Einde groeiseizoen, droogte nog niet voorbij

5 oktober 2022

Door de regen van de afgelopen weken loopt het neerslagtekort in Nederland terug. Verder is de watervraag flink afgenomen door het einde van het groeiseizoen van de landbouw. Ook nemen de waterkwaliteitsproblemen af door de dalende temperaturen.



Daarom hebben veel waterschappen de crisismaatregelen tegen droogte inmiddels afgeschaald. Zo zijn onder andere tijdelijke pompinstallaties ontmanteld. Echter zijn de grondwaterstanden in hoger gelegen gebieden van Nederland nog altijd laag. Daar zijn nog steeds onttrekkingsverboden voor het oppompen van grondwater en onttrekken van oppervlaktewater van kracht. Voor herstel van het grondwater is een langere periode van neerslag nodig.

De actuele droogtesituatie is te zien in de landelijke droogtemonitor

Crisissituatie voorbij

De waterschappen en Rijkswaterstaat hebben in de afgelopen maanden door het hele land maatregelen genomen om de wateraanvoer te verbeteren, om meer water vast te houden en om schade door droogte zoveel mogelijk te voorkomen. De organisatie van de waterverdeling is een samenwerking tussen Rijkswaterstaat, waterschappen, drinkwaterbedrijven, provincies en betrokken ministeries (LNV, EZK en IenW). Inmiddels is de acute crisissituatie afgeschaald en besloten dat het Managementteam Watertekorten (MTW) en de Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) niet meer bij elkaar hoeven te komen.

Blijvende aandacht voor verdroging

Vanwege klimaatverandering wordt het weer in Nederland steeds extremer en neemt de kans op droogte in het voorjaar en de zomer toe. De waterschappen voeren maatregelen uit om watertekorten, verzilting en verdroging tegen te gaan.

Ook waterschappen zien grenzen aan waterbeschikbaarheid

26 september 2022

Woningbouw, droogte, verzilting en bedrijven die steeds meer water verbruiken bedreigen de toegang tot drinkwater. Als Nederland niet snel maatregelen neemt, kan er in de toekomst niet overal drinkwater uit de kraan worden gegarandeerd.

Een bord waarop staat 'Waterwingebied' bij een beek in Deventer

Daarvoor waarschuwt de Vereniging van Waterbedrijven (Vewin) op 26 september in verschillende landelijke media. De Unie van Waterschappen onderstreept de conclusie van de drinkwaterbedrijven dat het watersysteem tegen grenzen aanloopt.

Toenemende watervraag

De drinkwaterbedrijven hebben te maken met een toenemende watervraag door bevolkingsgroei, economische groei en regionaal stedelijke uitbreiding. Daarom hebben alle drinkwaterbedrijven meer productiecapaciteit nodig, meldt de Vewin. Ook de waterschappen zien dat de beschikbaarheid van zoetwater onder druk staat.

Groeiende drinkwaterbehoefte

“Dat er water uit de kraan komt lijkt vanzelfsprekend, maar dat is het niet”, zegt Peter van der Velden, voorzitter van Vewin. “Het drinkwater van morgen vraagt vandaag al om extra maatregelen. Natuurlijk zetten wij in op bewust en zuinig drinkwatergebruik. Maar ons land groeit de komende 20 jaar met zo’n 1,5 miljoen inwoners en misschien nog wel meer. Dat betekent dat we voorbereid moeten zijn op een verder groeiende drinkwaterbehoefte. Daarmee willen en mogen we geen enkel risico nemen. Het gaat om belangrijke keuzes, waardoor de watersector ook op langere termijn robuust kan blijven.”

Water vasthouden

Een boodschap die ook de Unie van Waterschappen onderschrijft. Door de toenemende watervraag en een veranderend klimaat staat niet alleen het drinkwater, maar het totale watersysteem van grond- en oppervlaktewater onder druk. Voor de waterschappen betekent dit dat ze samen met partners in de regio meer water vasthouden om de watervoorraad te vergroten. Aan de andere kant onderzoeken ze ook hoe ze het watergebruik kunnen verminderen door water te besparen en alternatieve bronnen te benutten.

Water en bodem voorop

Rogier van der Sande, voorzitter van de Unie: “Om te voorkomen dat we onszelf klem zetten, moet het belang van goede zorg voor water en bodem voorop staan bij het watergebruik in Nederland en de keuzes voor ruimtelijke ontwikkelingen. Overheden en watergebruikers moeten anders leren omgaan met water. Samen met ondernemers en consumenten moeten we water gaan besparen. Dat geldt voor drinkwater, maar ook in bredere zin voor al het gebruik van ons grond- en oppervlaktewater.”

Toekomstbestendige watervoorziening

Daarom werken waterschappen samen met Rijk, provincies en gemeentes aan landelijke kaders om water en bodem sturend te maken voor ruimtelijke ontwikkelingen en een toekomstbestendige watervoorziening. Ook werken waterschappen samen met drinkwaterbedrijven, de agrarische sector en de industrie aan efficiënte systemen voor de watervoorziening. Ook kijken ze bijvoorbeeld naar alternatieve teelten en gewassen die beter tegen droogte en verzilting kunnen. Van der Sande: “Ook moeten we de bodemstructuur verbeteren en zorgen voor de aanleg van waterbuffers om regenwater tijdelijk in op te slaan en zo het water langer vast te houden.”

Vijf voor twaalf

In 2021 hebben de Vewin en de Unie van Waterschappen samen een aanbod geformuleerd voor het nieuwe kabinet (‘Water Verbindt’). In dit aanbod riepen ze het kabinet op om een nieuwe kijk op watermanagement te hanteren. “Om ook voor toekomstige generaties leefbaarheid en een hoge levensstandaard veilig te stellen, is het dan ook vijf voor twaalf om belangrijke keuzes te maken”, was ook toen al de boodschap van de Unie van Waterschappen en Vewin. Daarnaast komt eind dit jaar een advies van de Studiegroep Grondwater met aanbevelingen voor het grondwaterbeheer en de droogte.

Geen landelijk watertekort meer, droogte nog niet voorbij

21 september 2022

Door de regen van de afgelopen dagen loopt het neerslagtekort in Nederland terug. Als gevolg daarvan zijn sommige droogtemaatregelen niet meer nodig, omdat de aanvoer van water vanuit de lucht en de rivieren toeneemt. Omdat er geen landelijk watertekort meer is, is de landelijke crisisorganisatie, het Managementteam Watertekorten, dan ook afgeschaald. De problemen rond verzilting en lage grondwaterstanden zijn echter nog niet opgelost. Waterbeheerders blijven de situatie dan ook nauwlettend in de gaten houden.



Vanwege de verzilting zijn nog altijd schutbeperkingen van kracht waar de scheepvaart hinder van ondervindt en de verzilting wordt op verschillende locaties in het land nog nauwlettend in de gaten gehouden, bijvoorbeeld bij het IJsselmeer, het Brielse Meer en het Noordzeekanaal.

Lage grondwaterstanden

De lage grondwaterstanden leiden tot problemen voor de uitgedroogde natuur. Aangezien de aanvulling van die grondwaterstanden niet snel gaat, zullen deze problemen – zeker in de hoger gelegen gebieden – langdurig aanhouden. Voor herstel van de natuur is dan ook een langere periode van neerslag nodig. Veel onttrekkingsverboden uit oppervlaktewater in het zuiden en oosten en ook nog enkele onttrekkingsverboden grondwater in het oosten blijven om die reden van kracht.

De waterschappen en Rijkswaterstaat hebben in de afgelopen maanden door het hele land veel maatregelen genomen om de wateraanvoer te verbeteren, om meer water vast te houden en om schade zoveel mogelijk te voorkomen. De organisatie van de waterverdeling is een samenwerking tussen Rijkswaterstaat, waterschappen, drinkwaterbedrijven, provincies en betrokken ministeries (LNV, EZK en IenW).

Afschaling droogtecrisis

Inmiddels zijn een aantal droogtemaatregelen al afgebouwd. Deze week worden weer nieuwe maatregelen opgeheven. Daarbij gaat het om onder meer het ontmantelen van tijdelijke pompinstallaties die nodig waren om extra water aan te voeren. Verder is de watervraag voor de landbouw vrijwel weggevallen door het einde van het groeiseizoen. Door dalende temperaturen nemen ook de waterkwaliteitsproblemen in ernst en hoeveelheid af.

Het KNMI verwacht dat het neerslagtekort de komende weken verder zal afnemen. Daarom is door het Managementteam Watertekorten (MTW) besloten af te schalen naar niveau 1 en niet meer bij elkaar te komen. Dat schrijft minister Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) vandaag aan de Tweede Kamer. De Landelijk Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) blijft wel actief om de situatie en de nog nodige maatregelen voor de waterverdeling te monitoren.

Britten leren van Nederland over bodemdaling

23 februari 2022

Op vrijdag 18 februari hebben de waterschappen een webinar georganiseerd voor Britse wetenschappers, beleidsmakers en belangenorganisaties over veenweideproblematiek. De waterschappen willen graag kennis en ervaring over het beperken van bodemdaling en het terugdringen van CO2-uitstoot in veenweidegebieden uitwisselen met andere landen.



In het webinar werd kennis uitgewisseld over strategie, beleid, onderzoek en praktijkvoorbeelden op het gebied van bodemdaling en broeikasgasreductie in veenweide. Er werden presentaties gegeven door Douwe Jonker van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (over het Nederlandse beleid rond veenweide) en Gilles Erkens van Deltares (over onderzoek naar bodemdaling). Namens de provincies nam Marlies Feringa de Britse collega’s mee in de veenweidestrategie van de provincies en Marjan Holtman van het hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden vertelde over dilemma’s in het waterbeheer en situatie in de praktijk.

Veenweideproblematiek

Kennis uitwisselen over veenweideproblematiek is belangrijk, omdat de problemen zich opstapelen en ingrijpen snel nodig is. Veel regio’s in Nederland hebben te maken met bodemdaling. Bodemdaling kan veel gevolgen hebben. Woningen, wegen en rioleringen kunnen verzakken, wat leidt tot schade en waterproblemen. Ook is er een verband tussen bodemdaling en een hogere CO2- uitstoot. De oxidatie van veen zorgt namelijk niet alleen voor bodemdaling, ook komt er veel broeikasgas (CO2, methaan en lachgas) vrij. Dit vormt een probleem, aangezien Nederland met het klimaatakkoord juist streeft naar reductie van broeikasgassen.

Terugdringen broeikasgassen

Daarbij heeft Nederland niet alleen met bodemdaling te maken, maar ook met zeespiegelstijging. Wanneer het land daalt ten opzichte van het zee- of rivierniveau, neemt het overstromingsrisico toe. De Britse collega’s staan voor dezelfde uitdagingen en willen met name snel aan de slag met het terugdringen van broeikasuitstoot door bodemdaling.

Voortzetten Europees netwerk van kennisuitwisseling

Tijdens de klimaattop in Glasgow heeft het Nederlandse kabinet een voorstel ondertekend om een Europees netwerk op te zetten waarin kennis, beleid en strategie wordt gedeeld. De webinar met de Britten is een goede eerste uitwerking van deze internationale samenwerking. De Unie van Waterschappen heeft de Britse delegatie uitgenodigd om later in het voorjaar naar Nederland voor een werkbezoek om de kennisuitwisseling voort te zetten en uit te diepen.

Adviescommissie brengt aanbevelingen voor droogte in Noord-Brabant uit

15 september 2022

Onder leiding van voormalig minister Melanie Maas Geesteranus heeft een onafhankelijke adviescommissie op 15 september het rapport ‘Zonder water, geen later’ gepubliceerd. In dit adviesrapport wordt ingegaan op mogelijke oplossingen voor de droogteproblematiek in Noord-Brabant.

Droogte in Brabant. Koeien liggen op geel gras in de weide. Strak blauwe lucht.

Uit het rapport van de commissie blijkt dat de effecten van verdroging in Noord-Brabant ernstig en structureel zijn. Ook andere delen van ons land hebben te kampen met verdroging. Als het beleid niet verandert, staat ons een steeds drogere en onzekerder toekomst te wachten. Het is hoog tijd dat we een stevigere koers gaan varen om de balans tussen (te) nat en (te) droog te herstellen. Zo worden we weerbaarder tegen de droogte en kunnen we de zoetwatervoorraad op peil te houden. Om dit aan te pakken is niet alleen betrokkenheid van alle Brabantse waterpartners nodig, maar ook van inwoners, Rijk en Europa. Dit blijkt uit het rapport dat de onafhankelijke Adviescommissie Droogte op 15 september heeft gepresenteerd.

Eerste indruk Brabantse waterschappen

De Brabantse waterschappen zijn blij met het intensieve werk en het uitgebreide advies van de Adviescommissie Droogte. Hun eerste indruk is dat het een gedegen en evenwichtig rapport is, waarin alle relevante aspecten zijn opgenomen.

Concrete adviezen

Kees Jan de Vet, dijkgraaf bij Brabantse Delta en voorzitter van de Noord-Brabantse Waterschapsbond: “We gaan het rapport zorgvuldig bestuderen en samen bespreken wat de impact is voor ons en onze samenwerkingen. Voor nu en in de komende decennia. Daarbij hebben we niet alleen oog voor onze eigen opgaven. We kijken ook hoe we vanuit onze expertise kunnen helpen bij de opgaven van anderen. Het is fijn dat de commissie concrete adviezen heeft geformuleerd. Die helpen ons om er nog meer de schouders onder te zetten en sneller door te pakken.”

Droogteregisseur

De adviescommissie stelt onder meer voor een droogteregisseur aan te stellen. Die zorgt voor snelheid en verbindingen tussen de diverse partijen. Denk daarbij bijvoorbeeld aan waterschappen, provincies, gemeenten, drinkwaterbedrijven, agrariërs of industrie. De Brabantse waterschappen vinden het belangrijk dat al vanaf 1 januari 2023 een gezaghebbende droogteregisseur wordt aangesteld. Deze aanstelling wordt gedaan onder leiding van de provincie.

Grondwater en de waterschappen

In het rapport worden ook verschillende zaken genoemd rond het grondwaterbeheer in Noord-Brabant. De Unie van Waterschappen werkt met de 21 waterschappen aan een landelijke visie op grondwater. Daarin worden de bevindingen van de adviescommissie meegenomen.

Interbestuurlijke studiegroep

Daarnaast is er een landelijke interbestuurlijke studiegroep actief. Deze studiegroep geeft ook adviezen over het grondwaterbeheer in Nederland. De uitkomsten worden verwerkt in de grondwatervisie van de waterschappen. Naar verwachting wordt de grondwatervisie begin 2023 gepresenteerd. In deze visie komen de verschillende uitdagingen rond grondwater terug. Denk hierbij naast de droogte ook aan verontreiniging, bodemdaling en verzilting.

De adviescommissie Droogte

De onafhankelijke Adviescommissie Droogte in Noord-Brabant bestaat uit: Melanie Maas Geesteranus (CEO Porticus, voormalig Minister van Infrastructuur en Milieu), Annemieke Nijhof (directeur Deltares), Floris Alkemade (architect en voormalig Rijksbouwmeester), Pieter Tops (bestuurskundige en bijzonder hoogleraar Data Science en ondermijning JADS), Marijke Huysmans (hoofddocent grondwater Vrije Universiteit Brussel), Theo Koekkoek (ondernemer en commissaris bij o.a. VION, Efteling en Cosun).

Lees hier het volledige rapport.


Hevige buien lossen droogte niet op, waterschappen bereiden zich voor

7 september 2022

Er vallen regenbuien in Nederland. Als oplossing voor de droogte lijken deze buien heel welkom. Maar het is vooralsnog een druppel op een gloeiende plaat. De waterschappen hebben hun handen vol aan het opvangen van hoosbuien en de droogteproblemen zijn er helaas nog niet mee opgelost. Om de droogtesituatie te verbeteren is een periode van langdurige, geleidelijke neerslag nodig.



De komende weken verwacht het KNMI wisselvallig weer. Dit betekent dat het veel gaat regenen, maar in de vorm van buien. Waar die regenbuien precies vallen is lastig te voorspellen. Waterschappen staan daarom klaar om de regen zoveel mogelijk op te vangen om hun watersystemen aan te vullen. Ze moeten er tegelijkertijd ook rekening mee houden dat het water bij een enorme hoosbui moet worden afgevoerd om te voorkomen dat er wateroverlast optreedt. Dit vraagt 24 uur per dag om nauwgezet peilbeheer van de 21 waterschappen en anticiperen op de neerslagverwachtingen.

Harde bodem

Daarnaast is de toplaag van de bodem heel erg hard geworden door de droogte. Een grote hoeveelheid regen kan daarom niet goed worden opgevangen in de bodem. Dit kan leiden tot plaatselijke wateroverlast. Om de droogtesituatie te verbeteren is een periode van langdurige, milde neerslag nodig.

Kans op vissterfte

De hoosbuien vormen ook een risico voor de waterkwaliteit. De waterkwaliteit is door de droogte al verslechterd, maar een hoosbui kan nog een extra duit in het zakje doen. Door een fikse regenbui spoelt er namelijk vuil, zoals hondenpoep, olie en straatafval, van de kurkdroge straten het water in. Ook kunnen riolen zo’n grote hoeveelheid regenwater niet goed verwerken en kan rioolwater overstorten op vijver of sloten. Dat leidt ertoe dat het zuurstofgehalte in het water heel snel zakt. Dit kan bijvoorbeeld vissterfte als gevolg hebben.

Verzilting

Een ander waterkwaliteitsprobleem wat door de droogte is ontstaan, verzilting, kan wel op verlichting rekenen door de neerslag. Rijkswaterstaat houdt het verhoogde zoutgehalte op het IJsselmeer nog steeds nauwlettend in de gaten, omdat dit gevolgen kan hebben voor de drinkwatervoorziening in Noord-Holland.

Schade aan natuur

Een gunstige ontwikkeling voor de droogte is dat de watervraag vanuit de landbouw de komende tijd zal afnemen. Voor de natuur blijft de situatie door uitblijven van neerslag en uitzonderlijk lage grondwaterstanden zorgelijk. Voor zowel de planten- en de dierenwereld is er grootschalig sprake van schade als gevolg van de droogte. In de regionale watersystemen is er nog altijd sprake van droogvallende waterlopen en slechte waterkwaliteit (blauwalgen en botulisme) en vissterfte.

De ernst van de droogte blijft dus groot, waardoor de waterschappen en Rijkswaterstaat op grote schaal maatregelen hebben getroffen om de effecten van de droogte zoveel mogelijk te beperken. Voorbeelden van die maatregelen zijn het opzetten van de peilen en het plaatsen van noodpompen.

Waterschappen: denk bij plannen voor ruimtelijke ordening ook aan water

6 september 2022

Op 14 september staat in de Tweede Kamer een Commissiedebat Ruimtelijke Ordening gepland. De waterschappen willen dat water een centrale rol speelt in de plannen op het gebied van ruimtelijke ordening.



Er moet in Nederland veel gebeuren op het gebied van klimaat, water, stikstof, woningbouw, natuur en biodiversiteit. Al deze opgaven vragen ruimte en de druk op de ruimte is daarom hoog. Het rijk voert de regie op de ruimte via aparte nationale programma’s, zoals het Nationaal Programma Landelijk Gebied, woningbouw en de Regionale Energiestrategie. Deze programma’s worden verbonden door het programma NOVEX.

Startpakket

In oktober legt het rijk bij iedere provincie een ‘startpakket’ neer. Daarin staan de kaders en randvoorwaarden vanuit het rijk voor de uitvoering van de programma’s. De provincies gaan aan de slag met dat startpakket en maken een plan hoe de verschillende opgaven zoals woningbouw en natuur eruit komen te zien. De waterschappen vinden een aantal dingen belangrijk voor die plannen.

1. Water en bodem sturend

Water en bodem moeten sturend zijn bij ruimtelijke ordening én inrichting. Dat betekent dat er in de plannen voldoende ruimte moet zijn voor water: klimaatadaptatie, ruimte voor waterveiligheid en ruimte om wateroverlast en droogte te voorkomen.

2. Waterkwaliteit

Ook is het belangrijk dat er aandacht is voor waterkwaliteit. Om de doelen van de Kaderrichtlijn Water in 2027 te halen, moeten de plannen in het landelijk gebied bijdragen aan verbetering van de waterkwaliteit.

3. Betrokkenheid waterschappen

De waterschappen moeten vanaf het begin worden betrokken bij de plannen van de provincies.

4. Perspectief landbouwsector

De landbouw is een belangrijke partner in het gebied. De waterschappen vinden het daarom belangrijk dat deze sector perspectief krijgt en kan bijdragen aan de transitie van het landelijk gebied. De focus van de gebiedsgerichte aanpak moet op liggen het samen tot stand brengen van de nodige maatregelen om de natuur te verbeteren, de waterbeschikbaarheid te vergroten en de waterkwaliteitsdoelen te halen.

Lees de hele inbreng

Regen op komst, maar effecten droogte nog altijd groot

31 augustus 2022

Tijdelijk is er wat extra water aangevoerd op de Rijn. Daardoor waren er lokaal minder problemen voor de scheepvaart, en ging het iets beter met de verzilting en de wateraanvoer. In de gebieden waar geen water aangevoerd wordt, nemen de proberen door de droogte echter verder toe. Tot het weekend blijft het waarschijnlijk nog erg droog, maar de komende 2 weken neemt de neerslagkans toe.



Door regenval in de Alpen is er afgelopen week iets meer water via de Rijn in Nederland binnengekomen. Waterbeheerders hebben optimaal gebruik gemaakt van deze kans om water in Gelderland vast te houden. Het water wordt gebruikt voor wateraanvoer naar het achterland, vooral naar het gebied van waterschap Vallei en Veluwe. Maar ook om de scheepvaart op de IJssel door te kunnen laten gaan. Dit is gedaan door het peil bij de stuw Driel-Amerongen met 60 centimeter te verhogen. Op deze manier wordt de kleine ‘aanvoergolf’ goed benut.

Effecten op grote schaal merkbaar

Ondanks dat zijn de effecten van de droogte nog op grote schaal merkbaar. De grondwaterstanden zijn op veel plaatsen uitzonderlijk laag. Dat heeft grote effecten voor flora en fauna. Nog steeds vallen beken droog en verslechtert de waterkwaliteit. Wat de precieze schade is aan de natuur is op dit moment nog lastig te overzien. Onomkeerbare schade wordt helaas niet uitgesloten.

Maatregelen blijven van kracht

Eerder genomen maatregelen gericht op wateraanvoer en het vasthouden van water blijven grotendeels van kracht. De waterschappen blijven hun droogtegevoelige dijken en kades extra inspecteren. Waterschap Aa en Maas beregent zelfs lokaal in Cuijk de dijken om droogteschade tegen te gaan. Ook blijven er nog altijd in veel regio’s sproeiverboden gelden en hebben inmiddels 3 waterschappen ook onttrekkingsverboden voor grondwater ingesteld. Deze maatregelen worden genomen om verdere daling van het grondwaterpeil en onherstelbare schade aan de natuur te voorkomen.

Grondwater en droogte: hoe zit dat?

Dalende grondwaterstanden hebben dus grote gevolgen voor natuur en landbouw. Grondwater is onzichtbaar en het beheer ervan zeer complex. Daarom maakte de Unie van Waterschappen een video waarin de kansen en uitdagingen van grondwaterbeheer worden uitgelegd:

Droogteschade voor natuur en landbouw loopt op

24 augustus 2022

Ondanks de gevallen neerslag zijn de effecten van de droogte steeds meer zichtbaar. Het neerslagtekort is in de afgelopen dagen gestabiliseerd, maar zal naar verwachting weer toenemen door het uitblijven van neerslag van betekenis. De grondwaterstanden dalen verder. Er zijn hierdoor meer negatieve gevolgen voor de natuur en de landbouw.

Droogte in Brabant. Koeien liggen op geel gras in de weide. Strak blauwe lucht.

Door de aanhoudende droogte wordt het steeds moeilijker om het beschikbare zoete water goed te verdelen. Op grote schaal worden tijdelijke pompinstallaties ingezet om de wateraanvoer naar regionale watersystemen zo goed als mogelijk in stand te houden. Ook worden verschillende maatregelen genomen om de peilen hoog te houden, bijvoorbeeld door gezuiverd rioolwater in te zetten. Met onttrekkingsverboden uit oppervlaktewater en lokaal ook grondwater proberen de waterschappen zoveel mogelijk de watervoorraad voor kwetsbare natuur te beschermen. De verwachte toename van de Rijnaanvoer verbetert tijdelijk de mogelijkheden om zoet water aan te voeren. Na het weekend van 27 en 28 augustus zal de Rijnaanvoer echter weer afnemen.

Gevolgen voor flora en fauna

De neerslag die op diverse plaatsen in Nederland is gevallen, heeft de ernstige droogtesituatie in de natuur en landbouw niet kunnen verbeteren. In alle gebieden zonder wateraanvoermogelijkheden is op steeds grotere schaal sprake van droogval van beken en sloten. Deze droogval en nog verder dalende grondwaterstanden hebben grote gevolgen voor flora en fauna, waarbij verschillende diersoorten het zwaar hebben. Waterschappen organiseren samen met hengelsportverenigingen overzetacties om vissen te redden van de droogval. De waterkwaliteit is daarnaast verder verslechterd. Dit is bijvoorbeeld terug te zien in een toename van het aantal meldingen van blauwalg. Dit vertaalt zich door in meer negatieve zwemadviezen.

Mindere oogst

In de hogere delen van Nederland is voor enkele gewassen het groeiseizoen voorbij. De droogte en de genomen maatregelen, zoals onttrekkingsverboden, zorgen voor een verminderde oogstopbrengst. De verwachte toename van de Rijnaanvoer heeft naar verwachting maar beperkt effect op natuur en landbouw.

Droogtegevoelige dijken

Daarnaast heeft de aanhoudende droogte ook invloed op de stabiliteit van veendijken. Deze veendijken worden extra geïnspecteerd door de waterschappen en waar nodig worden reparaties uitgevoerd. Het aantal droogtegevoelige veendijken neemt in Nederland overigens af. De waterschappen bekleden de veendijken met een kleilaag, zodat ze beter weerbaar worden tegen perioden van droogte.

“Aanvoergolfje” op de Rijn

Door regenval in de Alpen komt er deze week iets meer water via de Rijn in Nederland. Waterbeheerders maken gebruik van deze kans om water in Gelderland vast te houden. Het water wordt gebruikt voor wateraanvoer naar het achterland (met name het gebied van waterschap Vallei en Veluwe) en om scheepvaart op de IJssel door te kunnen laten gaan. Op deze manier wordt de kleine “aanvoergolf” goed benut.

Meer informatie over de actuele droogtesituatie is te vinden in de online droogtemonitor.

Minister De Jonge: ‘Klimaatbestendig bouwen kán’

3 februari 2022

Het is belangrijk om de klimaatcrisis, de woningcrisis, de stikstofcrisis en de biodiversiteitscrisis in samenhang op te lossen. Dat is één van de antwoorden van minister Hugo de Jonge van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) op Kamervragen van de Partij voor de Dieren.



In december stelde deze partij de minister vragen over woningbouw en klimaatverandering. Aanleiding was het tweede advies over woningbouw en klimaatadaptatie van Deltacommissaris Peter Glas en het artikel daarover in het Financiële Dagblad.

Nieuwe woningen

De Partij voor de Dieren maakt zich zorgen dat er 820.000 nieuwe woningen worden gebouwd op plekken met het risico op extreem weer, pieken in de rivierafvoer of een stijgende zeespiegel, en stelde daarover vragen. Minister de Jonge van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) heeft die vragen nu beantwoord.

Klimaatbestending bouwen

De minister zegt dat de meeste Nederlanders nu eenmaal in voor klimaatverandering gevoelige gebieden wonen. En net in die gebieden is er grote behoefte aan betaalbare woningen. Volgens de minister kan dat: door klimaatbestendig te bouwen en de meest kwetsbare plekken te mijden.

Deltacommissaris

Hoe de minister dat gaat doen, laat hij in dit eerste kwartaal weten in een reactie op het advies van de Deltacommissaris. In die reactie zal staan hoe de overheid aan de slag gaat met de uitdaging om snel betaalbare woningen te bouwen en daarbij rekening te houden met de gevolgen van klimaatverandering.

Nationale maatlat

Daarnaast werken de ministeries van VRO, Infrastructuur en Waterstaat en LNV dit jaar samen aan een nationale maatlat. Die maatlat maakt duidelijk wat klimaatadaptief bouwen is en gaat over thema’s als hitte, wateroverlast en overstroming, droogte, klimaatbestendigheid en biodiversiteit.

Water en bodem sturend

De minister benadrukt nogmaals dat in het coalitieakkoord staat dat water en bodem sturend moeten worden in ruimtelijke planvorming. Bij de locatiekeuze wordt gekeken wat past vanuit het bodem- en watersysteem. Daarbij wordt rekening gehouden met andere belangen die een rol spelen bij woningbouwontwikkeling.

Kosten

De waterschappen zijn blij met de vermelding in het coalitieakkoord dat water en bodem sturend moeten worden in ruimtelijke ontwikkeling. Zij wijzen erop dat niet-klimaatbestendig bouwen op lange termijn tot veel meer kosten leiden.

> Lees alle vragen en antwoorden