkelingen nauwgezet.

Waterkwaliteit en dijken

De waterschappen ervaren ook steeds meer waterkwaliteitsproblemen door de droogte. Zo zijn er meer meldingen van blauwalg en hebben verschillende waterschappen al zwemverboden ingesteld. Ook worden in West Nederland de droogtegevoelige dijken extra in de gaten gehouden. Zo inspecteert het hoogheemraadschap van Delfland sinds deze week nauwlettend de meest droogtegevoelige keringen in het gebied.

Staat van Ons Water 2021: Water en bodem leidend voor ruimtelijke plannen

19 mei 2022

Minister Harbers van Infrastructuur en Waterstaat heeft op 18 mei in de Staat van Ons Water stilgestaan bij het belang van water en bodem als leidend principe voor de ruimtelijke ordening. De Staat van Ons Water is de jaarlijkse rapportage over de ontwikkelingen in het waterbeleid



Om overlast door extreme buien of droogte te beperken, moeten water en bodem sturend zijn in ruimtelijke plannen. Door preventief de juiste keuzes te maken kan schade door te veel of te weinig water worden voorkomen Bijvoorbeeld door bijvoorbeeld klimaatbestendig te bouwen. Dat staat in de Staat van Ons Water 2021.

Water en bodem sturend

Recent verschenen er rapporten van het Interdepartementaal Beleidsonderzoek Ruimtelijke Ordening, de Studiegroep Ruimtelijke Ordening en het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Ook deze rapporten onderschrijven dat water en bodem sturend moeten zijn voor het omgevingsbeleid. In 2022 wordt er gewerkt aan verdere invulling van dit sturende principe, dat ook is opgenomen in het regeerakkoord.

Ruimte voor water

Klimaatverandering leidt tot het steeds vaker voorkomen van extreem weer, met meer periodes van droogte en wateroverlast. We worden geconfronteerd met zeespiegelstijging, verzilting en bodemdaling. Om het hoofd te bieden aan deze uitdagingen is meer ruimte nodig voor water. Tegelijkertijd is de druk op de ruimte voor onder meer woningbouw, de energietransitie, natuur en landbouw groot.

Wat doen de waterschappen?

De waterschappen doen steeds meer om water vast te houden voor droge tijden, zoals het inrichten van waterbergingsgebieden. Er zijn daarnaast ingrijpende keuzes nodig in de ruimtelijke inrichting van Nederland. De waterbeheerder moet vanaf het allereerste begin bij die keuzes betrokken worden. We kunnen water en bodem niet meer zomaar naar onze hand zetten. We moeten ons aanpassen aan de veranderingen in het klimaat. De waterschappen willen dat klimaatbestendig inrichten het nieuwe normaal wordt. Ze pleiten daarom voor nationale kaders waarbij dit concreet wordt afgedwongen. Ook willen de waterschappen dat opgaven slim worden gecombineerd. Verder pleiten ze samen met de drinkwaterbedrijven voor het in balans brengen van de vraag en het aanbod van water.

Klimaatverandering en woningbouw

Op 12 september organiseren de Unie van Waterschappen en de Vereniging van Waterbedrijven in Nederland (Vewin) een Waterpoort, een debatavond in Perscentrum Nieuwspoort. Op deze avond komen de gevolgen van klimaatveranderingen voor de woningbouw aan de orde. Aanmelden kan vanaf juli.

De Staat van Ons Water 2021

De Staat van Ons Water is een gezamenlijke rapportage van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, de Unie van Waterschappen, de Vereniging van Waterbedrijven in Nederland, het Interprovinciaal Overleg en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.

> Lees de Staat van ons Water 2021

Effecten zeer droog voorjaar steeds zichtbaarder

10 mei 2022

Het is droog in Nederland. Waterschappen en Rijkswaterstaat houden de situatie nauwlettend in de gaten en nemen maatregelen waar nodig. Zo wordt in diverse gebieden extra water vastgehouden en worden waterpeilen verhoogd. In het zuiden van het land zijn diverse onttrekkingsverboden voor grond- en oppervlaktewater van kracht.



Het neerslagtekort in Nederland is hoog en zal de komende periode verder toenemen. Het KNMI verwacht de komende 2 weken weinig neerslag, en de temperaturen gaan omhoog. De Rijn en de Maas hebben een lage afvoer. Mogelijk komt de afvoer van de Rijn eind deze week onder de 1400 m3/s bij Lobith. Toch is er nu nog voldoende water beschikbaar om in de watervraag te voorzien. De vooruitzichten zijn dat de droogte aanhoudt en de rivierafvoer van de Rijn blijft dalen. De waterschappen en Rijkswaterstaat monitoren de ontwikkelingen nauwgezet.

Lage grondwaterstanden

Grondwaterstanden zijn vooral in het zuiden van het land laag. Waterschappen en Rijkswaterstaat nemen maatregelen om water vast te houden. Het peil van het IJsselmeer en Markermeer wordt gestuurd op NAP -0,15 m in plaats van NAP-0,20 m. Hiermee is de zoetwatervoorraad met circa 100 miljoen m3 water vergroot.

Extra stuwtjes

Bij waterschap Brabantse Delta zijn daarnaast ook al verschillende lokale onttrekkingsverboden ingesteld om de grondwaterstanden niet nog harder te laten zakken. Veel waterschappen hebben hun peilen opgezet en zorgen zo in deze droge tijden nog voor voldoende water. Ook hebben waterschappen, zoals De Dommel, extra stuwtjes geplaatst om het water beter vast te houden.

Droge toplaag

De droogte zorgt vooral voor een droge toplaag van de bodem. Dit heeft ook invloed op sommige dijken. Daarom heeft Wetterskip Fryslân de dijken in haar gebied al geïnspecteerd op bijvoorbeeld scheurvorming.

Waterkwaliteitsproblemen

Ook zijn er lokaal al enkele waterkwaliteitsproblemen. Zo kampt waterschap Scheldestromen met beginnende verzilting. Bij Wetterskip Fryslân, het hoogheemraadschap van Delfland en waterschap Rijn en IJssel is de eerste blauwalg geconstateerd. Waterschap Amstel, Gooi en Vecht heeft een scherm geplaatst in de Geer om zout water uit de Kromme Mijdrecht terug te dringen, zodat zoet water kan worden ingelaten bij de Vinkeveense Plassen.

Droogtemonitor

De actuele stand van zaken rond de droogte is bij te houden via de online Droogtemonitor. De droogtemonitor is een product van de Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling van het Watermanagementcentrum Nederland (WMCN-LCW) met bijdragen van de waterschappen, Rijkswaterstaat, het KNMI, de provincies, het ministerie van LNV en Vewin.

Bekijk de droogtemonitor

Wat doen waterschappen tegen de droogte?

6 mei 2022

Het is droog in Nederland. Al weken valt er geen regen. Het neerslagtekort is volgens de Droogtemonitor al opgelopen tot 62 millimeter. Ook het grondwater is op veel plekken verder weggezakt, vooral in het zuiden van Nederland.



Opmerkelijk genoeg is er de afgelopen 3 maanden juist meer regen gevallen dan normaal: 209 millimeter in plaats van 160 millimeter. Februari was namelijk een zeer natte maand. Er is gemiddeld dus genoeg water, alleen niet altijd op het juiste moment en op de juiste plaats.

Vasthouden en bufferen

Dat betekent dat de waterschappen niet alleen prioriteit moeten geven aan het aan- en afvoeren van water, maar ook aan het vasthouden en bufferen van water. De waterschappen werken dan ook hard aan dat laatste. Ze kiezen er bijvoorbeeld vaker voor om de waterpeilen langer hoog te houden en minder water af te voeren.

Waterberging

Ook worden er steeds meer waterbergingsgebieden aangelegd, zodat regenwater beter kan worden opgevangen. Zo heeft waterschap Drents Overijsselse Delta in de gemeente Staphorst 19 kilometer aan sloten verbreed en 4 hectare waterberging aangelegd. Ook zijn er 8 droogtestuwtjes gemaakt om de regen die valt langer vast te houden en hiermee het grondwater aan te vullen.

Waterinlaat

Waterschap Brabantse Delta heeft in Oosterhout en Moerdijk een ‘kraan’ om zoet water naar het West-Brabantse achterland te sturen. Dit is een waterinlaat waarmee het waterschap meer dan 3,5 duizend liter water per seconde uit het Hollandsch Diep naar sloten en rivieren kan sturen.

Subsidie

Daarnaast geven veel waterschappen, zoals waterschap Amstel, Gooi en Vecht, subsidies voor initiatieven om water op te vangen of vast te houden. Denk aan subsidies voor het afkoppelen van regenpijpen, de aanleg van een groen dak of de aanschaf van een regenton.

> Droogtemonitor (neerslag en verdamping)
> Droogteportaal (grondwaterstand)