Evaluatie gedragscode bestendig beheer en onderhoud

30 januari 2023

De Unie van Waterschappen heeft een evaluatie laten uitvoeren voor de gedragscode Wet natuurbescherming voor waterschappen, Bestendig beheer en onderhoud. Daaruit blijkt dat de gedragscode op hoofdlijnen goed werkbaar is, maar dat er mogelijkheden zijn voor verbetering.

Baggeren

Gedragscode is belangrijk voor waterschappen

De gedragscode is een voor de waterschappen onmisbaar instrument voor de uitvoering van veel voorkomende beheer- en onderhoudswerkzaamheden. Door te werken volgens de regels van de gedragscode dragen waterschappen bij aan natuurbehoud. Zonder gedragscode moeten de waterschappen ontheffing aanvragen voor werkzaamheden die effect kunnen hebben op beschermde dieren- en plantensoorten.

Behoefte aan duidelijkheid

Voor de evaluatie zijn vragenlijsten uitgezet bij waterschappen, aannemers, provincies en soortenbeschermingsorganisaties. Uit hun reacties blijkt dat er vooral behoefte is aan meer duidelijkheid. Dat kan helpen om de bruikbaarheid in het veld te verbeteren. Denk aan meer helderheid over ecologische werkprotocollen. Ook kan in de gedragscode nog duidelijker staan wanneer een activiteit onder beheer en onderhoud valt en wanneer onder kleinschalige ruimtelijke ingrepen. Uit de evaluatie blijkt verder dat muskus- en beverratten steeds vaker intrekken bij bevers. Daardoor zijn deze exoten lastig te bestrijden.

Waarom een gedragscode?

De Wet natuurbescherming zorgt voor de duurzame instandhouding van dier- en plantensoorten in Nederland. Deze wet heeft een aantal verbodsbepalingen. Hier kan een ontheffing voor worden aangevraagd. Dat is niet nodig als men werkt volgens een door de Minister van LNV goedgekeurde gedragscode. Veel voorkomende werkzaamheden die onder een gedragscode kunnen vallen zijn maaien, baggeren, snoeien en het onderhoud van waterkeringen of duikers.

Kamerleden bekijken drugsafvallozingen in Noord-Brabant

27 januari 2023

Op 27 januari hebben 2 Tweede Kamerleden een bezoek gebracht aan Noord-Brabant. Tijdens dit werkbezoek kregen zij meer te horen over de omvang en de impact van drugscriminaliteit en dumpingen van drugsafval in deze provincie.

bezoek kamerleden brabant rwzi

Lozingen van drugsafval kunnen bijvoorbeeld problemen opleveren op de rioolwaterzuiveringsinstallatie (rwzi). Soms moet een rwzi zelfs stilgelegd worden. De Kamerleden namen daarom een kijkje op de rwzi in Halsteren. Daar kregen ze een rondleiding, waarbij ook dijkgraaf Kees Jan de Vet van waterschap Brabantse Delta en watergraaf Erik de Ridder van waterschap De Dommel aanwezig waren. Zij gaven een toelichting over de gevolgen en de kosten van drugsafvaldumpingen voor de rioolwaterzuivering.

Betere financiële regeling

Afgelopen november werd al bekend dat het kabinet de vergoeding van opruimkosten na dumpingen van drugsafval voor particulieren en overheden verruimt. De waterschappen en provincies zijn daar blij mee. Door de verbeterde financiële regeling kan milieuschade aan bodem, grond en oppervlaktewater beter worden voorkomen. Er kan nu immers sneller worden gesaneerd.

Bezoek aan een drugsput

En dat dat hard nodig is, konden de Kamerleden met eigen ogen bekijken. Ze bezochten een drugsput in natuurgebied Brabantse Wal. Erik de Jonge, boswachter van Brabants Landschap, en Freek Pecht, landelijk coördinator politie synthetische drugs, vertelden er meer over.

Het werkbezoek werd georganiseerd door het Interprovinciaal Overleg IPO, de provincie Noord-Brabant en de Unie van Waterschappen. Aanwezige Kamerleden waren Eva van Esch (PvdD) en Roelof Bisschop (SGP).

Voorstel PFAS-verbod formeel ingediend in Europa

18 januari 2023

Op 13 januari hebben Nederland, Duitsland, Denemarken, Zweden en Noorwegen bij Europees chemicaliënagentschap ECHA samen de eerste, formele stap gezet voor een Europees verbod op PFAS.



De 5 landen dienden het een zogeheten ‘restrictievoorstel’ in. Doel van het restrictievoorstel is een verbod op het gebruik en de productie van deze stoffen, om daarmee de risico’s van PFAS voor mens en milieu te beperken. Dit zal het grootste stoffenverbod ooit zijn in Europa.

Ingewikkeld verbod

Het is een ingewikkeld verbod omdat er meer dan 10.000 soorten PFAS bestaan, toegepast in een veelvoud aan producten. Op 7 februari publiceert ECHA het voorstel voor het PFAS-verbod.

Proces in 3 fases

Er zijn 3 fases in het proces om te komen tot een PFAS-verbod. De eerste fase is op 13 januari afgerond: het indienen van een restrictievoorstel. Na de publicatie van het restrictievoorstel op 7 februari start de volgende fase: de openbare raadpleging door ECHA. Iedereen kan dan zijn of haar mening en informatie aanleveren. Daarna stelt ECHA een advies op. Dat is fase 2. In de laatste fase maakt de Europese Commissie een definitief voorstel, waar de lidstaten over stemmen. Daarna treedt het verbod formeel in werking. Waarschijnlijk is dat in 2025.

Wat vindt de Unie?

De Unie van Waterschappen onderstreept het belang van restrictiedossier PFAS. De waterschappen vinden een zo breed mogelijk verbod wenselijk. Hoe eerder de productie van PFAS gestopt kan worden hoe beter dit is voor de leefomgeving.

Europese samenwerking

Denemarken, Duitsland, Nederland, Noorwegen en Zweden werken sinds 2019 samen aan een voorstel voor een Europees verbod op PFAS (Per- en polyfluoralkylstoffen). Veel PFAS breken niet of nauwelijks af in het milieu. Ze kunnen schadelijke effecten op de gezondheid van mensen en schadelijk zijn voor de natuur.

Waterschappen blij met uitgebreide producentenverantwoordelijkheid

10 januari 2023

In de Tweede Kamer is er op 19 januari een schriftelijk overleg over een voorstel van de Europese Commissie voor de herziening van de richtlijn stedelijk afvalwater. De waterschappen geven graag hun visie op deze richtlijn.



De richtlijn is onderdeel van een pakket aan voorstellen dat moet leiden tot een betere bescherming van de waterkwaliteit en de volksgezondheid. Het gaat om modernisering van bestaande waterwetgeving in het kader van het ‘Zero pollution action plan’. Dat plan heeft de Europese Commissie eind oktober gepresenteerd.

Strengere normen voor lozing stikstof en fosfaat

De waterschappen vinden het herzieningsvoorstel voor de richtlijn stedelijk afvalwater belangrijk. Deze richtlijn schrijft voor aan welke eisen de inzameling en de behandeling van huishoudelijk afvalwater moet voldoen. Bij de herziening worden de normen voor de lozing van stikstof en fosfaat verscherpt.

Zuivering van medicijnresten

Daarnaast wordt voor alle grote rioolwaterzuiveringen een aanvullende zuivering van medicijnresten verplicht. Ieder jaar belandt minstens 190 ton medicijnresten in rivieren, kanalen, sloten. Daarvan verdwijnt 90 procent via de wc of het doucheputje. Deze stoffen zijn een risico voor de waterkwaliteit. De waterschappen zetten steeds stappen bij het zuiveren van deze stoffen uit het rioolwater. Maar ze vinden dat ook de farmaceuten een grotere verantwoordelijkheid moeten nemen.

Farmaceutische industrie moet meebetalen

Dat vindt de Europese Commissie ook. Die stelt voor om de kosten voor het verwijderen van medicijnresten mede te financieren met een bijdrage van de farmaceutische industrie. De waterschappen juichen dit voorstel toe. Zo komen de verantwoordelijkheid en de kosten voor het voorkómen van milieuschade bij de producent van stoffen te liggen.

Uitgebreide producentenverantwoordelijkheid

De waterschappen vinden dit een universeel principe dat voor alle stoffen moet gelden. Het is hoog tijd dat we ook de impact op het milieu in de prijs van producenten meerekenen en dat zij meer verantwoordelijkheid nemen. Dat geldt niet alleen voor de farmaceutische industrie en cosmetica. Het geldt voor alle vervuilingen: chemische industrie, pfas, plastics, rubber. Er verschijnen meer dan 20 miljoen nieuwe chemische stoffen per jaar. De waterschappen zijn blij dat het kabinet het voorstel voor deze zogenaamde uitgebreide producentenverantwoordelijkheid steunt.

Lees de inbreng van de Unie aan de Tweede Kamer

Frituurvet brengt schade aan riool rond Oud en Nieuw

28 december 2022

Na het bakken van oliebollen tijdens Oud en Nieuw, verdwijnt bij bijna 4 op de 10 Nederlanders het gebruikte frituurvet nog in de gootsteen of wc. Dat blijkt uit publieksonderzoek van de waterschappen. Oliebollenvet veroorzaakt grote problemen in leidingen en bij rioolwaterzuiveringen. De zuivering en afvoer van dit vet kost de waterschappen jaarlijks enkele miljoenen euro’s.



Wanneer frituurvet door de gootsteen wordt gespoeld, gaat het vet stollen en aan de binnenkant van leidingen zitten. Dit kan zorgen voor verstoppingen bij mensen thuis en op rioolwaterzuiveringen. Bij een verstopping thuis moet al snel een loodgieter gebeld worden. Waterschappen moeten vaak speciale bedrijven inhuren die het vet verwijderen uit de persleidingen en gemalen.

Kosten naar de inwoner

De zuivering en afvoer van oliebollenvet kost de waterschappen jaarlijks enkele miljoenen euro’s. De getallen verschillen per regio, maar een waterschap kan hier jaarlijks wel 2 ton aan kwijt zijn. Deze kosten worden via de waterschapsbelasting uiteindelijk door inwoners betaald.

Frituurvet recyclen

Uit onderzoek van de waterschappen blijkt dat 1 op de 5 Nederlanders meer zou willen bijdragen voor schoon water. Een goed voornemen voor het nieuwe jaar zou kunnen zijn om gebruikt frituurvet in een (oude) verpakking in te leveren bij de hiervoor bestemde recyclepunten. Zo worden niet alleen verstoppingen op de rioolwaterzuiveringen voorkomen, ook kan van gebruikt frituurvet biobrandstof van gemaakt worden, een vorm van groene energie.

Moties aangenomen over begroting Infrastructuur en Waterstaat

7 december 2022

Op 6 december zijn in de Tweede Kamer enkele voor de waterschappen relevante moties aangenomen. Ze gaan over de Kaderrichtlijn Water, circulaire economie, en water en bodem sturend.

Politieke beschouwingen 2022

Kaderrichtlijn Water

De motie van Fahid Minhas (VVD) gaat over de Kaderichtlijn Water. Hij verzoekt de regering per regio te inventariseren welke specifieke risico’s ervoor kunnen zorgen dat de KRW-doelen in 2027 niet worden gehaald. De waterschappen staan wel achter deze motie, maar deze regionale inventarisatie gebeurt al.

Transitie naar een circulaire economie

De motie van D66-er Kiki Hagen gaat over de transitie naar een circulaire economie. Zij vraagt om een circulaire-economiewet, omdat er nu weinig sturing wordt gegeven aan het grondstoffenbeleid in de wetgeving. De waterschappen steunen zo’n wet. Maar ze willen wel beter weten wat de wet precies gaat regelen en waar het een oplossing voor is. Ook moet duidelijk worden wat de relatie is met bestaande wetgeving, zoals de Wet Milieubeheer.

Water en bodem sturend

De derde motie die is aangenomen is van Eva van Esch van de Partij voor de Dieren. Zij vraagt het kabinet om bij de uitwerking van het principe ‘water en bodem sturend’ vrijblijvendheid zo veel mogelijk te vermijden. De waterschappen zien deze motie als steun voor de inzet van de waterschappen. Ze willen echter wel dat de ambitieuze keuzes van het kabinet ook landen in een afdwingbaar kader.

Tweede Kamer maakt zich zorgen over waterkwaliteit tijdens Wetgevingsoverleg Water

23 november 2022

Op 21 november stonden verschillende wateronderwerpen op de agenda in de Tweede Kamer tijdens het jaarlijkse Wetgevingsoverleg Water. Dit is een jaarlijks overleg over de wateronderdelen van de begroting van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.



De waterschappen brachten voorafgaand aan het overleg aandachtspunten in. Tijdens het overleg werd onder andere gesproken over de Kaderrichtlijn Water, water en bodem sturend en grondwateronttrekkingen. Binnenkort wordt het volledige verslag van het Wetgevingsoverleg Water op de website van de Tweede Kamer gepubliceerd. Hieronder alvast enkele aandachtspunten en moties die tijdens het overleg zijn besproken.

Kaderrichtlijn Water

Diverse Kamerleden uitten zorgen over de waterkwaliteit en het tijdig behalen van de doelen van de Kaderrichtlijn Water (KRW). Volgens D66 heeft de landbouw de sleutel in handen tot een goede waterkwaliteit. BBB en de PVV stelden dat dat vervuiling ook afkomstig is uit het buitenland. Ook vroegen verschillende partijen, waaronder GroenLinks, PvdA en SP, aandacht voor lozingen van gevaarlijke stoffen en het belang van toezicht en handhaving daarop. Daarnaast hadden leden aandacht voor de aanpak van medicijnresten in het water – en welke partijen daarin een rol zouden hebben.

De volgende moties over de KRW werden ingediend:

Grondwateronttrekkingen

De waterverdeling moet eerlijker, vinden een aantal Kamerleden. Niet alle onttrekkingen zijn vergunningplichtig. De VVD wil daarom een inventarisatie van vergunningplichtige activiteiten. D66 wilde van de minister weten of hij wil stoppen met het uitgeven van nieuwe vergunningen voor grondwateronttrekkingen. GroenLinks wil dat er minder water opgepompt wordt en dat er meer waterbergingen komen. En de ChristenUnie vindt de huidige vrijstelling van 10 kuub per uur te hoog.

De volgende moties over dit onderwerp werden ingediend:

Water en bodem sturend

Meerdere Kamerleden gaven aan het jammer te vinden dat de brief van het kabinet over water en bodem sturend er nog niet is. De VVD vroeg de minister of er al inzicht is in de gevolgen voor bouwen en het effect voor de landbouw. De PvdA wilde weten hoe de totale woningbouwopgave zich verhoudt tot het advies van de Deltacommissaris. De PvdD hoopt op keuzes en dat de KRW-doelen worden meegenomen.

Waterkwaliteit in sloten, vennen en grachten nog steeds onvoldoende

17 november 2022

Slechts 20 procent van de kleine wateren in Nederland krijgt een voldoende voor de waterkwaliteit. Dat blijkt uit het nieuwste burgerwetenschapsonderzoek ‘Vang de watermonsters’ en het validatieonderzoek door het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW).



Dit beeld is vergelijkbaar met de resultaten van hetzelfde onderzoek in de afgelopen 3 jaar en met het beeld uit de officiële waterkwaliteitsmetingen in grote wateren voor de Kaderrichtlijn Water (KRW).

Biodiversiteit in de knel

In totaal hebben 425 burgerwetenschappers 1680 sloten, vennen en grachten in Nederland gemeten. Op basis van nametingen concludeert NIOO-KNAW dat de waterkwaliteit van de Nederlandse oppervlaktewateren inmiddels langdurig onder druk staat. Het gevolg is dat ook de biodiversiteit in en rondom de Nederlandse wateren steeds verder in de knel komt.

Groeiende stroom stoffen

“We zien dat de verbetering van de waterkwaliteit helaas te langzaam gaat en dat er een groeiende stroom stoffen op ons afkomt,” zegt Sander Mager, bestuurder bij de Unie van Waterschappen. “De waterschappen hebben de afgelopen jaren veel herstelmaatregelen in en vlak aan het water genomen. Denk aan het aanleggen van bufferzones langs slootranden en natuurvriendelijke oevers. Ook zuiveren we het rioolwater steeds beter en efficiënter.”

Aanpak bij de bron

De waterschappen zien dat de waterkwaliteit sterk is verbeterd ten opzichte van enkele decennia geleden. “Maar de stagnering baart ons zorgen”, zegt Mager. “We moeten het probleem nog meer bij de bron aanpakken. Voorkom dat risicovolle stoffen in het water belanden. We zijn daarbij afhankelijk van de medewerking van bedrijven, boeren, ministeries, gemeenten en provincies. Een betere samenwerking tussen deze partijen is een belangrijke stap om de waterkwaliteit te verbeteren.”

Herstel leefgebieden

Om het Nederlandse water weer schoon en gezond te maken, moet er nog veel werk worden verricht. Zo is het belangrijk om leefgebieden voor planten en dieren te herstellen en blokkades voor vissen te verwijderen. Daarom nemen de waterschappen allerlei maatregelen, zoals de aanleg van vistrappen en natuurvriendelijke oevers, het opnieuw laten meanderen van beken en herstel van natuurlijke grondwaterstromen.

Goed beheer

Mike Dijkstra, projectmanager bij het hoogheemraadschap van Rijnland, benadrukt het belang van goed beheer: “Een ander, ecologisch beheer van oevers van sloten en andere watergangen kan een belangrijke stap zijn om de waterkwaliteit te verbeteren. Bij het jaarlijkse onderhoud is het belangrijk om gefaseerd de waterkant met rust te laten zodat de leefomgeving van libellen, insecten en vogels intact blijft. Om dichtgroeien te voorkomen, moet het periodiek onderhoud van sloten met respect voor planten en dieren gebeuren. Ook baggeren is belangrijk. Dit draagt bij aan een betere waterkwaliteit en zorgt ook voor grotere waterberging. Dat werkt ook positief door in tijden van watertekort of wateroverlast.”

Transitie landelijk gebied

Ook op andere vlakken wordt er gewerkt aan oplossingen. Om de natuur te herstellen, de waterkwaliteit te verbeteren, de stikstofproblematiek op te lossen en de gevolgen van extreem weer op te vangen is een transitie van het landelijk gebied nodig. Het door het Rijk gestarte Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG), ) moet daarin een belangrijke impuls zijn.

Samenwerking agrarische sector

Maar ook via samenwerking met de agrarische sector via het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer en maatwerkaanpak wordt gewerkt aan een betere waterkwaliteit. Daarnaast presenteerde de Europese Commissie onlangs een belangrijk pakket aan voorstellen dat moet leiden tot een betere bescherming van de waterkwaliteit en de volksgezondheid.

Vang de Watermonsters

Vang de Watermonsters is een project van onder meer Natuur & Milieu, 6 waterschappen, Nederlandse Waterschapsbank, ASN Bank en Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW). De 6 waterschappen zijn: Hoogheemraadschap van Delfland, hoogheemraadschap van Rijnland, hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard, waterschap Brabantse Delta, waterschap Hollandse Delta en Wetterskip Fryslân.

> Meer informatie op de website van Natuur & Milieu

Meer watermaatregelen in het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid

15 november 2022

Op 1 januari 2023 gaat het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) van start. Met het GLB werken Nederland en de andere lidstaten van de Europese Unie aan toekomstbestendige landbouw, het versterken van de natuur en een leefbaar platteland.

boerderij met weiland en sloot in vogelvluchtperspectief

Van 2023 tot 2027 biedt het GLB subsidies aan voor initiatieven die bijdragen aan deze doelen. Het nieuwe beleid richt zich op het ondersteunen van boeren die ervoor kiezen hun bedrijf verder te verduurzamen en te vernieuwen.

Nationaal Strategisch Plan

De Nederlandse invulling van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid staat in het Nationaal Strategisch Plan (NSP). Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), het Interprovinciaal Overleg (IPO) en de Unie van Waterschappen hebben vanaf 2019 aan de invulling van dat plan gewerkt.

Agrarische sector én natuur

Het NSP bevat maatregelen die bijdragen aan het behalen van doelen voor waterkwaliteit, klimaatadaptatie, biodiversiteit, bodem en kringlooplandbouw. De waterschappen vinden het belangrijk dat investerings- en beheermaatregelen voor het watersysteem ten goede komen aan de agrarische sector, het landelijk gebied én aan een robuuste natuur. Dat sluit ook aan bij de kaders die Europa daarvoor stelt.

Eco-regelingen

Voor de hele periode tussen 2023 en 2027 is er 4,7 miljard euro beschikbaar voor agrariërs en het agrarisch gebied. Dit geld is niet alleen afkomstig van de Europese Unie, maar ook van het Rijk, de provincies en de waterschappen. Een groot deel van het bedrag wordt besteed aan het steunen van boeren die innoveren, vernieuwen en bijdragen aan doelen voor biodiversiteit, bodem en lucht, klimaat, landschap en water. Dat gebeurt onder meer via de ‘eco-regelingen’. Daarmee wordt toekomstbestendig boeren beloond.

Relevante wateronderdelen in het NSP

De Kaderrichtlijn Water (KRW) en een duurzaam watersysteem dat bijdraagt aan klimaatmitigatie en -adaptatie zijn onderdeel van de voorgestelde verduurzaming van de landbouw. In vergelijking met het huidige GLB komen de watermaatregelen in meer onderdelen van het nieuwe GLB terug. Vooral het opnemen van relevante maatregelen op het gebied van water en bodem in de eco-regelingen zal naar verwachting effect hebben. Het is de verwachting dat veel agrariërs gebruik gaan maken van deze regeling, aangezien deelname tot een significant hogere hectarepremie leidt (tussen 60 en 200 euro per hectare bovenop de basispremie).

Voorbeelden

Er zijn een aantal concrete voorbeelden van maatregelen te noemen die bijdragen aan de wateropgaven. Denk aan:

  • Bredere bufferstroken langs het water, gewasrotatie, minimale bodembedekking (breder toepassen vanggewassen).
  • Stimuleren van rustgewassen, langjarig grasland en meerjarige teelt, biologische bestrijding.
  • Verbreding van de subsidieregeling Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb) voor klimaat en water, invulling bufferstroken, greppelinfiltratie, huidige pakketten waterkwaliteit/kwantiteit.
  • Herstel- en inrichtingsmaatregelen internationale doelen Nitraatrichtlijn en KRW, peilgestuurde drainage, klimaatadaptief watersysteem.
  • Investeringen voor modernisering, verduurzaming of precisielandbouw.
  • Gebiedsgerichte aanpak: integrale gebiedsontwikkeling zoals via het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer.

Ledenbrief

In oktober verscheen ook een ledenbrief over het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid per 2023.

Waterschappen leveren inbreng voor Wetgevingsoverleg Water

10 november 2022

Op 21 november staat in de Tweede Kamer het jaarlijkse wetgevingsoverleg Water op de agenda. De waterschappen geven de Kamerleden een aantal aandachtspunten mee.

huizen-aan-het-water

Water en bodem sturend

In het regeerakkoord staat dat water en bodem sturend worden in de ruimtelijke planvorming. Het landgebruik moet dus passen bij water en bodem. Er zijn echter plannen om te gaan bouwen in ‘overstroombaar’ Zuid-Holland. De waterschappen zijn benieuwd hoe zich dat verhoudt tot het uitgangspunt van water en bodem sturend. Hoe borgt de minister van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) dit uitgangspunt in de landelijke kaders voor de woningbouwopgave, maar ook voor het landelijk gebied?

Waterkwaliteit en opkomende stoffen

Er zijn concrete acties nodig om meer grip te krijgen op de uitstoot van gevaarlijke stoffen via indirecte industriële lozingen op de rioolwaterzuiveringen. De waterschappen zijn voorstander van een bronaanpak: wat er niet in komt, hoeft er ook niet uit. De waterschappen willen weten of de staatssecretaris van IenW aandacht heeft voor snelheid in de aanpak van gevaarlijke (opkomende) stoffen.

Waterkwaliteit en het NPLG

Waterkwaliteit is één van de opgaven van het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG). Voor de invulling van waterkwaliteit in de gebiedsgerichte aanpak zijn maatregelen nodig voor het verminderen van uitstoot van stoffen naar het oppervlaktewater. Denk aan stikstof, fosfor en gewasbeschermingsmiddelen. De waterschappen vragen hoe de minister van IenW ervoor zorgt dat de waterkwaliteitsopgaven binnen de aanpak van het NPLG worden uitgewerkt vóór deadline van de Kaderrichtlijn Water in 2027.

Herziening belastingstelsel waterschappen

Het ministerie van IenW werkt aan een wetsvoorstel dat de herziening van het belastingstelsel van de waterschappen mogelijk maakt. De waterschappen zijn tevreden over de inhoud van het wetsvoorstel. Uit de reacties in de recent afgeronde consultatie bleek dat het voorstel op brede steun kan rekenen. De waterschappen hopen op een voortvarend vervolg van het wetgevend traject, zodat ze met ingang van 2025 kunnen werken met het nieuwe stelsel.

> Lees de hele inbreng