Waterschappen: verbetering waterkwaliteit gedeelde verantwoordelijkheid

1 juni 2023

Op 7 juni staat het jaarlijkse commissiedebat Water in de Tweede Kamer gepland. Waterkwaliteit staat daar hoog op de agenda. De waterschappen brengen daarom graag hun visie op het verbeteren van de waterkwaliteit onder de aandacht.



De afgelopen jaren hebben waterschappen en andere partijen veel geïnvesteerd in het verbeteren van de waterkwaliteit. Ten opzichte van 30 jaar geleden is er dan ook veel verbeterd. Echter, de verbeteringen gaan steeds langzamer. Het intensieve grondgebruik in Nederland zet het water onder hoge druk, terwijl klimaatveranderingmet zware regenval en langdurige hitte en droogte, steeds meer invloed heeft op de waterkwaliteit.

Samenwerken op alle vlakken

Waterschappen kunnen de KRW-doelen halen, maar ze kunnen dit niet alleen. Ook de landbouw, industrie, overheid en inwoners spelen een rol. Waterkwaliteit is in de volle breedte een optelsom van stoffen, lozingen, emissies en bronnen. Er valt niet te kiezen waar de maatregelen uitgevoerd moeten worden: alle partijen moeten verantwoordelijkheid nemen en aan de slag.

Wat waterschappen doen

Waterschappen nemen verschillende maatregelen om de waterkwaliteit te verbeteren, zoals het aanleggen van vistrappen, het hermeanderen van beken en het herstellen van natuurlijke grondwaterstromen. Ze investeren ook in betere rioolwaterzuivering. Desondanks kunnen waterschappen met deze investeringen niet alle vervuilende stoffen, zoals PFAS, uit het water verwijderen. Alleen inzetten op zuivering is dus niet de oplossing.

Om meer inzicht en grip te krijgen op vervuilende stoffen, investeren waterschappen in een goede samenwerking bij vergunningverlening, toezicht en handhaving. De vergunningen voor directe lozingen zijn actueel. Voor indirecte lozingen werken waterschappen graag samen met gemeenten en omgevingsdiensten.

Deltaplan Agrarisch Waterbeheer onderdeel van gebiedsprocessen

De belangrijkste probleemstoffen zijn nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen. Samen met onder meer de agrarische sector werken de waterschappen samen om de waterkwaliteit en -kwantiteit te verbeteren, met behoud van een perspectiefvolle bedrijfsvoering. Dit gebeurt onder andere in het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW). Waterschappen adviseren om het DAW op te nemen in de gebiedsprocessen van het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG). Op deze manier kunnen er meer maatregelen genomen worden die bijdragen aan waterkwaliteitsdoelen, zonder dat het NPLG het wiel opnieuw hoeft uit te vinden.

De vervuiler betaalt

Waterschappen zien steeds meer schadelijke stoffen in het water. Wereldwijd worden er jaarlijks meer dan 20 miljoen nieuwe chemische stoffen geregistreerd. Deze stoffen eindigen vroeg of laat in het water en de bodem. Waterschappen doen hun best om het water zo goed mogelijk te zuiveren, maar de producenten van chemische stoffen dragen ook een verantwoordelijkheid. Door de kosten voor het voorkomen van milieuschade bij de producenten neer te leggen, krijgen zij de verantwoordelijkheid hiervoor. Hierbij is de ketenaanpak medicijnresten een voorbeeld van gedeelde verantwoordelijkheid die ook op andere stofgroepen kan worden toegepast.

Reactie op Rli-rapport

In het rapport ‘Goed water goed geregeld’ doet de Rli aanbevelingen voor een aanscherping van het Nederlandse beleid gericht op de Europese Kaderrichtlijn Water. Waterschappen herkennen de problemen die de Rli benoemt en steunen het advies om alle grondwateronttrekkingen in kaart te brengen. De Brabantse waterschappen beginnen hiermee door alle kleine onttrekkingen te monitoren.

Het Rli-rapport benadrukt dat water en bodem leidend moeten zijn bij ruimtelijke keuzes. Keuzes die bepalen hoe we veilig kunnen wonen en werken in een laaggelegen delta, maar ook hoe succesvol we omgaan met waterkwaliteit, droogte en klimaatverandering.

> Lees de uitgebreide reactie waterschappen op Rli-rapport

> Lees de volledige inbreng van de waterschappen

Juiste implementatie van maatregelen nodig voor verbetering waterkwaliteit agrarisch gebied

30 mei 2023

Op 1 juni staat in de Tweede Kamer het commissiedebat Mest gepland. De waterschappen willen dat de commissieleden aandacht vragen voor een goed beheer van bufferstroken en onderbouwing van de effectiviteit ervan. Ook vragen ze de commissieleden om minister Adema van Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) te wijzen op de win-win situatie die ontstaat als instrumenten uit het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer worden ingezet in het Nationaal Programma Landelijk Gebied.

boerderij met weiland en sloot in vogelvluchtperspectief

Effectiviteit van bufferstroken

Per 1 maart 2023 zijn bufferstroken verplicht. Een bufferstrook is een strook langs een sloot waarop geen mest mag worden gebruikt volgens de nieuwe regeling van het ministerie van LNV. De intentie is dat deze bufferstrook de waterkwaliteit verbetert en daarnaast bijdraagt aan biodiversiteit. Maar in de huidige regeling van LNV is geen aandacht voor het beheer van de bufferstrook. Terwijl dit belangrijk is om afspoeling van nutriënten te voorkomen. Een bufferstrook zonder gewas of plantengroei leidt tot meer afspoeling naar het oppervlaktewater en daarmee tot een verslechtering van de waterkwaliteit. Het beheer van de bufferstrook bepaalt voor een groot deel de effectiviteit van bufferstroken. Hierin schiet de regeling van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit nu tekort.

Onderbouwing van de maatregel

Daarnaast zijn er in de praktijk veel vragen over de uitvoering van bufferstroken. Voor het draagvlak van de regeling is het belangrijk dat de effectiviteit van bufferstroken uitlegbaar is voor de verschillende grondsoorten en wat het afschalen van bufferstroken betekent voor de effectiviteit. Afhankelijk van de grootte van het landbouwperceel kan een bufferstrook namelijk kleiner worden. Bij het invoeren van een regeling is het van belang om ook een onderbouwing van de maatregel te geven.

Nutriënten verontreinigde gebieden

Een ander punt waar de waterschappen aandacht voor vragen is het ontbreken van fosformaatregelen in de derogatiebeschikking. Derogatie is een verruiming van de hoeveelheid stikstof uit dierlijke mest die volgens de Europese Unie op het land mag worden uitgereden. In de derogatiebeschikking staat dat er nutriënten verontreinigde gebieden aangewezen moeten worden. De maatregelen die eraan gekoppeld zijn gaan alleen over het verminderen van nitraat en niet over fosfor in het oppervlaktewater. Dat is een gemis omdat in een groot deel van Nederland fosfor boven de norm voorkomt. Het is daarom noodzakelijk om ook maatregelen gericht op het verminderen fosfor op te nemen in nutriënten verontreinigde gebieden.

Deltaplan Agrarisch Waterbeheer

In het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW) wordt met agrariërs gewerkt aan waterkwaliteit en het agrarisch waterbeheer. Door DAW-instrumenten ook in te zetten in het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) ontstaat er wat de waterschappen betreft een win-winsituatie. Het bereik van het DAW wordt groter en het NPLG hoeft het wiel niet opnieuw uit te vinden. Dit draagt allemaal bij aan de waterkwaliteitsdoelen en klimaatdoelen en geeft invulling aan het addendum van het 7e Nitraat Actieprogramma.

>lees de volledig inbreng van de waterschappen voor het commissiedebat

Tweede Kamer spreekt met waterschappen over funderingsschade

26 mei 2023

Op 25 mei vond in de Tweede Kamer een rondetafelgesprek plaats over funderingsproblematiek. Door onder andere dalende grondwaterstanden hebben steeds meer huiseigenaren schade door verzakkingen. Het aanpakken van de funderingen van huizen om verzakking tegen te gaan is erg duur. Dirk-Siert Schoonman van de Unie van Waterschappen sloot aan bij het rondetafelgesprek om deze problematiek te bespreken.

Huis aan water

Als het grondwaterpeil langere tijd lager dan normaal is, kan dit leiden tot funderingsschade. In Nederland is de huiseigenaar hiervoor financieel verantwoordelijk. Er zijn verschillende oorzaken voor funderingsschade. Zo kan het grondwater te laag zijn door te veel onttrekkingen, door te weinig regenval of door te weinig aanvoer van water via de rivieren. Ook het kunstmatig laag houden van het peil van het oppervlaktewater kan een oorzaak zijn van funderingsschade.

Verantwoordelijkheid funderingsschade

Dirk-Siert Schoonman, bestuurslid Unie van Waterschappen: “Op dit moment ligt de verantwoordelijkheid voor funderingsschade bij de huiseigenaar. De praktijk laat zien dat er echt te weinig handelingsperspectief is voor die huiseigenaar om hier zelf iets aan te doen. Daarom hebben de gezamenlijke overheden een verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat mensen niet met de vingers tussen de deur komen.”

Gezamenlijke aanpak vereist

Een landelijke gezamenlijke aanpak is belangrijk omdat het praktische onmogelijk is om per specifiek geval te bekijken waar de mogelijke oorzaak ligt. Het Nationaal Programma Aanpak Funderingsproblematiek voorziet hierin. Er is ook een landelijk loket waar woningeigenaren met funderingsschade zich kunnen melden en waar ze passende hulp krijgen: het landelijk kenniscentrum aanpak funderingsproblematiek. De deelnemers van het rondetafelgesprek noemden dit programma en kenniscentrum vaak.

Beslissen over peil oppervlaktewater

De waterschappen zijn verantwoordelijk voor het peilbeheer. Daarom werd er tijdens het rondetafelgesprek ook, door onder meer Laura Bromet (GroenLinks) en Hans Nijboer (PvdA), gewezen naar de waterschappen. De waterschappen nemen via een democratisch proces besluiten over het gewenste peil van het oppervlaktewater. In dit proces wegen ze verschillende belangen en behoeften in een gebied af. Het peil van het oppervlaktewater heeft invloed op de grondwaterstanden.

Geen kraantje om grondwater te regelen

Schoonman: “Door droogte of onttrekkingen in een gebied kan de grondwaterstand dalen, de waterschappen hebben dan geen kraantje om grondwater aan te vullen. Dat kan alleen indirect via de peilen van het oppervlaktewater. In geval van droogte is daar vaak niet voldoende water beschikbaar om waterstanden te verhogen. Met dalende grondwaterstanden en geen handelingsperspectief voor ons als waterbeheerder als gevolg.”

Voorkomen is beter dan genezen

Daarom vindt de Unie van Waterschappen het belangrijk dat in eerste plaats de oorzaak van de schade wordt aangepakt. Schoonman: “De oorzaak van dit probleem is niet helemaal weg te nemen: bij extreme droogte zullen grondwaterstanden blijven zakken en huizen staan nu eenmaal waar ze staan. We kunnen wel voorkomen dat er teveel water onttrokken wordt en schade in de toekomst beperken door goed naar de bodem te kijken voordat erop gebouwd wordt. Maak het water en -bodemsysteem leidend bij het bepalen waar je gaat bouwen: bouwen op een slappe bodem wordt afgeraden. En door water en bodem sturend te laten zijn voor de ruimte kunnen we meer doen.”

>Standpunt funderingsschade door grondwaterstanden

Kamervragen over adviesrapport Rli ‘Goed water goed geregeld’

22 mei 2023

Vorige week overhandigde de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur het adviesrapport ‘Goed water goed geregeld’ aan het kabinet. Tweede Kamerleden van de VVD, Fahid Minhas en Thom van Campen stellen vragen over het rapport aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat.

Waterschapper voert waterkwaliteitsmeting uit in het water met meet apparatuur. Op de kant staat een tweede waterschapper om de gegevens te noteren.

In dit advies doet de raad aanbevelingen voor een aanscherping van het Nederlandse beleid gericht op de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW).

Knelpunten en urgentiebesef

Minhas en Van Campen vragen de minister of hij zich herkent in de knelpunten en conclusies die in het rapport naar voren komen. En wat de grootste uitdagingen zijn in het huidige KRW-beleid om te kunnen voldoen aan de KRW-doelen van 2027. Ook zijn de leden benieuwd naar verkenning van mogelijke uitzonderingen op de KRW-doelen en vragen ze hoe de minister een tweede stikstofcrisis gaat voorkomen. Tot slot wordt de minister gevraagd hoe hij het urgentiebesef om de KRW-doelen te halen gaat vergroten en hoe hij erop gaat toezien dat alle partijen hun rol pakken.

De minister van Infrastructuur en Waterstaat heeft 3 weken de tijd om de vragen te beantwoorden.

>Lees alle vragen aan de minister

Wat vinden de waterschappen?

De waterschappen zien in het Rli-rapport een hernieuwde oproep om gezamenlijk alle zeilen bij te zetten om de KRW-doelen te halen. Het rapport benadrukt de urgentie van de uitdagingen waar Nederland op het vlak van waterkwaliteit voor staat. Waterschappen en andere partijen hebben de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in het verbeteren van de waterkwaliteit. Maar de verbeteringen lijken te stagneren, het is duidelijk dat de grenzen van het water- en bodemsysteem zijn bereikt.

Nu maatregelen nemen

Het is cruciaal om maatregelen niet uit te stellen maar nu te nemen. Dat het land anders op slot gaat, is niet uit te sluiten. De waterschappen is er alles aan gelegen om te voorkomen dat dit een tweede stikstofcrisis wordt. Het voorkómen daarvan is een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Dat betekent harde keuzes die ook pijn kunnen doen.

Verhogen kwaliteit waterzuivering

Waterschappen hebben, via stimuleringsregelingen en in aanloop naar de herziening van de Richtlijn stedelijk afvalwater, de handschoen opgepakt om de kwaliteit van de waterzuivering te verhogen. De komende jaren verwachten de waterschappen daarom meerdere miljarden te investeren in schoner en gezonder water.

Waterschappen blijven zich inzetten

Deze nieuwe Europese richtlijn is een ontwikkeling met verstrekkende gevolgen voor de waterschappen. Met nieuwe grootschalige toepassing van nieuwe zuiveringstechnieken en krappe deadlines, waarvan nog onduidelijk is hoe haalbaar ze zijn. Duidelijk is wel dat een flinke impuls voor de waterkwaliteit hard nodig is en de waterschappen zich daarvoor blijven inzetten.

>Eerste reactie van de waterschappen op Rli rapport

Rli adviseert kabinet: meer actie nodig voor gezonder water

11 mei 2023

Op 11 mei heeft de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) het advies ‘Goed water goed geregeld’ aangeboden aan het kabinet. In dit advies doet de raad aanbevelingen voor een aanscherping van het Nederlandse beleid gericht op de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW). De Unie van Waterschappen herkent de problemen die de Rli aankaart en benadrukt dat actie geboden is.

Paarden in het weiland langs een brede beek

De KRW heeft als doel dat uiterlijk in 2027 al het water in de Europese Unie wordt beschermd. Hoewel er al veel is bereikt, staan de kwaliteit en kwantiteit van het oppervlakte- en grondwater in Nederland onder druk en zijn de KRW-doelen nog buiten bereik, zo waarschuwt de Rli.

In het advies signaleert de Rli uiteenlopende problemen die moeten worden aangepakt. Zo stelt de raad dat er extra moet worden ingezet op het terugdringen van nutriënten (voedingsstoffen zoals stikstof en fosfaat) en chemische stoffen in het grond- en oppervlaktewater. Ook wijst de adviesraad op de noodzaak voor toezicht en handhaving op deze stoffen. Daarnaast ziet de Rli ook dat watertekorten in droge perioden voor een steeds grotere dreiging vormen.

De raad waarschuwt dat het niet op tijd bereiken van de KRW-doelen kan betekenen dat tal van activiteiten in Nederland – zowel in de landbouw als in de rest van de economie – noodgedwongen stil komen te liggen, net zoals is gebeurd in het stikstofdossier. Ook wijst het advies op het risico dat Nederland, wanneer het de KRW-doelen niet haalt, te maken krijgt met boetes vanuit de Europese Unie. Er is dus alle reden om vaart te maken, aldus het rapport.

Reactie Unie van Waterschappen: haast geboden

De Unie van Waterschappen herkent de problemen die de Rli aankaart. “De uitdaging is duidelijk, dit rapport onderstreept de urgentie”, zegt Sander Mager, bestuurslid bij de Unie van Waterschappen. “We zien hierin ook een hernieuwde oproep om gezamenlijk alle zeilen bij te zetten om de KRW-doelen te halen. En niet om die simpelweg af te kunnen vinken, maar omdat de waterkwaliteit echt fors beter moet voor mens en natuur.”

De waterschappen hebben samen met andere partijen de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in het verbeteren van de waterkwaliteit. Na decennia van verbetering is het tij gekeerd en is het zeer de vraag of Nederland de doelen gaat halen voor 2027. “Duidelijk is dat de grenzen van het water- en bodemsysteem zijn bereikt. We moeten ons aanpassen aan die grenzen, in plaats van deze op te blijven rekken naar onze wensen”, zegt Mager.

Hij vervolgt, “Dat het systeem zo onder druk staat, is des te meer reden om alles op alles te zetten om die doelen zo dicht mogelijk te benaderen. En om in ieder geval de maatregelen uit te voeren die nodig zijn om de waterkwaliteit significant te verbeteren. De waterschappen is er alles aan gelegen om te voorkomen dat dit een tweede stikstofcrisis wordt. Het voorkómen daarvan kunnen waterschappen niet alleen, het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Dat betekent harde keuzes die ook pijn kunnen doen, niet alles kan overal. Maar met de nodige wil en gezamenlijkheid kunnen we dan enorme stappen zetten in Nederland.”

Waterschappen investeren flink

Waterschappen werken aan het steeds duurzamer en efficiënter zuiveren van rioolwater. Nutriënten zoals stikstof en fosfaat zijn op rioolwaterzuiveringsinstallaties (rwzi’s) steeds beter te verwijderen. Maar er zijn steeds meer schadelijke stoffen terug te zien in het water: pfas, plastics, maar ook veel medicijnresten en cosmetica. Een zorgwekkende trend en een bedreiging voor goede kwaliteit van het oppervlakte-, grond- en drinkwater. De waterschappen blijven de prestaties van de rwzi’s daarom verbeteren. En werken nu al op vrijwillige basis aan projecten om medicijnresten verder te verwijderen. Tegelijkertijd vraagt dit om steviger bronbeleid van het Rijk, zodat dat stoffen niet de kans krijgen te verspreiden.

Mager: “Maar er kan en moet nog meer gebeuren, ook van onze kant. Waterschappen hebben, via stimuleringsregelingen en in aanloop naar de herziening van de richtlijn stedelijk afvalwater, de handschoen opgepakt om de kwaliteit van de waterzuivering te verhogen.” De komende jaren verwachten de waterschappen daarom meerdere miljarden te investeren voor schoner en gezonder water. Deze nieuwe Europese richtlijn is een ontwikkeling met verstrekkende gevolgen voor de waterschappen. Met nieuwe grootschalige toepassing van nieuwe zuiveringstechnieken en krappe deadlines, waarvan nog onduidelijk is hoe haalbaar ze zijn. Duidelijk is wel dat een flinke impuls voor de waterkwaliteit hard nodig is en de waterschappen zich daarvoor blijven inzetten.

Gezamenlijke inspanning is voorwaarde om KRW-doelen te halen

Waterschappen hebben de handschoen opgepakt, maar gezamenlijke inspanning is een voorwaarde om de KRW-doelen te halen. Ook het Rijk, landbouw, industrie, terreinbeheerders en inwoners zijn daarvoor aan zet. Veel beleidsvoorstellen uit het Rli-advies zijn afhankelijk van initiatieven van of een grote bijdrage door derden.

Zo herkennen de waterschappen zich in de oproep van Rli om meer werk te maken van bronbeleid bij risicovolle stoffen. Om zo ook te voorkomen dat rwzi’s worden opgezadeld met de groeiende stroom aan chemische stoffen – waarvan we de gevaren kennen of soms pas jaren later ontdekken. De vervuiler is verantwoordelijk: bedrijven moeten er alles aan doen om ervoor te zorgen dat deze stoffen niet in het milieu terecht komen.

Het Rli-advies wijst ook op het belang van striktere wetgeving. Ook de waterschappen zien dat daar flinke winst is te behalen. Ze pleiten er daarom voor om KRW-doelen door te laten werken in de wetgeving rondom gevaarlijke stoffen, zoals de wetgeving rondom gewasbeschermingsmiddelen. Het verdient ook aanbeveling om de water- en bodemregelgeving op dit vlak beter op elkaar af te stemmen.

Gezamenlijke actie is verder nodig om het stelsel voor vergunningverlening, toezicht en handhaving te verstevigen. De voortdurende toestroom van stoffen in en om het water vraagt veel van de controlerende instanties. Zij moeten dus voldoende middelen krijgen om hun taak goed uit te kunnen voeren. Goede samenwerking tussen bevoegde gezagen is van belang om grip te krijgen op emissies van gevaarlijke stoffen. Door waterbeheerders aan de voorkant altijd te betrekken bij vergunningverlening, is te voorkomen dat voor waterschappen alleen het vuile opruimwerk op de rwzi resteert.

Waterkwaliteit topprioriteit in landelijk gebied

In zijn advies benadrukt de Rli terecht dat een integrale aanpak van het landelijk gebied ook voor de waterkwaliteit topprioriteit is. Cruciaal dus dat de voorgenomen maatregelen in het Nationaal Programma Landelijk Gebied snel uitvoering krijgen. Daarnaast zien de waterschappen zich door het advies gesterkt in hun oproep dat alle grondwateronttrekkingen in beeld moeten komen en dat daaraan binnen gebieden grenzen kunnen worden gesteld. Snel ingrijpen is ook nodig voor de Amerikaanse rivierkreeft en andere uitheemse kreeftensoorten die voor steeds grotere waterkwaliteitsproblemen zorgen. Daarover voeren we intensief overleg met het ministerie van Landbouw Natuur en Visserij, dat daarin het voortouw moet nemen.

De optelsom van de adviezen onderschrijft het uitgangspunt dat water en bodem leidend moeten zijn bij ruimtelijke keuzes. Keuzes die bepalen hoe we veilig kunnen wonen en werken in een laaggelegen delta, maar ook hoe succesvol we omgaan met waterkwaliteit, droogte en klimaatverandering.

> het advies ‘Goed water goed geregeld’ van de Raad voor de leefomgeving

Tweede Kamer: stel verplichte digitale monitoring gewasbeschermingsmiddelen in

9 mei 2023

De Tweede Kamer wil dat de regering de digitale registratie van gewasbeschermingsmiddelen verplicht en laat beoordelen door een onafhankelijke autoriteit. Verder wil de Kamer dat de gegevens kunnen worden gebruikt om het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen te vergelijken. Waterschappen staan positief tegenover deze ontwikkeling.

gewasbeschermingsmiddelen

Op 19 april vond in de Tweede Kamer het Tweeminutendebat landbouw- en visserijraad plaats. Op 9 mei waren de stemmingen over de moties die werden ingediend tijdens het Tweeminutendebat. De motie van Tjeerd de Groot (D66) over het verplichten van monitoring door een onafhankelijke autoriteit, is aangenomen.

Gevolgen waterkwaliteit

De agrarische sector heeft belang bij een juiste en eenduidige manier van het registreren en delen van data. D66 vindt dat de huidige registratie van gewasbeschermingsmiddelengebruik onvoldoende basis is voor het volledig monitoren van schadelijke milieueffecten, daarom diende De Groot een motie in. Op dit moment vindt de registratie van gewasbeschermingsmiddelen op het bedrijf plaats. De gegevens die een ondernemer op dit moment bijhoudt, zeggen niets over de waterkwaliteit. De waterschappen hopen dat met een goede digitale registratie en een mogelijkheid tot vergelijking van de gegevens ook een relatie kan worden gelegd met de kwaliteit van het oppervlaktewater.

Verplichte monitoring

Een eerder aangenomen motie van De Groot (D66) en Boswijk (CDA) verzocht de regering al om samen met de sector tot onafhankelijke registratie te komen. Uit deze registratie kan een vergelijking worden ontwikkeld voor individuele telers en adviseurs. Maar de Tweede Kamer vindt dat het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit nog onvoldoende duidelijk maakt of de registratie wel of niet verplicht is.

Wat vinden de waterschappen?

De kwaliteit van het oppervlaktewater in Nederland is nog onvoldoende. Op de helft van de meetlocaties vinden de waterschappen te hoge concentraties gewasbeschermingsmiddelen in het oppervlaktewater. De waterschappen roepen daarom de landelijke overheid op om haast te maken met acties die de verspreiding van schadelijke stoffen zoals gewasbeschermingsmiddelen tegen te gaan. Dit is nodig om in 2027 de doelen van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) te halen.

Gebruik in landbouw

Het kabinet wil de normen voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in de landbouw afstemmen op de KRW. Zo wil het kabinet ervoor zorgen dat er in 2027 geen normoverschrijdingen van de KRW-normen meer voorkomen. De waterschappen benadrukken dat snelle uitvoering van deze maatregelen onmisbaar is om de waterkwaliteit tijdig te verbeteren.

Gebruik door particulieren

Ook particulieren gebruiken gewasbeschermingsmiddelen, bijvoorbeeld in hun tuin en moestuin. Zij zijn vaak niet goed op de hoogte van de risico’s voor mens, dier en milieu en de voorschriften voor zorgvuldig gebruik. De waterschappen zijn daarom voorstander van een verbod op particulier gebruik.

Er werden in totaal 3 moties ingediend, waarvan er 1 is aangenomen.

>Ingediende moties tijdens het debat op 19 april

1 mei gaat het zwemseizoen van start

1 mei 2023

Op 1 mei is het zwemseizoen voor zwemmen in oppervlaktewater van start gegaan. In Nederland zijn er meer dan 700 locaties officieel aangewezen als veilige plekken om te zwemmen. Via de website zwemwater.nl of de Zwemwater app is te zien waar deze locaties zijn.

Zwemwater zand, kinderen spelen

Zwemmen in oppervlaktewater is niet zonder risico’s. De waterschappen adviseren daarom om alleen te zwemmen op de aangewezen locaties waar ze de waterkwaliteit en veiligheid controleren. Deze officiële zwemlocaties zijn te vinden op zwemwater.nl en zijn ter plekke te herkennen aan het blauwe informatiebord van de provincie.

Kwaliteitsmetingen

Tussen 1 mei en 1 oktober onderzoeken de waterschappen elke twee weken de waterkwaliteit op ongeveer 500 officieel aangewezen zwemlocaties Rijkswaterstaat onderzoekt tijdens het zwemseizoen de waterkwaliteit in ongeveer 250 zwemgebieden in rijkswater, zoals de grote meren, rivieren en kanalen. De blauwe informatieborden bij deze locaties geven waterkwaliteit aan in vier kwaliteitsklassen, welke zijn gebaseerd op de EU-richtlijnen. Deze klassen geven de actuele waterkwaliteit aan. Ook bieden deze informatie over de waterkwaliteit van voorgaande jaren.

Download de Zwemwater app

De gratis Zwemwater app biedt een overzicht van alle officiële zwemlocaties in Nederland. Per locatie is de kwaliteit van het zwemwater te zien, wanneer de laatste controle was, de datum van de volgende controle en of een locatie mogelijk gesloten is. De app is een gezamenlijk initiatief van de Unie van Waterschappen, Rijkswaterstaat en het Interprovinciaal Overleg.
>Download de gratis Zwemwater app voor Android of Apple.

Campagne veilig in en uit het water

Tijdens het zwemseizoen van 2023 wordt landelijke campagne gevoerd om het aantal verdrinkingen in Nederland terug te dringen. Met de slogan ‘Wie checkt jou? – Veilig in en uit het water’ maakt de organisatie zwemmers in open water bewust van de risico’s en proberen ze het gedrag van de zwemmers aan te passen. Kijk voor meer informatie over de campagne op veiliginenuithetwater.nl

Kamervragen over gevolgen onvoldoende waterkwaliteit voor vergunningverlening bouwsector

25 april 2023

Kamerleden Tjeerd de Groot, Faissal Boulakjar en Lisa van Ginneken (D66) stelden op 19 april Kamervragen over de gevolgen van de Kaderrichtlijn Water (KRW) voor de vergunningverlening in de bouw- en infrasector. Dit deden zij naar aanleiding van het rapport van branchevereniging Bouwend Nederland over het effect van het niet halen van de KRW-doelen op vergunningverlening.

Een graafmachine aan het werk op een dijk.

Het rapport van Bouwend Nederland stelt dat de bouwsector jaarlijks 17,5 miljard euro schade ondervindt als de vergunningverlening door het niet halen van de KRW-doelen in 2027 wordt beperkt.

Geen water verplaatsen

Bouwend Nederland wijst erop dat bij onvoldoende kwaliteit van het water mogelijk geen water verplaatst mag worden, ook niet tijdelijk. Door het verplaatsen van water bestaat namelijk de kans dat de waterkwaliteit op andere plaatsen (tijdelijk) iets achteruitgaat. De branchevereniging noemt als voorbeeld dat er geen toestemming mag worden gegeven voor het tijdelijk droogpompen van een bouwput en het lozen van het water uit die bouwput. Als de bouwput niet kan worden drooggepompt, kan ook het bouwwerk zelf niet gebouwd worden.

Woningbouw en infrastructuur

Het niet behalen van de KRW-doelen heeft volgens het rapport dus ook gevolgen voor de landelijke ambities op het vlak van woningbouw en infrastructuur. De Kamerleden willen van de ministers van Infrastructuur en Waterstaat en Ruimtelijke ordening weten hoe zij hier tegenaan kijken. En ze vragen de ministers om de KRW-doelen nooit af te zwakken en alles op alles te zetten om de doelen te halen in het belang van de natuur en drinkwatervoorziening.

Waterveiligheid en mobiliteit

Specifiek vragen de Kamerleden aandacht voor de bouw van keringen, dijken en dammen die zorgen voor de waterveiligheid van Nederland. Ook over infrastructuur die essentieel is voor de verduurzaming van de OV- en spoorverbindingen en binnenvaartroutes, stellen de Kamerleden vragen.

Wat vindt de Unie van Waterschappen?

Waterschappen hebben de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in het verbeteren van de waterkwaliteit, maar de uitdaging is groot. Duidelijk is dat de grenzen van het water- en bodemsysteem zijn bereikt. De waterschappen steunen daarom de oproep van Bouwend Nederland om gezamenlijk alle zeilen bij te zetten om de KRW-doelen te halen. Schoon water is cruciaal voor de natuur én voor een gezonde leefomgeving voor alle Nederlanders. Naast waterkwaliteit, zorgen de waterschappen ook voor waterveiligheid. Er wordt actief afgewogen of de inzet voor het verbeteren van de waterkwaliteit de waterveiligheid niet in gevaar brengt.

Urgentie om nu te handelen

Het rapport en de Kamervragen onderstrepen de urgentie om nu te handelen. Het voorkómen dat de slechte waterkwaliteit een tweede stikstofcrisis wordt, is een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Dat kan voor de hele maatschappij hardere keuzes betekenen. In landbouw en ander ruimtegebruik, in toelating en uitstoot van stoffen, maar bijvoorbeeld ook in consumentengedrag.

>Kamervragen over de gevolgen van de KRW voor vergunningverlening bouwsector

Moties Richtlijn Stedelijk Afvalwater aangenomen in de Tweede Kamer

18 april 2023

Op 18 april stemde de Tweede Kamer over de herziening van de Europese Richtlijn Stedelijk Afvalwater. De Tweede Kamer heeft eerder gesproken over deze herziening en kon nu in een plenair debat moties indienen. Er werden 3 moties aangenomen.

rioolwaterzuivering-harnaspolder

Meet en monitoringsresultaten delen

Laura Bromet (GroenLinks) diende een motie in om alle relevante stoffen uit de Richtlijn Prioritaire Stoffen op te nemen in de te monitoren stoffen bij zuiveringsinstallaties. In de Richtlijn Prioritaire Stoffen staan alle stoffen die een bedreiging vormen voor het milieu. Direct delen van de de monitoringsresultaten met de drinkwaterbedrijven is volgens Bromet noodzakelijk. Minister Harbers van Infrastructuur en Waterstaat wil samen met de waterschappen onderzoeken of er aanvullende metingen nodig zijn, omdat meten op alle stoffen onnodige kosten oplevert. De waterschappen sluiten zich aan bij minister Harbers en maken een zinvol monitoringsplan. Publicatie van deze resultaten gebeurt in het waterkwaliteitsportal. Dit is een publieke database, waar ook de drinkwaterbedrijven informatie uit kunnen halen.

>Motie alle relevante stoffen uit Richtlijn Prioritaire Stoffen opnemen in de te monitoren stoffen bij zuiveringsinstallaties

Vaste normen in plaats van verwijderingsrendement

De Richtlijn Stedelijk Afvalwater maakt gebruik van een verwijderingsrendement voor rioolwaterzuiveringen (rwzi’s). Dit betekent dat er regels zijn welk percentage van een bepaalde stof verwijderd moet zijn uit het water, voordat dit geloosd mag worden. D66 wil met een motie bereiken dat er onderzoek komt naar vaste normen. De vraag is dus of verdere verslechtering van de waterkwaliteit voorkomen kan worden met vaste normen?
De waterschappen vinden deze motie moeilijk uitvoerbaar en wijzen erop dat deze tot vertraging leidt. D66 maakt niet duidelijk over welke stoffen deze motie gaat. De nu voorgestelde doelen van 80 procent rendement op medicijnresten zijn ambitieus. Het is niet eenvoudig deze met bestaande technieken te halen. Een absolute lozingswaarde voor honderden verschillende stoffen is niet uitvoerbaar voor de waterschappen.

>Motie verder voorkomen van verdere verslechtering van de waterkwaliteit

4e zuiveringstrap eerst bij drinkwaterbronnen

D66 diende nog een motie in waarmee de partij wil bereiken dat de rwzi’s die lozen op water dat gebruikt wordt als drinkwater als eerste voorzien worden van een 4e zuiveringstrap. Deze zuiveringstrap is onderdeel van een pakket maatregelen dat de Europese Commissie op 26 oktober 2022 heeft gepresenteerd. Dit moet leiden tot een betere bescherming van de waterkwaliteit en de volksgezondheid. In de maatregelen van de Europese Commissie staat aangegeven dat bescherming van drinkwaterbronnen een prioriteit is. Daarnaast zijn de bescherming van de ecologische toestand en de zwemwaterkwaliteit prioriteiten. Waterschappen ervaren de huidige termijnen voor de 4e zuiveringsstap al als te krap en kunnen zich niet vinden in de motie van D66.

>Motie prioriteit zuiveringsinstallaties die lozen op water wat wordt gebruikt als bron voor drinkwater

Waterschappen: “Pauze en versnellen? Draai de waterknop open”

6 april 2023

In het Tweede Kamerdebat op 5 april over de afgelopen verkiezingsuitslag bleek dat duidelijkheid over de stikstofaanpak voorlopig uitblijft. De stikstofplannen uit het regeerakkoord worden op pauze gezet en op een later moment heroverwogen. In de tussentijd wil het kabinet in de regio juist versnellen op natuurherstel. De Unie van Waterschappen geeft aan dat met watermaatregelen het behalen van de natuurdoelen sneller dichterbij kan komen.



De waterschappen hebben de afgelopen jaren aangedrongen op duidelijke keuzes: de natuur moet worden hersteld. De stikstofplannen moeten daarom rekening houden met de doelen in 2027 voor de waterkwaliteit. Dit om een waterkwaliteitscrisis te voorkomen. Nu er een impasse dreigt luiden de waterschappen de alarmklok: de problematiek duldt geen uitstel. De voorgestelde aanpassingen voor stikstof en de maatregelen om de waterkwaliteit te verbeteren moeten bijdragen aan een slimme en snelle aanpak. De Omgevingswet kan dit borgen. Ook middelen uit het transitiefonds van het Rijk kunnen hierbij helpen.

Draai verder aan de ‘Waterknop’ om te beginnen met natuurherstel

Dirk-Siert Schoonman, bestuurslid Unie van Waterschappen: “De discussie over wanneer de doelen precies moeten zijn behaald, doet niets af aan de noodzaak om snel te starten met het nemen van maatregelen. Als het kabinet wil versnellen, moet er wat ons betreft een ferme draai worden gegeven aan de ‘waterknop’. Verdroging is naast stikstof een van de grote oorzaken van de achteruitgang van de natuur. Maar droogte zorgt ook voor funderingschade, bodemdaling, beperkte beschikbaarheid van drinkwater en het zet de productie van de landbouw onder druk. Bovendien is natuur die last heeft van droogte, veel gevoeliger voor stikstof. Water kan het behalen van de doelen voor natuur sneller dichterbij brengen en ons uit deze impasse halen. ”

Relatief eenvoudige watermaatregelen kunnen snel effect hebben. Denk bijvoorbeeld aan het verhogen van het waterpeil waar dat kan, flexibel omgaan met peilbeheer, beekherstel, het bevorderen van de biodiversiteit bij slootkanten en extra stuwen om water langer vast te houden. Het zijn maatregelen die met de gebiedspartners snel kunnen worden uitgewerkt,. Daarmee krijgt de natuur, maar ook de landbouw én het watersysteem op korte termijn een impuls.

Natuur niet verder laten achteruitgaan

De Unie van Waterschappen vreest anders dat met het verstrijken van de tijd, de doelen verder uit beeld raken. Ook de eigen opgaven voor waterveiligheid en schoon water worden in hun voortgang geraakt door de stilgevallen vergunningverlening. Ondertussen werken de waterschappen samen met de provincies om in elk geval te zorgen dat de staat van de natuur in de tussentijd niet nog verder verslechtert. We waken gezamenlijk voor verdere achteruitgang van de waterkwaliteit, zoetwaterbeschikbaarheid en het CO2-bergende vermogen van de natuur.