Tweede Kamer spreekt met waterschappen over funderingsschade

26 mei 2023

Op 25 mei vond in de Tweede Kamer een rondetafelgesprek plaats over funderingsproblematiek. Door onder andere dalende grondwaterstanden hebben steeds meer huiseigenaren schade door verzakkingen. Het aanpakken van de funderingen van huizen om verzakking tegen te gaan is erg duur. Dirk-Siert Schoonman van de Unie van Waterschappen sloot aan bij het rondetafelgesprek om deze problematiek te bespreken.

Huis aan water

Als het grondwaterpeil langere tijd lager dan normaal is, kan dit leiden tot funderingsschade. In Nederland is de huiseigenaar hiervoor financieel verantwoordelijk. Er zijn verschillende oorzaken voor funderingsschade. Zo kan het grondwater te laag zijn door te veel onttrekkingen, door te weinig regenval of door te weinig aanvoer van water via de rivieren. Ook het kunstmatig laag houden van het peil van het oppervlaktewater kan een oorzaak zijn van funderingsschade.

Verantwoordelijkheid funderingsschade

Dirk-Siert Schoonman, bestuurslid Unie van Waterschappen: “Op dit moment ligt de verantwoordelijkheid voor funderingsschade bij de huiseigenaar. De praktijk laat zien dat er echt te weinig handelingsperspectief is voor die huiseigenaar om hier zelf iets aan te doen. Daarom hebben de gezamenlijke overheden een verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat mensen niet met de vingers tussen de deur komen.”

Gezamenlijke aanpak vereist

Een landelijke gezamenlijke aanpak is belangrijk omdat het praktische onmogelijk is om per specifiek geval te bekijken waar de mogelijke oorzaak ligt. Het Nationaal Programma Aanpak Funderingsproblematiek voorziet hierin. Er is ook een landelijk loket waar woningeigenaren met funderingsschade zich kunnen melden en waar ze passende hulp krijgen: het landelijk kenniscentrum aanpak funderingsproblematiek. De deelnemers van het rondetafelgesprek noemden dit programma en kenniscentrum vaak.

Beslissen over peil oppervlaktewater

De waterschappen zijn verantwoordelijk voor het peilbeheer. Daarom werd er tijdens het rondetafelgesprek ook, door onder meer Laura Bromet (GroenLinks) en Hans Nijboer (PvdA), gewezen naar de waterschappen. De waterschappen nemen via een democratisch proces besluiten over het gewenste peil van het oppervlaktewater. In dit proces wegen ze verschillende belangen en behoeften in een gebied af. Het peil van het oppervlaktewater heeft invloed op de grondwaterstanden.

Geen kraantje om grondwater te regelen

Schoonman: “Door droogte of onttrekkingen in een gebied kan de grondwaterstand dalen, de waterschappen hebben dan geen kraantje om grondwater aan te vullen. Dat kan alleen indirect via de peilen van het oppervlaktewater. In geval van droogte is daar vaak niet voldoende water beschikbaar om waterstanden te verhogen. Met dalende grondwaterstanden en geen handelingsperspectief voor ons als waterbeheerder als gevolg.”

Voorkomen is beter dan genezen

Daarom vindt de Unie van Waterschappen het belangrijk dat in eerste plaats de oorzaak van de schade wordt aangepakt. Schoonman: “De oorzaak van dit probleem is niet helemaal weg te nemen: bij extreme droogte zullen grondwaterstanden blijven zakken en huizen staan nu eenmaal waar ze staan. We kunnen wel voorkomen dat er teveel water onttrokken wordt en schade in de toekomst beperken door goed naar de bodem te kijken voordat erop gebouwd wordt. Maak het water en -bodemsysteem leidend bij het bepalen waar je gaat bouwen: bouwen op een slappe bodem wordt afgeraden. En door water en bodem sturend te laten zijn voor de ruimte kunnen we meer doen.”

>Standpunt funderingsschade door grondwaterstanden

Waterpoort over grondwater, blik op de toekomst

23 mei 2023

Op 22 mei vond alweer de vijfde Waterpoort plaats. Een bijeenkomst in perscentrum Nieuwspoort in Den Haag waar de aanwezigen met elkaar in gesprek gingen over grondwater. Door klimaatverandering wordt het weer in Nederland steeds extremer en neemt de kans op droogte toe. Dit heeft gevolgen voor de hoeveelheid en de kwaliteit van ons grondwater. Bij de Waterpoort keken we met elkaar naar oplossingen en ideeën.

De Waterpoort zaal op 22 mei, met aan het woord Fahid Minhas.

De Unie van Waterschappen organiseerde samen met Vewin de Waterpoort over grondwater. Kamerlid Fahid Minhas (VVD), Marc Bierkens (hoogleraar geografische hydrologie Universiteit Utrecht) en Hans Kuipers (gedeputeerde provincie Drenthe) gingen onder andere in debat over de toekomst van grondwater.

Natte start droogteseizoen

10 mei 2023

De eerste maand van het officiële droogteseizoen is bijzonder nat verlopen. In heel Nederland zijn de grondwatervoorraden verder gevuld en wordt er door waterbeheerders veel gedaan om water op te slaan voor drogere tijden.



In april en begin mei is er in Nederland aanzienlijk meer regen gevallen dan gemiddeld. Alleen in 1988, 35 jaar geleden, was het tussen 1 januari en 7 mei natter. Er is dan ook voldoende water beschikbaar om aan de watervraag te voldoen. De grondwaterstanden zijn daarbij landelijk gezien gemiddeld tot hoog voor de tijd van het jaar.

Nationale regenton

Om beter voorbereid te zijn op een mogelijk watertekort in de zomer heeft Rijkswaterstaat in overleg met de waterschappen besloten om een verhoogd waterpeil aan te houden in het IJsselmeer en Markermeer. Het gaat om een 5 cm verhoogd peil van -0,15 m NAP. Hierdoor kan er nu extra water gespaard worden in deze nationale regenton voor drogere tijden.

Water vasthouden

Ook de waterschappen houden het water in hun gebied zo goed en lang mogelijk vast, met name op de hogere zandgronden. Dat doen ze het hele jaar door. Zij hanteren zo hoog mogelijke oppervlaktewaterpeilen en laten zoveel mogelijk water de grond in trekken. Ook nemen ze (droogte)maatregelen met bijvoorbeeld boeren, medeoverheden, (water)bedrijven, inwoners, landgoedeigenaren, bos-, natuur- en andere organisaties. Denk hierbij aan de herinrichting van beken, het stimuleren van afkoppelen, het infiltreren van regenwater en het hergebruik van gezuiverd rioolwater.

Structurele aanpak

Er is nu geen sprake van droogte, maar de ervaring van de waterbeheerders leert dat een paar droge en warme weken de situatie snel kunnen laten veranderen. Rijkswaterstaat en de waterschappen blijven dan ook alert. Daarnaast wordt er structureel gewerkt aan het vasthouden van water en het vergroten van de watervoorraad om te anticiperen op de steedse drogere zomers.

Een actueel beeld van de droogtesituatie in Nederland is te zien op de Droogtemonitor.

Elke nieuwe woning langs klimaatlat

19 april 2023

Alle nieuwe woningen in Nederland zullen vanaf nu klimaatbestendig moeten worden gebouwd. De bouw kan voortaan alleen doorgaan als de woningen voldoen aan de zogeheten ‘klimaatlat’. Dat betekent onder meer dat ze zo gebouwd worden dat ze ook bewoonbaar moeten blijven bij extreme regenbuien of periodes van droogte in de toekomst.



De Rijksoverheid heeft samen met provincies, gemeenten en waterschappen afgesproken dat de maatlat wordt gebruikt bij alle nieuwe woningbouwprojecten. Bouwers moeten bij de bouw van een woning rekening houden met de risico’s op overstromingen, wateroverlast, droogte, hitte en bodemdaling en de effecten op de biodiversiteit.

Bij elke baksteen

De waterschappen vinden de nieuwe maatlat essentieel voor de toekomst van Nederland. Rogier van der Sande, voorzitter van de Unie van Waterschappen: “Waterschappen zullen vanaf nu bij alle woningbouwprojecten betrokken worden om ervoor te zorgen dat deze woningen klimaatbestendig worden gebouwd. En waar dit niet het geval is, zullen we onmiddellijk aan de bel trekken bij betrokken gemeenten, provincies of het Rijk. Dit is het nieuwe normaal: bij elke nieuwe baksteen houden we rekening met de gevolgen voor water en bodem. Die bepalen of er gebouwd kan worden of niet en hóe we bouwen. Met elkaar gaan we ervoor zorgen dat Nederland echt klimaatbestendig wordt ingericht, omdat we alleen zo ook in de toekomst veilig kunnen wonen.”

Water en bodem

De maatlat Groene Klimaatadaptieve Gebouwde Omgeving is op 19 april bekrachtigd door minister Harbers van Infrastructuur en Waterstaat, minister De Jonge voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, minister Van der Wal voor Natuur en Stikstof en de medeoverheden. In de maatlat staan doelen, eisen en richtlijnen om bij de bouw van woningen rekening te houden met de gevolgen voor water en bodem, zoals in de brief ‘Water en bodem sturend’ aan de Tweede Kamer is opgenomen.

Nieuwbouw

Met de maatlat wordt het voor overheden, vastgoedeigenaren en de bouwsector duidelijk wat nodig is voor klimaatrobuuste en waterbestendige nieuwbouw. De maatregelen kunnen per locatie verschillen, afhankelijk van bijvoorbeeld de grondsoort en bebouwing in de omgeving. Regionale partijen wegen samen af welke slimme oplossingen waar nodig zijn. Er wordt nog gewerkt aan een kader om het water- en bodemsysteem goed mee te wegen bij de keuze of een locatie wel of niet geschikt is om te bebouwen.

Aangenomen moties Tweede Kamerdebat over water en bodem sturend

4 april 2023

Op 27 maart heeft de Tweede Kamer de beleidsbrief water en bodem sturend besproken in een notaoverleg. Naar aanleiding van dit debat over de rol van water in ruimtelijke plannen zijn op 4 april verschillende moties van Kamerleden aangenomen.



In aanloop naar het debat heeft de Unie van Waterschappen verschillende aandachtspunten gedeeld met de waterwoordvoerders in de Tweede Kamer. Met hen is de zorg van de waterschappen besproken dat het principe ‘water en bodem sturend’ naar de achtergrond dreigt te verdwijnen. De Unie van Waterschappen roept het Rijk daarnaast op om sneller met landelijke wetgeving te komen.

Geen tweedeling

Habtamu de Hoop (PvdA) wil voorkomen dat mensen met lage- en middeninkomens achterblijven in de minst toekomstbestendige woningen. Zijn motie verzoekt de regering om hierover met gemeenten, provincies en waterschappen in gesprek te gaan. Deze motie is aangenomen.

Geen bestemmingsplannen zonder structurerende keuzes

Ook de motie van Pieter Grinwis (ChristenUnie) haalde een meerderheid van de stemmen. Met deze motie wil Grinwis voorkomen dat er besluiten vaststaan waar we later spijt van krijgen. Dit door vóór 1 januari 2025 geen bestemmingsplannen en woningbouwprojecten vast te stellen, waarbij de structurerende keuzes op het gebied van water en bodem niet van toepassing zijn geweest.

Verworpen

De motie van Eva van Esch (Partij voor de Dieren) haalde het niet. Zij vroeg de regering om per uitgangspunt aan te geven wat, hoe, of en wanneer dit uitgewerkt en juridisch geborgd wordt. Ook wilde zij van de regering weten hoe de gebiedsplannen precies getoetst gaan worden op het principe ‘Water en Bodem sturend’.

Vernieuwde grondwatervisie waterschappen

De Unie van Waterschappen heeft haar visie op grondwater vernieuwd. In deze visie stellen de 21 waterschappen 4 gezamenlijke ambities voor grondwaterbeheer vast. Aanleiding voor deze nieuwe grondwatervisie is dat de beschikbaarheid van voldoende en kwalitatief goed grondwater de laatste jaren steeds meer onder druk komt te staan. Het grondwatersysteem is uit balans geraakt. Dit komt omdat er steeds meer vraag is naar grondwater, terwijl er door de toenemende droogte steeds minder water beschikbaar is.

Droogte

Grenzen van het watersysteem

“Omdat we steeds vaker met langdurige droogte te maken hebben, loopt ons watersysteem tegen de grenzen aan”, zegt Dirk-Siert Schoonman, bestuurslid van de Unie van Waterschappen. “Daarom moeten we naar een situatie toe waarin het vasthouden en infiltreren van water in evenwicht is met het afvoeren en onttrekken van water. Het grondwaterbeleid van de waterschappen levert daar een belangrijke bijdrage aan. Maar alle gebruikers, niet alleen de waterschappen, moeten hun steentje bijdragen om zuinig om te gaan met water en water en bodem voortaan sturend te laten zijn.”

De 4 gezamenlijke ambities zijn:

1. Grondwater in balans

Elke druppel telt. Het evenwicht in de waterbalans moet worden hersteld. Dit evenwicht ontstaat door neerslag, verdamping en aan- en afvoer van water. Waterschappen willen dat er minder grondwater wordt afgevoerd en onttrokken, met name rond gebieden die gevoelig zijn voor verdroging. Waterschappen willen ook de grondwatervoorraad aanvullen door regenwater zoveel mogelijk vast te houden en te infiltreren in de bodem. Om dit te kunnen doen zijn gezonde bodems nodig en ruimte om water op te vangen. Tot slot willen waterschappen het bewustzijn bij ondernemers en consumenten vergroten om zuinig om te gaan met (grond)water.

2. Goede grondwaterkwaliteit

Wat er niet in komt, hoeft er ook niet uit. Het voorkomen van verontreiniging heeft de voorkeur boven achteraf verwijderen. Waterschappen zetten zich in om vervuiling van grondwater te voorkomen en verwachten dat ook andere partijen zich tot het uiterste inspannen om dat te bereiken. Als grondwater verontreinigd is, moet de veroorzaker daarvan dit bij de bron aanpakken.

3. Voldoende middelen en kennis voor grondwaterbeheer

De beschikbare middelen voor grondwaterbeheer en de instrumenten die een waterschap ter beschikking heeft, zijn beperkt in vergelijking met de opgave. Daarom willen de waterschappen de komende jaren de capaciteit, middelen en kennis uitbreiden.

4. Grondwaterdata op orde

Waterschappen willen de registratie van het oppompen van grondwater verbeteren en de opgepompte hoeveelheid grondwater in beeld krijgen. Daarnaast willen ze afspraken maken met de provincies en gemeenten over het delen van data over bodem- en grondwaterverontreinigingen.

Grondwaterbeheer is complex

De verantwoordelijkheden voor grondwater zijn verdeeld over gemeenten, waterschappen, provincies en het Rijk, maar liggen deels ook bij huis- en terreineigenaren. Dat maakt dit onderwerp complex en vraagt om goede samenwerking. De landelijke Studiegroep Grondwater heeft 10 adviezen gegeven om de grondwaterproblematiek aan te pakken. De Unie van Waterschappen heeft deze adviezen opgenomen in de geactualiseerde grondwatervisie en werkt mee aan de uitvoering ervan.

Wat doen de waterschappen?

Waterschappen richten zich vooral op het in stand houden van de grondwatervoorraad, het beschermen van de grondwaterkwaliteit en het tegengaan van nadelige effecten door oppompen van grondwater. Ieder waterschap heeft hier beleidsregels voor opgesteld. De waterschappen zullen hun beleid toetsen aan de ambities uit de grondwatervisie en hun regels waar nodig bijstellen. Daarbij zijn er door de regionale verschillen op de hoog gelegen zandgronden andere afspraken en maatregelen nodig dan in de laag gelegen klei- en veengebieden van Nederland.

> Volledige geactualiseerde grondwatervisie van de 21 waterschappen

Goede uitgangssituatie droogteseizoen 2023

29 maart 2023

Op 1 april start officieel het droogteseizoen. Van de afgeslopen 5 zomers waren er in Nederland 4 zeer droog, maar de uitgangssituatie voor het droogteseizoen in Nederland is goed. Dat komt door de relatief natte wintermaanden en door de maatregelen van de waterbeheerders om water vast te houden. Dit is gunstig voor de scheepvaart-, landbouw-, natuur- en drinkwatersector.

Dempen van sloten

Het landelijke beeld is dat de grondwaterstanden grotendeels zijn hersteld: ze zijn op de meeste plekken rond of boven gemiddeld. Waterschappen hebben in de winter de waterpeilen op veel plekken hoog gehouden om zo veel mogelijk water vast te houden. Het oppervlaktewater van kanalen, sloten, beken en meren is op peil. De waterkwaliteit is op orde. Er is voldoende water beschikbaar om zoutindringing tegen te gaan. Regionaal kunnen er nog wel enkele probleemsituaties zijn met het grondwater, bijvoorbeeld in Brabant.

Watervoorraad goed

De watervoorraad in Nederland is goed. De watervoorraad in de stroomgebieden van de Rijn en Maas is redelijk. De stuwmeren in de Alpen zijn goed gevuld. De sneeuwvoorraad is echter kleiner dan gemiddeld. De afvoer bij Lobith is hierdoor de komende maanden gevoelig voor snelle dalingen tijdens perioden met minder neerslag in het stroomgebied van de Rijn.

Normale hoeveel neerslag verwacht

Tot 2 april wordt er geregeld neerslag verwacht, zowel in Nederland als in de stroomgebieden van de Rijn en Maas. Voor de komende periode verwachten we een normale hoeveelheid neerslag. De verwachtingen voor de rivierafvoeren zijn de komende weken hoger dan gemiddeld.

Start droogteseizoen

Op 1 april start dus officieel het droogteseizoen. Dit betekent onder meer dat de waterbeheerders de droogtesituatie continu monitoren. Als er sprake is van (dreigende) droogte of neerslagtekort, wordt er wekelijks een droogtemonitor over de actuele stand van zaken gedeeld.

Droogtemonitor

De droogtemonitor is een product van de Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling van het Watermanagementcentrum Nederland (WMCN-LCW) met bijdragen van de waterschappen, Rijkswaterstaat, het KNMI, de provincies, het ministerie van LNV en Vewin.

>Droogtemonitor

Waterschappen: maak haast met landelijke kaders water en bodem sturend

24 maart 2023

Op 27 maart bespreekt de Tweede Kamer de beleidsbrief water en bodem sturend in een notaoverleg. Als voorbereiding op dit overleg sprak de Unie van Waterschappen meerdere waterwoordvoerders uit de Kamer. In die gesprekken is de zorg van de waterschappen besproken dat water en bodem sturend naar de achtergrond verdwijnt.

huizen-aan-het-water

Zet water en bodem op één

Uitstellen van het aanpakken van de natuur, waterkwaliteit klimaatverandering is niet langer mogelijk. De nationale kaders over water en bodem sturend zijn daarom een belangrijke voorwaarde. De Kamerbrief moet snel omgezet worden in landelijke wetgeving en regionale afspraken in de gebiedsprogramma’s van het Nationaal Programma Landelijk Gebied. Ook in andere ruimtelijke plannen zoals woningbouw zou water en bodem sturend leidend moeten zijn. De waterschappen blijven daar bij het Rijk op aandringen.

Kom sneller met landelijke kaders

Tot 2025 stelt het Rijk nog geen verplichte landelijke kaders. De waterschappen roepen het Rijk op om sneller met landelijke wetgeving te komen. Zo worden verschillende regels per provincie, per waterschap, of zelfs per gemeente voorkomen. De locaties van woningbouw staan volgens eerdere brieven van het Rijk tot 2025 vast. De waterschappen benadrukken dat het economisch belang niet leidend mag zijn. De inrichting en woningen moeten klimaatbestendig zijn op de plek waar gebouwd wordt.

Waterschappen: de grenzen zijn bereikt

Rogier van der Sande, voorzitter van de Unie van Waterschappen: “Water en bodem staan in Nederland onder druk en op veel plekken zijn de grenzen bereikt. We hebben veel te lang gezegd: als het niet kan zoals wij vinden dat het moet, dan zorgen we wel voor een technische oplossing voor water- en bodemvraagstukken. Dat houdt op. Sterker: soms kúnnen we het technisch niet eens meer oplossen. Maar het is ook vanuit maatschappelijk oogpunt financieel niet meer verantwoord. In plaats van ons land en watersysteem aan te passen aan onze wensen, moeten wij ons aanpassen aan de grenzen die bodem en water aan ons stellen.”

Waterschappen willen water en bodem ook sturend in Nationaal Programma Landelijk Gebied

25 januari 2023

Op 1 februari is in de Tweede Kamer een commissiedebat over het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG). De waterschappen hebben hun visie op het NPLG naar de Kamer gestuurd.



De overheid wil vóór 2030 de natuur ruimte bieden voor herstel en versterking, de kwaliteit van water en bodem verbeteren, en meer doen tegen klimaatverandering. Het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) gaat op zoek naar oplossingen per gebied. Dat doet het programma samen met provincies, waterschappen, gemeenten en maatschappelijke partners, (agrarisch) ondernemers, grondeigenaren en grondgebruikers.

Water en bodem als basis

De Unie van Waterschappen vindt dat de kaders van het rijk voor het water- en bodemsysteem de basis moeten vormen voor de inrichting van het landelijk gebied. Ze willen dat de vraagstukken rond grondwater, waterkwaliteit, verdroging, verzilting, wateroverlast en bodemdaling expliciet in de gebiedsprogramma’s worden meegenomen. Het in balans brengen van aan- en afvoer van (grond)water is daarbij erg belangrijk. De waterschappen zijn benieuwd of de minister kan garanderen dat ‘watervraagstukken’ in de gebiedsprogramma’s staan en dat hierop wordt getoetst.

Nationale kaders nodig

De waterschappen vinden het ook belangrijk dat maatregelen doelgericht en in samenhang worden gekozen. Ze zien als risico dat maatregelen voor het ene doel (stikstof), leiden tot achteruitgang op een ander doel (waterkwaliteit). De waterschappen rekenen op nationale kaders. Ze willen dan ook graag weten hoe de minister ervoor zorgt dat verandering van functiegebruik niet leidt tot een achteruitgang van de waterkwaliteit.

Doelen en kaders onduidelijk

De waterschappen vinden het jammer dat het rijk nog geen duidelijkheid geeft over bijvoorbeeld de verdeling van doelen per provincie en kaders die voortkomen uit het landbouwakkoord. Waterschappen ervaren de tijdsdruk die hieruit voortkomt als groot probleem. De processen moeten zorgvuldig zijn, maar doelen zoals die van de Kaderrichtlijn Water (KRW) moeten wel gehaald worden. De waterschappen hopen dan ook dat de minister snel duidelijkheid kan geven over de doelen en kaders.

KRW-doelen en de landbouw

De implementatie van de maatregelen uit het 7de Nitraatactieprogramma (NAP) en addendum zijn een stap in de goede richting. Maar ze geven niet de garantie dat de KRW-doelen vanuit de landbouw ook worden gehaald. De waterschappen zijn dan ook benieuwd of de minister kan garanderen dat de maatregelen uit het addendum worden uitgevoerd voor 2027.

Lees de hele inbreng

Waterschappen herkennen zich in eindadvies landelijke studiegroep Grondwater

20 december 2022

Het eindadvies van de landelijke studiegroep Grondwater is verschenen. Het advies en de daarin opgenomen aanbevelingen worden besproken in de commissie Watersystemen van de Unie van Waterschappen. Het advies van de studiegroep wordt ook gebruikt als input voor de op te stellen Grondwatervisie van de waterschappen. Doel is dat deze visie klaar is voor de start van het nieuwe droogteseizoen, 1 april 2023.

Een medewerker van het waterschap meet de grondwaterstand in een peilbuis

De waterschappen herkennen zich in de hoofdlijnen van het advies van de Studiegroep Grondwater. Ze sluiten aan bij de ambities van de waterschappen voor de aanpak van de grondwaterproblematiek. Het is belangrijk om de waterbalans in het (grond)watersysteem te herstellen, grondwater en onttrekkingen beter in beeld te krijgen en het waterbewustzijn van Nederlanders te vergroten.

Water en bodem sturend

Het advies over grondwater vraagt niet alleen wat van waterbeheer. Het vraagt ook om aanpassingen in land- en watergebruik en ruimtelijke functies. Grondwater moet als onderdeel van ‘water en bodem sturend’ en het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) een plek te krijgen in de afweging van ruimtelijke ontwikkelingen in het stedelijke én landelijke gebied.

Uitvoeringsparagraaf

Het advies bevat nog geen uitvoeringsparagraaf. En die is wel heel belangrijk om de inhoudelijke aanbevelingen tot uitvoering te brengen. Die paragraaf wordt de komende maanden met de partijen uit de studiegroep uitgewerkt. De Unie van Waterschappen werkt daar graag aan mee.

Het (grond)watersysteem is uit balans

Het grondwaterbeleid van de waterschappen is gericht op het in stand houden van de grondwatervoorraad, het beschermen van de grondwaterkwaliteit en het tegengaan van nadelige effecten door grondwater(onttrekkingen). De droogte van de afgelopen jaren zijn aanleiding om het grondwaterbeleid te herijken en waar nodig aan te passen. Door de toename van de onttrekkingen en de stijgende watervraag in combinatie met de afnemende waterbeschikbaarheid staat het watersysteem en de watervoorraad onder druk. In deze video zie je wat de problematiek inhoudt.