Goede uitgangssituatie droogteseizoen 2023

29 maart 2023

Op 1 april start officieel het droogteseizoen. Van de afgeslopen 5 zomers waren er in Nederland 4 zeer droog, maar de uitgangssituatie voor het droogteseizoen in Nederland is goed. Dat komt door de relatief natte wintermaanden en door de maatregelen van de waterbeheerders om water vast te houden. Dit is gunstig voor de scheepvaart-, landbouw-, natuur- en drinkwatersector.

Dempen van sloten

Het landelijke beeld is dat de grondwaterstanden grotendeels zijn hersteld: ze zijn op de meeste plekken rond of boven gemiddeld. Waterschappen hebben in de winter de waterpeilen op veel plekken hoog gehouden om zo veel mogelijk water vast te houden. Het oppervlaktewater van kanalen, sloten, beken en meren is op peil. De waterkwaliteit is op orde. Er is voldoende water beschikbaar om zoutindringing tegen te gaan. Regionaal kunnen er nog wel enkele probleemsituaties zijn met het grondwater, bijvoorbeeld in Brabant.

Watervoorraad goed

De watervoorraad in Nederland is goed. De watervoorraad in de stroomgebieden van de Rijn en Maas is redelijk. De stuwmeren in de Alpen zijn goed gevuld. De sneeuwvoorraad is echter kleiner dan gemiddeld. De afvoer bij Lobith is hierdoor de komende maanden gevoelig voor snelle dalingen tijdens perioden met minder neerslag in het stroomgebied van de Rijn.

Normale hoeveel neerslag verwacht

Tot 2 april wordt er geregeld neerslag verwacht, zowel in Nederland als in de stroomgebieden van de Rijn en Maas. Voor de komende periode verwachten we een normale hoeveelheid neerslag. De verwachtingen voor de rivierafvoeren zijn de komende weken hoger dan gemiddeld.

Start droogteseizoen

Op 1 april start dus officieel het droogteseizoen. Dit betekent onder meer dat de waterbeheerders de droogtesituatie continu monitoren. Als er sprake is van (dreigende) droogte of neerslagtekort, wordt er wekelijks een droogtemonitor over de actuele stand van zaken gedeeld.

Droogtemonitor

De droogtemonitor is een product van de Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling van het Watermanagementcentrum Nederland (WMCN-LCW) met bijdragen van de waterschappen, Rijkswaterstaat, het KNMI, de provincies, het ministerie van LNV en Vewin.

>Droogtemonitor

Waterschappen: maak haast met landelijke kaders water en bodem sturend

24 maart 2023

Op 27 maart bespreekt de Tweede Kamer de beleidsbrief water en bodem sturend in een notaoverleg. Als voorbereiding op dit overleg sprak de Unie van Waterschappen meerdere waterwoordvoerders uit de Kamer. In die gesprekken is de zorg van de waterschappen besproken dat water en bodem sturend naar de achtergrond verdwijnt.

huizen-aan-het-water

Zet water en bodem op één

Uitstellen van het aanpakken van de natuur, waterkwaliteit klimaatverandering is niet langer mogelijk. De nationale kaders over water en bodem sturend zijn daarom een belangrijke voorwaarde. De Kamerbrief moet snel omgezet worden in landelijke wetgeving en regionale afspraken in de gebiedsprogramma’s van het Nationaal Programma Landelijk Gebied. Ook in andere ruimtelijke plannen zoals woningbouw zou water en bodem sturend leidend moeten zijn. De waterschappen blijven daar bij het Rijk op aandringen.

Kom sneller met landelijke kaders

Tot 2025 stelt het Rijk nog geen verplichte landelijke kaders. De waterschappen roepen het Rijk op om sneller met landelijke wetgeving te komen. Zo worden verschillende regels per provincie, per waterschap, of zelfs per gemeente voorkomen. De locaties van woningbouw staan volgens eerdere brieven van het Rijk tot 2025 vast. De waterschappen benadrukken dat het economisch belang niet leidend mag zijn. De inrichting en woningen moeten klimaatbestendig zijn op de plek waar gebouwd wordt.

Waterschappen: de grenzen zijn bereikt

Rogier van der Sande, voorzitter van de Unie van Waterschappen: “Water en bodem staan in Nederland onder druk en op veel plekken zijn de grenzen bereikt. We hebben veel te lang gezegd: als het niet kan zoals wij vinden dat het moet, dan zorgen we wel voor een technische oplossing voor water- en bodemvraagstukken. Dat houdt op. Sterker: soms kúnnen we het technisch niet eens meer oplossen. Maar het is ook vanuit maatschappelijk oogpunt financieel niet meer verantwoord. In plaats van ons land en watersysteem aan te passen aan onze wensen, moeten wij ons aanpassen aan de grenzen die bodem en water aan ons stellen.”

Waterschappen willen water en bodem ook sturend in Nationaal Programma Landelijk Gebied

25 januari 2023

Op 1 februari is in de Tweede Kamer een commissiedebat over het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG). De waterschappen hebben hun visie op het NPLG naar de Kamer gestuurd.



De overheid wil vóór 2030 de natuur ruimte bieden voor herstel en versterking, de kwaliteit van water en bodem verbeteren, en meer doen tegen klimaatverandering. Het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) gaat op zoek naar oplossingen per gebied. Dat doet het programma samen met provincies, waterschappen, gemeenten en maatschappelijke partners, (agrarisch) ondernemers, grondeigenaren en grondgebruikers.

Water en bodem als basis

De Unie van Waterschappen vindt dat de kaders van het rijk voor het water- en bodemsysteem de basis moeten vormen voor de inrichting van het landelijk gebied. Ze willen dat de vraagstukken rond grondwater, waterkwaliteit, verdroging, verzilting, wateroverlast en bodemdaling expliciet in de gebiedsprogramma’s worden meegenomen. Het in balans brengen van aan- en afvoer van (grond)water is daarbij erg belangrijk. De waterschappen zijn benieuwd of de minister kan garanderen dat ‘watervraagstukken’ in de gebiedsprogramma’s staan en dat hierop wordt getoetst.

Nationale kaders nodig

De waterschappen vinden het ook belangrijk dat maatregelen doelgericht en in samenhang worden gekozen. Ze zien als risico dat maatregelen voor het ene doel (stikstof), leiden tot achteruitgang op een ander doel (waterkwaliteit). De waterschappen rekenen op nationale kaders. Ze willen dan ook graag weten hoe de minister ervoor zorgt dat verandering van functiegebruik niet leidt tot een achteruitgang van de waterkwaliteit.

Doelen en kaders onduidelijk

De waterschappen vinden het jammer dat het rijk nog geen duidelijkheid geeft over bijvoorbeeld de verdeling van doelen per provincie en kaders die voortkomen uit het landbouwakkoord. Waterschappen ervaren de tijdsdruk die hieruit voortkomt als groot probleem. De processen moeten zorgvuldig zijn, maar doelen zoals die van de Kaderrichtlijn Water (KRW) moeten wel gehaald worden. De waterschappen hopen dan ook dat de minister snel duidelijkheid kan geven over de doelen en kaders.

KRW-doelen en de landbouw

De implementatie van de maatregelen uit het 7de Nitraatactieprogramma (NAP) en addendum zijn een stap in de goede richting. Maar ze geven niet de garantie dat de KRW-doelen vanuit de landbouw ook worden gehaald. De waterschappen zijn dan ook benieuwd of de minister kan garanderen dat de maatregelen uit het addendum worden uitgevoerd voor 2027.

Lees de hele inbreng

Waterschappen herkennen zich in eindadvies landelijke studiegroep Grondwater

20 december 2022

Het eindadvies van de landelijke studiegroep Grondwater is verschenen. Het advies en de daarin opgenomen aanbevelingen worden besproken in de commissie Watersystemen van de Unie van Waterschappen. Het advies van de studiegroep wordt ook gebruikt als input voor de op te stellen Grondwatervisie van de waterschappen. Doel is dat deze visie klaar is voor de start van het nieuwe droogteseizoen, 1 april 2023.

Een medewerker van het waterschap meet de grondwaterstand in een peilbuis

De waterschappen herkennen zich in de hoofdlijnen van het advies van de Studiegroep Grondwater. Ze sluiten aan bij de ambities van de waterschappen voor de aanpak van de grondwaterproblematiek. Het is belangrijk om de waterbalans in het (grond)watersysteem te herstellen, grondwater en onttrekkingen beter in beeld te krijgen en het waterbewustzijn van Nederlanders te vergroten.

Water en bodem sturend

Het advies over grondwater vraagt niet alleen wat van waterbeheer. Het vraagt ook om aanpassingen in land- en watergebruik en ruimtelijke functies. Grondwater moet als onderdeel van ‘water en bodem sturend’ en het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) een plek te krijgen in de afweging van ruimtelijke ontwikkelingen in het stedelijke én landelijke gebied.

Uitvoeringsparagraaf

Het advies bevat nog geen uitvoeringsparagraaf. En die is wel heel belangrijk om de inhoudelijke aanbevelingen tot uitvoering te brengen. Die paragraaf wordt de komende maanden met de partijen uit de studiegroep uitgewerkt. De Unie van Waterschappen werkt daar graag aan mee.

Het (grond)watersysteem is uit balans

Het grondwaterbeleid van de waterschappen is gericht op het in stand houden van de grondwatervoorraad, het beschermen van de grondwaterkwaliteit en het tegengaan van nadelige effecten door grondwater(onttrekkingen). De droogte van de afgelopen jaren zijn aanleiding om het grondwaterbeleid te herijken en waar nodig aan te passen. Door de toename van de onttrekkingen en de stijgende watervraag in combinatie met de afnemende waterbeschikbaarheid staat het watersysteem en de watervoorraad onder druk. In deze video zie je wat de problematiek inhoudt.

Ruimte voor water essentieel in startpakketten NOVEX

13 december 2022

De minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, Hugo de Jonge, presenteerde op 12 december de ‘provinciale startpakketten voor de fysieke leefomgeving’. De Jonge vraagt hiermee aan de provincies om nationale opgaven voor woningbouw, natuur, landbouw en energie ruimtelijk te vertalen naar de regio. De waterschappen vinden het positief dat de minister de regie neemt op ruimtelijke ordening en water en bodem hierin goed verankerd zijn.



De provincies gaan komend jaar een basis leggen voor de ruimtelijke keuzes die nodig zijn om de nationale doelen in te passen en te combineren met de regionale opgaven en ambities. Waterschappen willen, vanuit hun kennis van en verantwoordelijkheid voor het watersysteem, meewerken aan de provinciale ‘ruimtelijke puzzels’. Het is belangrijk dat er bij de verbouwing van Nederland ruimte is voor water. Dat nog niet alle doelen (vooraf) helder en concreet zijn, maakt de puzzel extra complex. Bijvoorbeeld door het ontbreken van het landbouwakkoord.

Water en bodem sturend voor ruimtelijke keuzes

De waterschappen benadrukken dat ruimtelijke keuzes moeten worden gemaakt op basis van het water- en bodemsysteem. Dat is nodig om het hoofd te bieden aan de toenemende wateroverlast, droogte, verzilting en bodemdaling. Water heeft de komende decennia ruimte nodig, vanwege zeespiegelstijging, grotere afvoer rivieren en extremere piekbuien. Het is belangrijk (ver) vooruit te kijken en de lange termijnverwachtingen en -ontwikkelingen mee te nemen bij de grote verbouwing van Nederland.

Woningbouw

Het is cruciaal dat water en bodem ook sturend zijn voor woningbouw. Zowel bij de locatiekeuze, de inrichting (bijvoorbeeld van een nieuwe wijk) als de bouwwijze. Het is bemoedigend dat het ministerie een richtinggevend kader voor locatiekeuze en een maatlat groene klimaatadaptieve gebouwde omgeving ontwikkelt, in afstemming met de waterschappen. Deze maatlat heeft als doel gebieden klimaatbestendiger te ontwikkelen door klimaatadaptief te bouwen.

Startpakketten en het programma NOVEX

Klimaatverandering, water, stikstof, woningbouw, natuur, biodiversiteit. Er komen veel opgaven op ons af. De druk op de ruimte is groot en de opgaven zijn complex. Voor de opgaven zijn er ruim 20 aparte nationale programma’s, zoals het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG), woningbouw, de Regionale Energiestrategie (RES). Voor al deze trajecten heeft het rijk bepaald dat het water- en bodemsysteem de onderlegger is. Dit principe geeft waterschappen een stevige basis om samen met provincies en gemeenten te werken aan een klimaatrobuuste inrichting van Nederland, onder meer in de ruimtelijke puzzel NOVEX.

Het programma NOVEX verbindt de nationale programma’s en geeft aan hoe het Rijk regie voert op de ruimte. Het Rijk wil dat doen op basis van een goede interbestuurlijke samenwerking. Dat moet leiden tot een gedeeld beeld van de opgaven, heldere voorwaarden en concrete uitvoeringsafspraken. De startpakketten zijn hierin een belangrijkste eerste stap. Deze startpakketten bevatten de doelen, kaders, randvoorwaarden en een planning. De provincies gaan hier de komende negen maanden mee aan de slag om tot een integraal ruimtelijk voorstel per provincie te komen. Ook organiseren ze het proces om tot zo’n plan te komen. Daarbij betrekken ze waterschappen, gemeenten en andere partijen. VNG, IPO en de Unie van Waterschappen hebben gezamenlijk een handreiking gebiedsgericht werken opgesteld die provincies moet helpen bij dit proces.

Steun voor centrale rol van water bij ruimtelijke plannen

25 november 2022

Op 25 november heeft minister Mark Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) met een brief aan de Tweede Kamer de nationale kaders gepresenteerd voor ruimtelijke plannen: water en bodem sturend. Het kabinet geeft hiermee invulling aan de afspraak in het coalitieakkoord.



De Kamerbrief komt tegemoet aan het pleidooi van de waterschappen voor landelijke kaders op dit gebied. De waterschappen gaan, vanuit hun kennis van en verantwoordelijkheid voor het watersysteem, meewerken aan een regionale uitwerking van dit beleid in gebiedsprocessen en de verschillende ruimtelijke plannen.

Integrale aanpak en Rijkskaders voorwaardelijk

Rogier van der Sande, voorzitter van de Unie van Waterschappen: “Met de Kamerbrief water en bodem sturend wordt ons pleidooi landelijk concreet gemaakt. We blijven wel aandringen op een snelle verankering op landelijke wetgeving en op regionale borging in de gebiedsprogramma’s van het Nationaal Programma Landelijk gebied (NPLG). Dat doen we ook in andere ruimtelijke plannen voor bijvoorbeeld woningbouw en energie, waarin de provincies een stevige rol krijgen. Hiervoor is een integrale aanpak een vereiste. Een mogelijke versnelling op thema’s zoals stikstof en woningbouw mag geen aanleiding zijn om van dit principe af te stappen. Er is tegelijkertijd een waterkwaliteitsvraagstuk op te lossen”.

Een samenhangend pakket voor het landelijk gebied

Naast de Kamerbrief water en bodem sturend heeft het kabinet ook (proces)brieven over stikstof en landbouw naar de Kamer gestuurd, als een samenhangend pakket over de grote opgaven in het landelijk gebied. De nationale kaders over water en bodem sturend zijn daarvoor randvoorwaardelijk. “Het aanpakken van de achteruitgang van de natuur, de waterkwaliteit en de aanpak van klimaatverandering dulden geen uitstel meer. Tegelijkertijd lukt dat alleen als de landbouwsector, als belangrijke partner in het gebied, perspectief op korte en lange termijn heeft en kan bijdragen aan de transitie van het landelijk gebied. Het is nodig dat daarbij uitgegaan wordt van de basis, het water- en bodemsysteem. De kabinetsplannen bieden een bemoedigende basis, het is een complexe puzzel en het past om hierin gezamenlijk verantwoordelijkheid te nemen”.

Water en bodem sturend

Nederlanders ervaren steeds meer dat de grenzen van het water- en bodemsysteem zijn bereikt. Dat komt door de gevolgen van klimaatverandering én doordat we ons land steeds intensiever gebruiken. Om te voorkomen dat we onszelf klem zetten, moet het belang van een gezond water- en bodemsysteem voorop staan en moeten we nu al rekening houden met de ruimtelijke randvoorwaarden die voor Nederland nodig zijn. In plaats van ons water- en bodemsysteem aan te passen aan onze wensen, is het nodig dat wij ons gaan aanpassen aan de grenzen die water en bodem aan ons stellen. Zodat we ook in de toekomst, met een ander en grillig klimaat kunnen blijven leven, wonen en werken.

Waterpoort over toekomstbestendig waterbeheer

8 november 2022

Op 7 november vond alweer de derde Waterpoort plaats. Een bijeenkomst in perscentrum Nieuwspoort in Den Haag waar de aanwezigen met elkaar in gesprek gingen over toekomstbestendig (drink)waterbeheer.



De Waterpoort werd georganiseerd door de Unie van Waterschappen en de Vereniging van drinkwaterbedrijven in Nederland Vewin. Niko Wanders, hydroloog en droogte-expert van de Universiteit van Utrecht opende de bijeenkomst. Hij benoemde 4 uitdagingen rond droogte.

Op de agenda houden

De eerste uitdaging is om te bepalen hoe de toekomst eruitziet. Een paar droge zomers achter elkaar is nu misschien nog toeval, maar de kans op zulke zomers wordt steeds groter. De tweede uitdaging is het zoeken naar oplossingen. Hoe pakken we de problemen aan? Een volgende vraag is hoe we het met z’n allen samen kunnen oplossen. En tot slot is het een grote uitdaging om de droogte op de agenda te houden. “Eén natte zomer, en iedereen is de droogte alweer vergeten”, zei Wanders.

Waterschaarste

Hij schetste ook de problematiek rond waterschaarste. De komende jaren worden er bijna een miljoen huizen gebouwd. En die moeten allemaal drinkwater hebben. Wanders opperde dat we misschien de waterschaarste kunnen oplossen door bijvoorbeeld afvalwater te gebruiken voor de land- en tuinbouw . “Dat maakt planten niet zoveel uit. Maar we weten niet of het kan. Daar is onderzoek voor nodig.”

Hergebruik afvalwater

Het panel dat daarna met elkaar en met de zaal in gesprek ging, ging ook in op het idee dat we moeten doorpakken op het hergebruik van afvalwater. Dit panel bestond uit Geeke Feiter, directeur Schade van het Verbond van Verzekeraars, Jelle Hannema, directievoorzitter van Vitens, Rubert Konijn, strategisch businessmanager Klimaat van het KNMI en Niko Wanders.

Gescheiden watersystemen

Zo vertelde Hannema dat Vitens met een aantal waterschappen kijkt of het mogelijk is om gezuiverd afvalwater (effluent) te gebruiken voor bedrijven die het dan kunnen gebruiken voor andere doeleinden dan drinkwater. Bijvoorbeeld als koelwater. Hij is ook voorstander van het gebruik van gescheiden systemen: één met drinkwater, en één met water om bijvoorbeeld de wc door te spoelen. Daarvoor moet wel het bouwbesluit worden aangepast.

Schade

Droogte én meer nattigheid brengt ook schade met zich mee. Boeren hebben een mindere opbrengst omdat ze hun gewassen niet kunnen beregenen. Huizenbezitters zien hun woningen verzakken en bij overstromingen lopen huizen onder. Wie betaalt dat? Geeke Feiter: “Wij betalen dat met z’n allen. Aan belasting, aan verzekeringspremies. Daarom moeten we een klimaatadaptief land worden dat klaar is voor de klimaatverandering.”

Waarschuwingssysteem

Rubert Konijn denkt dat de schade beperkt kan worden door het ‘early warning syteem’ waar het KNMI aan werkt. Zo weet je eerder wanneer het (te) droog of (te) nat wordt en kun je nog iets doen om schade te voorkomen. “Een goede waarschuwing betekent minder schade.”

Samen doen

De aanwezigen in de zaal waren het er over eens dat ‘we’ aan de slag moeten en dat we dat vooral samen moeten doen. Hannema verwoordde het zo: “Laten we gewoon beginnen. De waterschappen en de drinkwaterbedrijven moeten samen kleinschalig beginnen met kleine projecten. Denk groot, voel de urgentie, maar maak het behapbaar.”

Waterpoort: het belang van water en bodem bij de woningbouwopgave

30 september 2022

Op 29 september vond de tweede editie van de Waterpoort plaats in Perscentrum Nieuwspoort. Samen met Vewin, de vereniging van drinkwaterbedrijven, organiseerde de Unie van Waterschappen een paneldiscussie over het belang van water en bodem bij de woningbouwopgave.

Mensen in zaal kijken naar panelleden in het midden

Gespreksleider Elisabeth van den Hoogen opende de Poort met een kort interview met Maxime Verhagen, voorzitter van Bouwend Nederland. Verhagen ging daarbij in op waarom bodem en water sturend veel betekent voor de bouwsector. “Veel maatschappelijke opgaven vragen om ruimte. Zoveel ruimte dat we eigenlijk bijna 2 keer het gebied van Nederland nodig hebben” legde Verhagen uit. Daarbij moet bij de inrichting van de ruimte veel meer dan ooit rekening gehouden worden met klimaatadaptatie. Je moet alleen nog wel onder NAP kunnen bouwen, vond Verhagen. Zolang maar goed nagedacht wordt over hoe daar gebouwd wordt.

Nationale sturing

Er staat nog een grote maatschappelijke opgave voor ons, concludeerde Verhagen. Bij deze opgave wil hij dan ook veel meer nationale sturing wat betreft waar te bouwen. Er is een nationale visie nodig hoe Nederland in 2040 eruitziet en wat dat betekent voor de ruimtelijke ordening. Verhagen vroeg daarbij nadrukkelijk om een nationale visie, omdat de totaliteit in het oog moet worden gehouden.

Laura Bromet, Tweede Kamerlid GroenLinks, gaf aan dat zij in de vorige bestuursperiode bij de toenmalige minister van Infrastructuur en Waterstaat om een visie heeft gevraagd. Toen werd dat niet nodig geacht, maar gelukkig kijkt men daar nu heel anders naar, zei Bromet.

Aanpassing Bouw- en Drinkwaterbesluit

Peter van de Velden, voorzitter van Vewin, gaf aan zowel het Bouw- als Drinkwaterbesluit te willen aanpassen. Veel innovatieve oplossingen zijn namelijk pas mogelijk als deze besluiten aangepast worden. Van der Velden kon hier rekenen op bijval vanuit Laura Bromet en Peter Glas, de Deltacommissaris. Desiree Uitzetter, voorzitter van de Vereniging van Nederlandse Projectontwikkeling Maatschappijen (NEPROM), zag niet meteen de oplossing in de aanpassing van deze besluiten. Uitzetter verwacht de oplossing meer in het gebied zelf te vinden.

Spanning tussen tempo en klimaatbestendigheid

Duidelijk voor alle aanwezigen was dat er een spanning bestaat tussen het tempo van de woningbouwopgave en klimaatbestendigheid. Rogier van de Sande, voorzitter van de Unie van Waterschappen, zei bang te zijn dat snelheid leidend wordt in de woningbouwopgave en pas wordt gekeken naar klimaatadaptief na 2030. Pieter Grinwis, Tweede Kamerlid ChristenUnie, gaf aan juist nu goed te willen handelen, omdat de nood zo hoog is.

Volgende Waterpoort

De volgende Waterpoort is op maandag 7 november 2022. Deze gaat over toekomstbestendig (drink)waterbeheer.

‘Slappe bodem’ vraagt om ruimtelijke keuzes

10 oktober 2022

Op 6 oktober organiseerde platform Slappe Bodem het Nationaal congres bodemdaling op de Floriade in Almere. Dirk-Siert Schoonman, dijkgraaf van waterschap Drents Overijsselse Delta en bestuurslid van de Unie van Waterschappen, pleitte tijdens het congres voor een klimaatrobuuste inrichting van Nederland.



Ook Klazien Hartog, hoogheemraad van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, en Piet Boer, heemraad van waterschap Zuiderzeeland, waren het eens tijdens de paneldiscussie: het waterbodemsysteem moet sturend worden in ruimtelijke ontwikkelingen.

Goede zorg voor bodem en water

Waterschappen vinden het belangrijk dat bij herontwikkeling van een gebied ook rekening wordt gehouden met langetermijneffecten op bodemdaling, waterveiligheid, waterbeschikbaarheid en waterkwaliteit. Schoonman: “Het lukt lang niet altijd meer om technische oplossingen te vinden voor water- en bodemvraagstukken. Dat komt door klimaatverandering én doordat we ons land steeds intensiever gebruiken. Om te voorkomen dat we onszelf klem lopen, moet het belang van goede zorg voor water en bodem voorop staan.”

Waterbeschikbaarheid in beeld

“Grote maatschappelijke opgaven vragen immers ruimte”, aldus Schoonman. “En iedere vierkante meter in Nederland kan bijdragen aan klimaatrobuustheid. Dat is niet alleen een opgave voor de waterschappen. Als we de situatie in Nederland structureel willen verbeteren, moet er onder regie van het Rijk op elk vlak keuzes worden gemaakt. Met daarbij ruimte voor regionale en lokale uitwerking. Waterschappen moeten natuurlijk ook zelf aan de slag en lokaal waterbeschikbaarheid in beeld brengen met een waterbalans. Het vraagt van waterschappers dat ze naast het faciliteren van waterfuncties steeds vaker een taak hebben in het adviseren van de algemene democratie.”

> Meer over Platform Slappe Bodem

Netwerkdag Watercrisis viert 10 jaar samenwerking

7 oktober 2022

Water kent geen grenzen. En grenzen tussen organisaties vervagen tijden een crisis. Daarom is het voor de Nederlandse waterpartners belangrijk om de onderlinge relatie continue te onderhouden en te verbeteren. De jaarlijkse Netwerkdag Watercrises is hiervoor een uitgelezen mogelijkheid.



Tijdens dit netwerkevenement voor waterprofessionals uit de wereld van Nederlandse crisismanagement leren waterprofessionals elkaar en elkaars wereld nóg beter kennen. De Unie van Waterschappen organiseerde op 6 oktober samen met alle crisispartners de Netwerkdag 2022 bij het Watermanagementcentrum Nederland (WMCN) in Lelystad.

10 jaar samenwerking

Water wordt steeds onvoorspelbaarder en grilliger. Het kan morgen opeens anders zijn. Door een overstroming, door een lange periode van droogte of een ramp waarbij het water vervuild raakt. Volgens de klimaatschadeschatter kan de schade door wateroverlast, hitte en droogte in bebouwd gebied oplopen tot € 174 miljard in 2050. De droogte 2018 veroorzaakte 1 tot 1,5 miljard schade. Het WMCN is hiervoor al 10 jaar hét centrum voor kennis en informatie over het Nederlandse watersysteem. KNMI, Waterschappen, Rijkswaterstaat en Defensie werken hier samen, ook in tijden van crisis. Hoe belangrijk dat is, bleek vorig jaar tijdens het hoogwater in Limburg. En tijdens droge tijden ook lokaal als je kijkt naar de impact van bijvoorbeeld onherstelbare natuurgebieden. De samenwerking binnen het WMCN verdiend blijvende aandacht voor uitwisseling van medewerkers en gegevens tussen waterbeheerders.

Vanzelfsprekend

Tijdens de netwerkdag stonden diverse sprekers op podium. Rogier van der Sande, voorzitter van de Unie van Waterschappen, stond namens de waterschappen stil bij het 10- jarig bestaan en gaf alle aanwezigen een groot compliment. “Met het Watermanagementcentrum Nederland brengen we kennis en informatie over het Nederlandse watersysteem samen en werken Nederlandse waterbeheerders al tien jaar in dit verband samen op regionaal en landelijk niveau. Ook in tijden van crisis. Mede dankzij alle waterexperts is waterveiligheid voor veel Nederlanders vanzelfsprekend. Hun werk blijft voor veel Nederlanders vaak onzichtbaar en dat is eigenlijk een groot compliment.”