Nationaal wateronderzoek naar waterkwaliteit slootjes en plassen van start

10 juni 2021

Vanaf 10 juni kan iedereen weer meedoen met het nationale wateronderzoek ‘Vang de Watermonsters’, naar de waterkwaliteit van slootjes, vennen, beekjes en kleine plassen. Het onderzoek is een initiatief van Natuur & Milieu, ASN Bank en 10 waterschappen en vindt dit jaar voor de derde keer plaats.



De eerste twee edities van het onderzoek wezen uit dat het op een groot aantal plekken nog niet goed gaat met de kwaliteit van kleine oppervlaktewateren in Nederland.

Online meetkit

Dit jaar kunnen nog meer mensen meedoen dan in 2019 en 2020. Dat kan via een online meetkit waarmee ze in hun direct omgeving aan de slag kunnen. Voor amateurwetenschappers is een aparte, uitgebreidere meetkit ontwikkeld. Hierdoor krijgen de organisatoren van het citizen science-onderzoek een nog beter beeld van de waterkwaliteit in Nederland.

Oproep om mee te doen

De Unie van Waterschappen roept jong en oud op om de meetkit te bestellen en wateronderzoek te doen bij een watertje in de buurt. Dat is hard nodig. In Nederland monitort de overheid vooral de waterkwaliteit van grote wateren. Over de waterkwaliteit van vennetjes, slootjes en plasjes in de buurt, de haarvaten van het watersysteem in Nederland, is minder bekend, omdat dit niet wordt onderzocht. Vang de Watermonsters brengt hier verandering in.

Resultaten in het najaar

Net als in de voorgaande jaren publiceert Natuur & Milieu de resultaten in het najaar. Per gebiedstype, natuur, agrarisch of bebouwd gebied, analyseren ze de resultaten. Met het onderzoek willen de organisatoren dit jaar ook een aantal plekken identificeren waar de waterkwaliteit beter is. Vervolgens wordt gekeken waarom de waterkwaliteit hier beter is en wat we hier van kunnen leren voor de andere plekken.

Gezond water van levensbelang voor de biodiversiteit

Dit jaar kunnen de burgeronderzoekers ook kijken naar al het leven in en rond de sloot of plas. Waterdiertjes, insecten en bepaalde planten geven veel informatie over de waterkwaliteit. Roel Nozeman, expert biodiversiteit bij ASN Bank: “Goede waterkwaliteit is ontzettend belangrijk voor de biodiversiteit. In en rond schoon water groeien veel soorten waterplanten en vinden watervogels, kikkers en insecten hun voedsel. Vissen kunnen er schuilen of paaien. Dit onderzoek is een volgende stap om de waterkwaliteit te verbeteren en dat is noodzakelijk voor behoud en verbetering van de biodiversiteit.”

Enorme opgave

De waterkwaliteit van de Nederlandse oppervlaktewateren staat onder druk. De belangrijkste bronnen van vervuiling die moeten worden aangepakt zijn: mest en bestrijdingsmiddelen uit de landbouw en stoffen die via het rioolwater in het milieu komen zoals medicijnresten, frituurvet en verfresten. Mest en riooloverstorten hebben direct effect op de nitraatconcentratie, het doorzicht (de hoeveelheid zwevende deeltjes in het water) en de diversiteit aan waterleven.

Sander Mager, bestuurslid bij de Unie van Waterschappen: “De resultaten van het onderzoek vorig jaar lieten al zien dat we nog een enorme opgave voor de boeg hebben. De waterschappen hebben de afgelopen jaren al veel geïnvesteerd in het verbeteren van de waterkwaliteit. Dit heeft nog niet overal effect. Heel actief zoeken we de samenwerking met alle partners die nodig zijn om samen de waterkwaliteit verder te verbeteren. Met een stevige aanpak aan de bron om vervuiling te voorkomen, want wat er aan vervuiling niet in gaat, hoeven wij er ook niet uit te halen.”

Doe mee aan het onderzoek

Veel aandacht voor waterkwaliteit in commissiedebat Water

Op 9 juni vond in de Tweede Kamer het commissiedebat Water plaats. Op de agenda stonden verschillende onderwerpen die voor de waterschappen van belang zijn: droogte, geborgde zetels, klimaatbestendig bouwen en waterkwaliteit.



Waterkwaliteit

Naast demissionair minister Cora van Nieuwenhuizen (Infrastructuur en Waterstaat) was ook demissionair minister Carola Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) bij het debat aanwezig, vanwege verschillende agendapunten die over waterkwaliteit en landbouw gingen.

Sandra Beckerman van de SP benadrukte het belang van schoon water en wees op de deadline van 2027, waarin de doelen van de Kaderrichtlijn Water (KRW) moeten zijn gehaald. Die doelen gaan volgens Beckerman uit van ondergrenzen. Ze wilde weten welke extra maatregelen minister Schouten gaat nemen om de waterkwaliteit te verbeteren. Leonie Vestering van de Partij voor de Dieren wees op waterverontreiniging door mest. Net als de SP geloofde zij niet dat de KRW-doelen gehaald worden met het huidige beleid.

CDA’er Derk Boswijk gaf in het debat aan blij te zijn met de afspraken over medicijnresten in het water. Hij maakt zich ook zorgen over opkomende stoffen, dus vroeg hij minister Van Nieuwenhuizen naar de Europese aanpak hiervan. Zij wees in het antwoord op de Green Deal.

Ook Laura Bromet van GroenLinks vroeg aandacht voor de waterkwaliteit. Er wordt veel gepraat, maar er is amper handhaving gaf zij aan. Ook vroeg zij minister Van Nieuwenhuizen naar de grootste bedreiging van de waterkwaliteit. De minister noemde droogte als grootste bedreiging, maar daar nam Bromet geen genoegen mee.

Tjeerd de Groot (D66) bracht in het debat naar voren dat de KRW-doelen niet gehaald worden en dat we bereid moeten zijn om naar de rol van de landbouw hierin moeten kijken. De vrijwillige aanpak lijkt onvoldoende. Wil minister Schouten ook verplichtende maatregelen nemen? Zij gaf hierop aan hier naar te willen kijken.

Klimaatbestendig bouwen

Pieter Grinwis (CU) vroeg zich af of er bij de grote woningbouwopgave wel voldoende gekeken wordt naar de locaties. Gaan we overal maar bouwen en is het bouwbesluit daar wel op toegerust? Als voorbeeld noemde hij het plaatsen van de meterkast op de begane grond. Is dat handig bij een huis dat iets dieper gebouwd is. Heeft minister Van Nieuwenhuizen voldoende oog voor het belang van klimaatbestendig bouwen, vroeg hij zich af. De minister gaf daarop aan dat er een goede samenwerking is op dit gebied met het ministerie van Binnenlandse Zaken en de Unie van Waterschappen.

Geborgde zetels

Ook de geborgde zetels in de waterschapsbesturen kwamen aan de orde in het debat. Zo liet de SGP weten voor behoud van de zetels te zijn, omdat op die manier belangrijke kennis over de praktijk in de besturen geborgd is. Ook Caroline van der Plas van de BoerenBurgerBeweging bracht in het debat naar voren dat zij voorstander is van de geborgde zetels, omdat zij van de waterschappen geen politieke organisatie wil maken. Ook Pieter Grinwis (ChristenUnie) sprak steun uit voor het behoud van de geborgde zetels. Hij wilde van minister Van Nieuwenhuizen weten hoe zij de verschillende opties uit het rapport Boelhouwer waardeert. De overige partijen in de Kamer hebben geen standpunten gedeeld of vragen gesteld over dit onderwerp. Minister Van Nieuwenhuizen gaf op al deze uitlatingen aan, het besluit over de toekomst van de geborgde zetels aan de Kamer te laten.

Overig

Rudmer Heerema (VVD) bracht een plan naar voren voor een Nationaal Waterakkoord, waarin er breed met alle relevante partijen in de watersector naar de vraagstukken van water wordt gekeken. Minister Van Nieuwenhuizen gaf aan dat er veel bereidheid binnen de sector is voor een dergelijke samenwerking.

De SGP vroeg minister Van Nieuwenhuizen nog of zij vaart gaat maken met nodige wetgeving voor de herziening van het belastingstelsel zoals dat door de waterschappen is vastgesteld. Zij gaf hierop aan dat breed draagvlak voor de voorstellen belangrijk is en dat er nog gesprekken lopen tussen VNO-NCW en de Unie van Waterschappen. Ze wil eerst de uitkomsten van die gesprekken afwachten.

Na dit debat volgt een Tweeminutendebat Water, waar Kamerleden moties kunnen indienen naar aanleiding van dit commissiedebat.

Gevolgen nieuwe gezondheidsgrenswaarden van PFAS

4 juni 2021

Op 4 juni heeft demissionair minister van Infrastructuur en Waterstaat Cora van Nieuwenhuizen een brief aan de Tweede Kamer gestuurd. Daarin maakt zij bekend wat de gevolgen zijn van de nieuwe gezondheidsgrenswaarde van PFAS. PFAS zijn chemische stoffen waar zorgen over bestaan. Ze kunnen een risico vormen voor de gezondheid van mensen en het milieu.



Aanleiding voor de brief is dat de Europese Voedselveiligheidsautoriteit (ESFA) een nieuwe gezondheidskundige grenswaarde voor PFAS heeft afgeleid in voedsel. Uit nieuwe wetenschappelijke studies blijkt dat PFAS-stoffen schadelijker zijn voor de gezondheid dan eerder werd gedacht.

Meer PFAS via voedsel

De nieuwe kennis over de schadelijkheid van PFAS was reden voor het RIVM om eerdere adviezen opnieuw te bekijken. Het RIVM brengt nu studies naar buiten over drinkwater en voedsel, oppervlaktewater in relatie tot visconsumptie, moestuinen in de buurt van Dordrecht, en moestuinen en zwemwaterplas Berkendonk in Helmond. Uit berekeningen van het instituut blijkt dat mensen in Nederland via voedsel en drinkwater waarschijnlijk meer PFAS binnenkrijgen dan de gezondheidskundige grenswaarde. Het RIVM adviseert de overheid daarom om ervoor te zorgen dat mensen minder in contact komen met PFAS.

Vis uit oppervlaktewater

Daarnaast zegt het RIVM dat het oppervlaktewater in Nederland niet geschikt is om dagelijks vis uit te eten. Dit sluit aan bij het bestaande advies van het Voedingscentrum om niet regelmatig zelf gevangen vis te eten.

Kraanwater

Ook onderzocht het RIVM het gezondheidsrisico van PFAS door zwemmen in recreatieplas Berkendonk. De hoeveelheid die zwemmers kunnen binnenkrijgen is in vergelijking tot andere bronnen erg klein. RIVM vindt het verantwoord om kraanwater te blijven drinken omdat de bijdrage in het algemeen beperkt is. Kraanwater is niet de belangrijkste bron van waarvan uit mensen in Nederland PFAS binnen krijgen.

Bodem en grondwater

De adviezen voor bodem, waterbodems, grondwater en oppervlaktewater volgen later dit jaar. Tot hier meer duidelijkheid over is blijven de huidige normen van kracht.

Gebruik PFAS aan banden

De Unie van Waterschappen pleit voor een totaalverbod op PFAS. De enige manier om PFAS aan te pakken en uit te faseren is aanpak aan de bron. Het moet zoveel mogelijk voorkómen worden dat PFAS in het milieu terecht kan komen. Daar is gezamenlijke inzet voor nodig met het Rijk en de EU. De Unie van Waterschappen levert actieve inzet op het onlangs gepresenteerde Zero Pollution Action Plan, onderdeel van de Europese Green Deal en op de aanscherping bij de toelatingseisen van gevaarlijke stoffen zoals PFAS via REACH. Dit is het systeem voor registratie, evaluatie en toelating van chemische stoffen die in de Europese Unie geproduceerd of geïmporteerd worden.

Onderzoek

De Unie van Waterschappen en de waterschappen zelf doen daarnaast onderzoek naar aanwezigheid en herkomst van PFAS in het oppervlaktewater, delen hun kennis en werken actief mee aan onderzoeken van andere organisaties en koepels. Ook adviseren waterschappen kritisch op watervergunningen in relatie tot PFAS.

Afspraken

Verder hebben vertegenwoordigers van waterbeheerders, het Rijk, provincies, gemeenten, omgevingsdiensten, de drinkwatersector en de chemische industrie bestuurlijke afspraken gemaakt om samen meer grip en regie te krijgen op het voorkomen van Zeer Zorgwekkende Stoffen zoals PFAS in het milieu.

Teveel blootstelling aan PFAS in Nederland (RIVM)

Vragen en antwoorden over PFAS (RIVM)

Magazine Het Waterschap: Werk aan de winkel voor waterkwaliteit

3 juni 2021

Magazine Het Waterschap is op 3 juni weer verschenen. Met in dit nummer extra veel aandacht voor waterkwaliteit.



Lees bijvoorbeeld over de rivierkreeftenchallenge van het hoogheemraadschap van Delfland. Blik samen met bestuurslid Dirk-Siert Schoonman en adviseur Edith Kruger-Schippers, beiden van de Unie van Waterschappen, terug op de PFAS-crisis. Of verdiep je in de Europese richtlijnen voor waterkwaliteit. En natuurlijk nog veel meer. Veel leesplezier!

Lees magazine Het Waterschap online

Waterschappen reageren op stikstofplan ondernemers en natuurbeheerders

26 mei 2021

Op 25 mei hebben boeren, ondernemers en natuurbeheerders een stikstofplan gepresenteerd in het Financieel Dagblad. De Unie van Waterschappen geeft in een reactie aan dat ze het belang van gezamenlijke afspraken onderschrijven en deze graag snel oppakken, in combinatie met de aanpassingen aan het veranderende klimaat en natuurherstel.



LTO Nederland, Bouwend Nederland, Natuurmonumenten, VNO-NCW, MKB Nederland en Natuur & Milieu vragen het Rijk om tot 2030 jaarlijks 1,7 miljard euro vrij te maken om de uitstoot van stikstof tegen te gaan. Dat geld moet ten goede komen aan het uitkopen of verplaatsen van bedrijven die veel stikstof uitstoten (op vrijwillige basis, zeggen de organisaties). Maar ook aan andere vormen van landbouw die minder belastend zijn voor het milieu, en aan herstel en versterking van de natuur en maatregelen die economische ontwikkelingen stimuleren. “Hiermee kunnen we in 2030 een stikstofreductie van 40 procent realiseren, aanzienlijk meer dan de 26 procent die vereist wordt onder de huidige wet”, aldus de gezamenlijke partijen.

Slim combineren

De Unie van Waterschappen ziet het als noodzakelijk dat deze partijen samen optrekken en onderschrijft het belang van samenhangende maatregelen. Daarbij is het voor de waterschappen belangrijk dat verschillende vraagstukken niet zomaar achter elkaar worden opgepakt, maar dat er slim wordt gecombineerd. Zo zien de waterschappen kansen om maatregelen die bijdragen aan natuurherstel en het verminderen van stikstofuitstoot, slim te combineren met maatregelen die in het kader van de energietransitie, het aanpassen aan weersextremen en het verhogen van de ruimtelijke kwaliteit worden genomen.

Snelheid is nodig

Dirk-Siert Schoonman, bestuurslid Unie van Waterschappen: “De waterschappen pleiten voor een robuuste, bestendige oplossing voor het probleem: de uitstoot naar beneden en de natuur verbeteren. Wij zijn in de dagelijkse praktijk bezig ons watersysteem aan te passen aan de nieuwe weersextremen en werken hiermee al aan het robuust maken van land, water en bodem. Om de natuur te versterken en tegelijkertijd te zorgen voor beperkte schade door wateroverlast en droogte, is er nog veel werk aan de winkel. Wij dringen er bij het Rijk en de provincies op aan dat er snel keuzes moeten worden genomen en maatregelen moeten worden uitgerold die bijdragen aan de grote opgaven. De waterschappen willen niet te lang ‘polderen’, want de gevolgen van de klimaatsverandering ervaren wij vandaag al.”

Boek ‘Over waterkwaliteit gesproken’

20 mei 2021

Op 20 mei is het boek ‘Over waterkwaliteit gesproken – verleden, heden en toekomst’ verschenen. Aanleiding is de 50e verjaardag van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo) en het 20-jarig bestaan van de Kaderrichtlijn water (KRW). Aan het boek schreven 2 medewerkers van de Unie van Waterschappen mee.



De Wvo en de KRW zijn belangrijke regelingen voor het waterkwaliteitsbeheer. De Nederlandse waterkwaliteit is na de invoering ervan verbeterd, maar er moet nog steeds veel gebeuren. In het boek staan theoretische beschouwingen, maar is er ook aandacht voor de dagelijkse uitvoeringspraktijk van het waterkwaliteitsbeheer.

Herkenning

Iedereen die bezig is met waterkwaliteit kan zich herkennen in het boek. De auteurs komen uit de wetenschap maar ook uit de uitvoeringspraktijk. Vragen die aan de orde komen zijn onder meer: Hoe is het beheer georganiseerd? Hoe steken het vergunningenstelsel, de algemene regels en de heffing in elkaar? Welke ontwikkelingen zijn er in de zuiveringstechniek? Welke impuls gaf de Kaderrichtlijn Water? Wat zijn de gevolgen van de komende Omgevingswet?

In print en pdf

Het boek is uitgegeven door het Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW) en is in print en als pdf beschikbaar. De publicatie is mogelijk gemaakt door de Stichting Schilthuisfonds, het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en de Unie van Waterschappen. In de redactie zaten: Herman Havekes (Unie van Waterschappen en Universiteit Utrecht), Marleen van Rijswick (Universiteit Utrecht), Diederik van der Molen (ministerie van Infrastructuur en Waterstaat) en Willem Wensink (Unie van Waterschappen).

Download de pdf

Het boek is gratis te downloaden als pdf.

Medicijnresten in water: nog veel te doen

4 mei 2021

Nederland en Duitsland zijn binnen Europa relatief ver met de aanpak van medicijnresten uit het water, maar er is ook nog veel werk aan de winkel. Dat is een van de conclusies uit een bijeenkomst van de Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen (VIG) over dit onderwerp. Sander Mager, bestuurslid bij de Unie van Waterschappen, vertelde daar over de effecten voor de waterketen.



Ieder jaar komt er via het riool zo’n 509 ton aan medicijnresten in het oppervlaktewater terecht. Daarvan kunnen de rioolwaterzuiveringsinstallaties circa 190 ton niet goed afbreken. Dat heeft een negatieve invloed op de natuur.

Visstand

Zo is de visstand in Nederland aan het vervrouwelijken onder invloed van medicijnresten. En sommige vissoorten ruiken door resten van antidepressiva in het water hun natuurlijke vijand niet meer. Een betere zuivering van het rioolwater is mogelijk, maar kost zo’n 10 euro per inwoner per jaar extra.

Kwaliteitseisen

“Nederland voldoet nog steeds aan alle kwaliteitseisen voor het drinkwater”, zei Sander Mager tijdens de bijeenkomst. “Maar de waterschappen zien wel dat het moeilijker wordt om het afvalwater goed te zuiveren. Het medicijngebruik neemt in Nederland nog steeds toe, mede door de vergrijzing.”

Samenwerking

“Daarom is samenwerking binnen de keten cruciaal”, zei Cathy van Beek in haar presentatie. Zij is kwartiermaker Duurzame Zorg bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. “Iedereen heeft een rol in de Ketenaanpak Medicijnresten uit Water: farmaceuten, geneesmiddelenbureaus, artsen en apothekers. Zij kunnen hun patiënten vertellen hoe schadelijk het is om overgebleven medicijnen door de gootsteen of het toilet te spoelen, en ze adviseren ze terug te brengen naar de apotheek.”

Retourboxen

In Nederland zijn al diverse initiatieven om de medicijnresten in het water terug te dringen. Zo moeten medicijnretourboxen bij apothekers verspilling tegengaan. En vanuit de Green Deal Duurzame Zorg werken tientallen zorgpartijen aan duurzaamheid. Zij doen bijvoorbeeld een proef met plaszakken. Daarin plassen patiënten gedurende de 24 uur nadat ze röntgencontrastvloeistof hebben geslikt. Die plaszakken kunnen bij het grijze afval.

Proefprojecten

De waterschappen werken in 14 proefprojecten aan oplossingen om het probleem aan te pakken. Deze projecten zijn gericht op een betere zuivering van huishoudelijk afvalwater via innovatieve technieken als actieve koolfiltratie en ozonbehandeling.

Bekijk de bijeenkomst:

Kamervragen over lozingen op oppervlaktewater

13 april 2021

Tweede Kamerlid Derk Boswijk (CDA) heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat vragen gesteld over lozingen van de chemische industrie op het oppervlaktewater.

tweede kamer inbreng

Hij deed dat naar aanleiding van de tv-uitzending ‘Troebele Wateren’ in de KRO-NCRV-serie ‘De Vuilnisman’. Daarin gaat het over lozingen van de chemische industrie op het oppervlaktewater en de gevolgen die dat heeft voor drinkwaterbedrijven. En dus voor ons drinkwater.

Effecten lange termijn

Boswijk vraagt onder meer op basis van welk beleid de zogenoemde ‘opkomende stoffen’ geloosd kunnen worden, zonder dat bekend is wat de effecten zijn op langere termijn. Ook vraagt hij zich af waarom er niet één actueel landelijk overzicht is van waar fabrieken hun afvalwater lozen. Verder vindt hij het vreemd dat drinkwaterbedrijven zelf moeten constateren wanneer de normen door lozingen van afvalwater worden overschreden.

Aanpak bij de bron

De Unie van Waterschappen steunt de vragen. De Unie vindt dat opkomende stoffen waarvan de schadelijkheid voor het milieu nog nauwelijks bekend is, niet geloosd mogen worden totdat duidelijk is of ze schadelijk zijn. De Unie is voor aanpak bij de bron: bedrijven moeten er alles aan doen om ervoor te zorgen dat deze stoffen niet in het milieu terecht komen. Ook is aanscherping van de huidige Europese toelating van stoffen nodig om meer en vroegtijdig inzicht te krijgen dat een stof gevaarlijk is voor milieu en gezondheid.

De vragen liggen nu bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat ter beantwoording. De termijn daarvoor is 3 weken.

Steeds meer boeren en tuinders werken aan schoon en voldoende water

9 april 2021

Vorig jaar is het aantal projecten in het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW) gegroeid. Het totale aantal projecten staat nu op bijna 500. Dat blijkt uit het jaarverslag DAW over 2020.



In het DAW werken boeren en tuinders aan schoon en voldoende water en een betere bodem. Zij nemen vrijwillig maatregelen op hun eigen bedrijf of doen mee in een project om meer kennis op te doen.

Kansen en uitdagingen

Met 59 nieuw gestarte projecten is het DAW in 2020 opnieuw gegroeid. Het totale aantal projecten staat nu op bijna 500. Het jaarverslag laat zien welke stappen afgelopen jaar gezet zijn, welke initiatieven gestart zijn en licht de kansen en uitdagingen van projecten toe.

Praktijkverhalen

In het jaarverslag staan ook inspirerende praktijkverhalen en hoe de DAW-aanpak bijdraagt aan de verbetering van de waterkwaliteit, de opgave op gebied van verdroging, vernatting, verzilting én een betere bedrijfsvoering.

Elkaar stimuleren

“We waarderen de inzet van boeren en tuinders enorm”, zegt Sander Mager. Hij is bestuurder bij de Unie van Waterschappen en voorzitter van het Bestuurlijk Overleg Open Teelten en Veehouderij (BOOT), die het DAW bestuurlijk begeleidt. “Met elkaar zijn we aan zet om de water- en bodemkwaliteit te verbeteren. Het is belangrijk om elkaar te blijven stimuleren om maatregelen te nemen en successen te delen. We hebben iedereen nodig om de impact van het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer nog verder te vergroten.”

Jaarverslag Deltaplan Agrarisch Waterbeheer 2020

‘Big brown data’: langjarig rioolwateronderzoek

8 april 2021

De metingen zijn een belangrijke aanvulling op de andere onderzoeken voor COVID-19 en daarom heeft minister De Jonge besloten het programma te verlengen en verder uit te breiden. Het ministerie van VWS betaalt de aanleg van de meetinfrastructuur en de dagelijkse bemonsteringen voor de komende 5 jaar.



Grote logistieke operatie

Rogier van der Sande, voorzitter van de Unie van Waterschappen: “De waterschappen en waterlaboratoria zijn blij op deze manier een bijdrage te leveren aan de bestrijding van het virus. Hiervoor is een grote logistieke operatie opgezet. De bemonsterfrequentie en het aantal bemonsteraars zijn opgehoogd en er zijn extra materialen en nieuwe bemonsteringskasten aangeschaft. Rioolwateronderzoek heeft veel potentie en wij zetten ons volop in om deze ‘big brown data’ te helpen ontsluiten.”

Dagelijkse bemonstering

Het rioolwateronderzoek is in korte tijd flink uitgebreid naar alle 314 rioolwaterzuiveringsinstallaties. Nu wordt het rioolwater van alle ruim 17 miljoen mensen in Nederland onderzocht. Op dit moment neemt 75% van de rioolwaterzuiveringsinstallaties 2 of meer monsters per week. Dat wordt zo snel mogelijk opgevoerd naar dagelijks, op alle rioolwaterzuiveringen in Nederland.

Samenwerking

Het werkbezoek van minister De Jonge vond plaats bij de rioolwaterzuivering Leiden Zuidwest en het waterlaboratorium Aquon. De waterschappen en de waterlaboratoria nemen de monsters uit het rioolwater en stellen deze beschikbaar aan het RIVM. STOWA, het kenniscentrum van de waterschappen, helpt om de benodigde gegevens goed in beeld te krijgen. Het RIVM doet de analyse van de monsters en interpretatie van de gegevens, die terug te vinden zijn op het Coronadashboard.