Pleidooi voor Europese einde-afvalstatus voor grondstoffen uit rioolwater

23 september 2021

Europarlementariër Jan Huitema (VVD) heeft gepleit voor einde-afvalcriteria voor grondstoffen uit rioolwater en zuiveringslib. Dat deed hij in schriftelijke vragen aan de Europese Commissie.



De Europese Commissie onderzoekt momenteel voor welke afvalstromen op korte termijn EU-brede einde-afvalcriteria kunnen worden ontwikkeld. Huitema pleit ervoor om prioriteit te geven aan grondstoffen uit het zuiveringsproces voor huishoudelijk afvalwater.

Actieplan voor circulaire economie

Jan Huitema was als rapporteur betrokken bij het Europese Actieplan voor circulaire economie. In zijn rapport werd de Europese Commissie opgeroepen om snel te komen met een lijst van afvalstromen die prioriteit zouden krijgen bij eventuele vaststelling van nieuwe Europese einde-afvalcriteria. De Europese Commissie is hiermee aan de slag gegaan en komt nu in een fase om keuzes te maken.

Energie- en grondstoffenfabriek

De Unie van Waterschappen is blij met het pleidooi van Huitema. Waterschappen hebben met hun energie- en grondstoffenfabrieken grote ambities om het circulaire potentieel van rioolwater en -slib beter te kunnen benutten en de kringloop te sluiten. Naast teruggewonnen water en bemestingsproducten kunnen er ook stikstof- en zwavelcomponenten, fosforzouten, biopolymeren, bioplastics, vezels, eiwitten en algen uit afvalwater en rioolslib gehaald worden.

Afval-label

Nu kan dat maar beperkt, omdat rioolwater en slib nog het juridische label ‘afval’ uit de Europese Kaderrichtlijn Afvalstoffen hebben. Dat beperkt de mogelijkheden voor de afzet van deze materialen en het ontwikkelen van een goede business case. Zonder criteria die bepalen dat deze grondstoffen niet langer als afval worden gezien, blijft handel en verdere verwerking in productieprocessen ontzettend lastig.

Lees hier de schriftelijke vragen van Jan Huitema

Op de foto: Jan Huitema (tweede van rechts) bracht in september 2020 een werkbezoek aan waterschap Amstel, Gooi en Vecht.

Waterschappen vragen aandacht voor waterkwaliteit in landelijk gebied

25 maart 2022

Op 30 maart vindt in de Tweede Kamer een Commissiedebat Landbouw, Klimaat en Voedsel met minister Staghouwer plaats. De waterschappen hebben aandacht gevraagd voor een aantal onderwerpen die dan worden besproken, zoals het Nationaal Programma Landelijk Gebied.



Het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) heeft als taak om met een gebiedsgerichte aanpak te zorgen dat de doelen van de Kaderrichtlijn Water (KRW) en de Nitraatrichtlijn in 2027 worden gehaald. Maar het NPLG heeft ook nog 3 andere dossiers: het stikstofdossier, de klimaatopgave en het natuurherstel.

Waterkwaliteitsdossier

De waterschappen zijn bezorgd dat het waterkwaliteitsdossier in het NLPG zal ondersneeuwen. En als Nederland in 2027 de KRW-doelen niet haalt, stelt de Europese Unie het in gebreke. Daarom willen de waterschappen graag weten hoe de minister ervoor gaat zorgen dat het NPLG voldoende aandacht besteedt aan de KRW en de Nitraatrichtlijn.

Stikstofopgave

Belangrijke activiteit van het NPLG is het in beeld brengen van de stikstofopgave en de maatregelen die moeten worden genomen. Voor de Nitraatrichtlijn en de KRW is al bekend wat er moet gebeuren. Voor het stikstofdossier moet dat nog in beeld worden gebracht.

Geen vertraging

De waterschappen zien als risico dat de aanpak van de waterkwaliteitsproblemen daardoor vertraagt of stil komt te liggen. Ze hopen dan ook dat de minister ervoor zorgt dat dat niet gebeurt en dat de aanpak van de waterkwaliteitsproblemen doorgaat.

Stikstoftransitiefonds

In het Stikstoftransitiefonds is 811 miljoen euro beschikbaar voor KRW-maatregelen. Het kabinet wil dit geld gebruiken om bij bepaalde beken in Natura 2000-gebieden bufferstroken aan te leggen. Dat kost veel geld. En het lost maar in een klein deel van de landbouwgebieden de waterkwaliteitsproblemen op.

Zand, klei en veen

Ook voor andere landbouwbouwgebieden op zand, klei en veen is geld nodig om de KRW-normen voor stikstof en fosfor in het oppervlaktewater te halen. De waterschappen willen daarom graag dat de minister zich ervoor inzet dat het geld voor de stikstofaanpak ook bijdraagt aan het halen van de doelen van de Nitraatrichtlijn voor oppervlaktewater en de KRW.

Stikstofmaatregelen toetsen

Bij de stikstofaanpak is het belangrijk om te toetsen of de maatregelen geen negatieve gevolgen hebben voor de kwaliteit van het oppervlaktewater. Vanwege de stikstofmaatregelen komt landbouwgrond vrij. Als grasland van stoppende veehouderijbedrijven wordt omgezet naar akkerbouw- of tuinbouwgrond, neemt het risico op uit- en afspoeling van meststoffen naar oppervlaktewater toe. Dat betekent een verslechtering van de waterkwaliteit. De waterschappen willen daarom graag dat de minister ervoor zorgt dat de kwaliteit van het oppervlaktewater verbetert als veehouders stoppen.

Lees de hele inbreng

Terugblik debat mestbeleid Tweede Kamer

17 september 2021

Op 15 september heeft de Tweede Kamer met minister Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) gesproken over het mestbeleid. Op de agenda stond de Nederlandse inzet voor het 7e actieprogramma Nitraatrichtlijn 2022-2025 (7e NAP).



Op 15 september heeft de Tweede Kamer met minister Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) gesproken over het mestbeleid. Op de agenda stond de Nederlandse inzet voor het 7e actieprogramma Nitraatrichtlijn 2022-2025 (7e NAP).

De minister heeft een maatregelenpakket voor de landbouw voorgesteld om zo de waterkwaliteit in Nederland te verbeteren. Dat deed ze mede namens de minister en staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat (IenW). Schouten wil de Tweede Kamer, de agrarische sector en andere partijen betrekken bij het opstellen van dat maatregelenpakket. Ze vindt de gezamenlijke verantwoordelijkheid belangrijk.

Forse maatregelen

Tijdens het debat in de Tweede Kamer wezen de BoerBurgerBeweging (BBB), CDA, PVV, VVD, SGP en ChristenUnie op de impact voor de agrarische sector. Zij vinden het een fors maatregelenpakket, waarin onder andere teeltvrije zones en duurzame bouwplannen zitten. De minister zegde toe dat zij voor het herfstreces een economische impactanalyse deelt met de Tweede Kamer.

Belang van waterkwaliteit

D66, ChristenUnie, PvdA, GroenLinks en Partij voor de Dieren wezen in het debat op het belang van een goede waterkwaliteit. Zij zien waterkwaliteit in samenhang met de klimaat-, natuur- en stikstofcrisis. De minister beloofde dat zij de kwalitatieve consequenties aangeeft van derogatie, waaronder de waterkwaliteit en de financiële gevolgen. Derogatie geeft de mogelijkheid om af te wijken van de door de EU vastgestelde norm van 170 kg stikstof uit dierlijke mest per hectare grond.

Kaderrichtlijn Water

Ook komt er een overzicht vanuit het ministerie van IenW naar de Kamer waarin de gevolgen staan als de doelen van de Kaderrichtlijn Water (KRW) niet gehaald worden. De minister benadrukte dat het forse maatregelenpakket nodig is voor het halen van de doelen van de KRW en Nitraatrichtlijn. En dat de tijd steeds krapper wordt om ze uit te voeren.

Teeltvrije zones

Over de teeltvrijezones meldde minister Schouten dat ze gaat praten met waterbeheerders over de vraag waar deze zones effectief zijn. Teeltvrije zones helpen de waterkwaliteit te verbeteren. Ze hebben ook effect op biodiversiteit en vermindering van gewasbeschermingsmiddelen in het oppervlaktewater. Er wordt een afwegingskader opgesteld met waterbeheerders, wetenschap en de sector over waar en in hoeverre afgeweken kan worden van de teeltvrije zone. Dit kader wordt gedeeld met de Kamer.

Consultatie

De minister wil de Tweede Kamer, de agrarische sector en andere partijen zo snel mogelijk betrekken. Zo kunnen hun inzichten meegenomen worden in de verdere uitwerking. Daarom is er nu een consultatie over de maatregelen. De minister staat open voor wijzigingen. Maar die moeten wel leiden tot tenminste hetzelfde effect op de waterkwaliteit.

Aandacht voor waterkwaliteit hard nodig

De Unie van Waterschappen is blij dat er meer aandacht lijkt te zijn voor waterkwaliteit in het ontwerp van het 7e actieprogramma Nitraatrichtlijn. Deze aandacht is ook hard nodig. Het is nog een flinke klus om in 2027 de doelen van de Kaderrichtlijn Water te halen. De Unie onderzoekt of de nu voorgestelde maatregelen voldoende zijn en bespreekt de uitkomsten met de waterschappen. Hieruit volgt een inhoudelijke zienswijze die de Unie zal indienen bij LNV.

> Ontwerp 7e actieprogramma Nitraatrichtlijn

Eerste stap richting nieuwe meetmethode microplastics uit kleding

16 september 2021

Bij het maken, dragen, wassen en drogen van synthetische kleding komen microplastics vrij, alleen hoeveel en hoe is nog onduidelijk. De ontwikkeling van een nieuwe meetmethode is een grote stap op weg naar minder milieuvervuiling en mogelijke gezondheidseffecten door microplastics uit kleding. Op 14 september presenteerde TNO een adviesrapport.



Het adviesrapport gaat over de ontwikkeling van een nieuwe methode om te meten waar en wanneer microplastics uit kleding vrijkomen. TNO schreef dit advies in de vorm van een voorstel voor een vervolgonderzoeksprogramma. Dit deden ze in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en het stakeholdernetwerk ‘Iedereen draagt bij’, waar de Unie van Waterschappen deel van uitmaakt. Dit netwerk werkt samen aan het verminderen van het vrijkomen van microplastics uit kleding.

Watermonsters vergelijken

Het TNO rapport is een eerste stap in de ontwikkeling van de nieuwe meetmethode. Het voorstel is om de meetmethode te testen in verschillende situaties (het maken en wassen van kleding en het zuiveren van rioolwater) door watermonsters te vergelijken. Hiermee kan in de toekomst onderzocht worden hoeveel plastic er wanneer vrijkomt in water. Door deze methode wordt in beeld gebracht welke maatregelen de grootste impact hebben op het verminderen van microplastics uit kleding.

Minder microplastics voor beter water

De waterschappen worden zowel in hun rol als waterkwaliteitsbeheerder en als zuiveringsbeheerder geconfronteerd met plastic zwerfvuil en microplastics in oppervlaktewater en rioolwater. Voor een groot deel worden microplastics door rioolwaterzuiveringen eruit gehaald, maar niet alles. Het verminderen van microplastics uit synthetische kleding zorgt ervoor dat nog minder microplastics op de rioolwaterzuivering of in het milieu terechtkomen.

Microplastics vind je niet alleen in kleding. Waar kun je microplastics nog meer vinden? Bekijk de infographic

Kamerleden stellen vragen over verbetering waterkwaliteit

22 maart 2022

Tijdens het wekelijkse Vragenuurtje in de Tweede Kamer stelde Tjeerd de Groot (D66) vragen over een mogelijke watercrisis in Nederland. Aanleiding voor zijn vragen was een artikel in NRC over het langzame tempo van de verbetering van de waterkwaliteit.



De Groot wilde weten of Nederland een watercrisis riskeert als het in 2027 niet kan voldoen aan de Kaderrichtlijn Water. Nederland lijkt het slechtste jongetje van de klas: we staan onderaan de tabel van landen die de waterkwaliteit goed op orde hebben. Hij vroeg zich af wat het kabinet gaat doen om te voorkomen dat Nederland weer op slot gaat zoals in de stikstofcrisis.

Herstel kost tijd

Minister Mark Harbers van Infrastructuur en Waterstaat verblijft in het buitenland. Daarom reageerde staatssecretaris Vivianne Heijnen. Volgens haar moet Nederland vol aan de bak met de waterkwaliteit. Het gaat al beter en we gaan volgens haar voldoen aan de Kaderrichtlijn Water (KRW) omdat Nederland alle maatregelen neemt. De doelen van 2027 zullen we misschien niet halen, omdat herstel ook tijd kost: als je een maatregel neemt om de waterkwaliteit te verbeteren, is dat soms niet direct zichtbaar.

Gezamenlijke verantwoordelijkheid

De Groot vroeg verder wat het kabinet doet met gemeenten die onvoldoende maatregelen treffen. Heijnen benadrukte dat waterkwaliteit een gezamenlijke verantwoordelijkheid is.

Veel meten

Eva van Esch van de Partij voor de Dieren wilde van Heijnen weten hoe het komt dat we al 22 jaar bezig zijn om de waterkwaliteit te verbeteren, maar dat toch maar 1 procent van de wateren op orde is. De staatssecretaris antwoordde dat we in Nederland veel meten. Dan krijg je andere uitkomsten. Een land dat niet of weinig meet, krijgt het label ‘goed’. Dat geeft een vertekend beeld.

Belemmering economie

Chris Stoffer van de SGP wilde daarop weten of onze norm niet te strak is in vergelijking met Europa. Heijnen zei dat de minister daar nog met een antwoord op komt. Ten slotte vroeg Fahid Minhas van de VVD hoe we voorkomen dat de economie wordt belemmerd als we niet voldoen aan de Kaderrichtlijn Water. Heijnen antwoordde daarop dat het risico niet zo groot wordt ingeschat en in ieder geval geen landelijk probleem wordt.

Rol waterschappen

De waterschappen brengen regelmatig bij de Kamer onder de aandacht hoe de KRW-doelen gehaald kunnen worden.

> Artikel NRC: Nederland riskeert watercrisis in 2027

Vewin en Unie van Waterschappen roepen Eurocommissaris Timmermans op PFAS te verbieden

14 september 2021

Vewin en de Unie van Waterschappen hebben Frans Timmermans opgeroepen in de hele EU alle PFAS- stoffen te verbieden. Dat deden zij in een gesprek met het kabinet van de uitvoerend vicevoorzitter van de Europese Commissie op 14 september.



De enige manier om PFAS aan te pakken en uit te faseren, is aanpak aan de bron. Eenmaal in het water of in de bodem, zijn de stoffen lastig om te verwijderen. Het moet daarom zoveel mogelijk voorkomen worden dat PFAS in het milieu terecht kan komen, vinden Vewin en de Unie. Daarom pleitten ze in het gesprek met Lukas Visek van het kabinet van Timmermans voor een totaalverbod op PFAS-stoffen.

Verbod op niet-noodzakelijke toepassingen

Nederland heeft met een aantal landen recentelijk een verbod voor niet-noodzakelijke toepassingen voorgesteld, en werkt nu aan het uiteindelijke voorstel hiervoor. Sinds 2020 werkt Nederland daarin samen met Duitsland, Denemarken, Zweden en Noorwegen. Doel is om het gebruik van PFAS aan banden te leggen en het milieu en de gezondheid te beschermen. Alle niet-noodzakelijk schadelijke PFAS-stoffen, zo’n 6.000 in totaal, gaan voor het eerst in één keer verboden worden. Dat maakt dit voorstel het meest uitgebreide en complexe verbod tot nu toe. Wel biedt het voorstel ruimte voor uitzondering van toepassingen die als onmisbaar worden gezien.

Niet ver genoeg

Vewin en de Unie zijn blij met deze actie van deze lidstaten, maar vinden het niet ver genoeg gaan. Ze pleiten nadrukkelijk voor een totaalverbod op PFAS.

3 belangrijke principes

De Europese Commissie publiceerde in mei van dit jaar het zero pollution action plan. Daarin geeft de Commissie aan dat het milieuvervuiling wil voorkomen, die aan de bron gaat aanpakken en ervoor gaat zorgen dat de vervuiler ervoor betaalt. De VEWIN en de Unie willen deze 3 belangrijke principes van het EU-milieubeleid ook strikt toegepast zien op het reguleren van PFAS-stoffen.

Europese aanpak belangrijk

Het is belangrijk een verbod op PFAS-stoffen Europees te regelen. Chemische stoffen zoals PFAS worden op EU-niveau gereguleerd via de REACH-wetgeving . Deze wetgeving gaat over toelating en restricties. Nederland ligt bovendien aan het eindpunt van onder meer de Maas en de Rijn, waarin deze stoffen ook aangetroffen worden.

PFAS schadelijker dan gedacht

Een advies van het Europese Agentschap voor Voedselveiligheid (EFSA) van september 2020 stelt dat de PFAS-stoffen nog schadelijker zijn dan eerder gedacht. Dat onderbouwt de noodzaak van extra maatregelen bovenop het eerdere voorstel. Het RIVM adviseert om de totale hoeveelheid PFAS die mensen gedurende hun leven binnenkrijgen via voedsel en drinkwater verder omlaag te brengen.

Dweilen met de kraan open

Internationale bronaanpak is hiervoor de beste aanpak. Anders is het dweilen met de kraan open. Verschillende lidstaten, waaronder Nederland, zijn aan de slag met het advies van EFSA. Vewin en de Unie roepen de Commissie op om dit in Europees verband te behandelen. De relevante wetgeving is immers Europees. Het is ongewenst dat ieder land voor zich de nieuwe inzichten vertaalt in eigen beleid.

7e actieprogramma Nitraatrichtlijn: meer aandacht voor waterkwaliteit

8 september 2021

In een brief naar de Tweede Kamer heeft de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, mede namens de minister en staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, een maatregelenpakket voorgesteld voor de landbouw om de waterkwaliteit in Nederland te verbeteren.



De Unie van Waterschappen vindt het goed dat er meer aandacht lijkt te zijn voor waterkwaliteit. Deze aandacht is ook heel hard nodig. Het is nog een flinke opgave om in 2027 de doelen van de Kaderrichtlijn Water te halen.

Mix van faciliteren en verplichten

Daarbij is de Unie voorstander van een combinatie van vrijwillige maatregelen en maatregelen die in de landelijke mestwetgeving of waterwetgeving kunnen worden opgenomen. Maatregelen die ervoor zorgen dat meststoffen beschikbaar zijn voor het gewas (goed voor de agrariër) en niet uit- en afspoelen (goed voor grond- en oppervlaktewater).

Of de nu voorgestelde maatregelen daar voldoende voor zijn, gaat de Unie onderzoeken en met de waterschappen bespreken. Daarna volgt een reactie met een inhoudelijke zienswijze.

> 7e Actieprogramma Nitraatrichtlijn

Waterschappen: ‘Integrale aanpak bodem en ondergrond is hard nodig’

2 september 2021

Voor een Commissiedebat Leefomgeving op 9 september hebben de waterschappen Kamerleden een aantal aandachtspunten meegegeven over gewasbeschermingsmiddelen en over bodem en ondergrond.

boerderij met weiland en sloot in vogelvluchtperspectief

Gewasbeschermingsmiddelen buiten de landbouw

De kwaliteit van het oppervlaktewater in Nederland is nog onvoldoende om in 2027 de doelen van de Europese Kaderrichtlijn Water te halen. Op de helft van de meetlocaties zitten nog te veel gewasbeschermingsmiddelen in het oppervlaktewater. De waterschappen maken zich daar zorgen over.

Daarnaast worden er nog steeds gewasbeschermingsmiddelen gebruikt op bijvoorbeeld sportvelden en golfbanen. Tussen 2015 en 2018 werden hiervoor middelen gebruikt die niet meer zijn toegestaan, blijkt uit informatie van het RIVM. Ook dat kan negatieve gevolgen hebben voor de waterkwaliteit.

De waterschappen willen graag weten wat de staatssecretaris aan deze overtredingen op sportvelden en golfbanen gaat doen. Ook zijn ze benieuwd of er na 2018 geen verboden middelen meer zijn gebruikt.

Bodem en ondergrond

Economisch onderzoeks- en adviesbureau Decisio beschrijft in een rapport een brede doelstelling over bodem en ondergrond. De minister lijkt alleen te kijken naar bodemverontreiniging, inclusief de nieuwe stoffen. De waterschappen willen daarom graag weten wat de staatssecretaris aan acties onderneemt op de overige onderwerpen die in het rapport van Decisio worden genoemd.

Integrale aanpak nodig

De waterschappen zien een sterke verbinding tussen de bodem en het watersysteem. Bij de aanpak van problemen als verontreinigingen of klimaatbestendigheid, zijn bodem- en waterbeleid onlosmakelijk met elkaar verbonden. Voor de waterschappen is daarom een integrale kijk op bodem en water essentieel.

Het lijkt er echter op dat het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat vooral actuele problemen oplost en niet werkt aan het voorkomen van toekomstige knelpunten. Maar de praktijk vraagt juist om integrale oplossingen.

Onderzoek STOWA: Diversiteit waterinsecten neemt toe

24 augustus 2021

De afgelopen 30 jaar is de diversiteit aan waterinsecten toegenomen. Tegelijkertijd nam het totaal aantal insecten af. Dit blijkt uit onderzoek van kennisinstituut STOWA.



In 2017 kwamen alarmerende berichten naar buiten over de insectenpopulatie in Duitsland. Het aantal vliegende insecten was volgens onderzoek in een groot aantal natuurgebieden met ruim 75% afgenomen. Dit was voor STOWA de aanleiding om de langjarige ontwikkeling van de waterinsectenpopulatie in Nederland te onderzoeken. Hiervoor zijn monitoringsgegevens verzameld van een periode van 27 jaar, die 8 waterschappen in het zuiden, oosten en westen van het land hebben bijgehouden.

Minder insecten, hogere diversiteit

Het totaal aantal insecten nam in die periode met de helft af. Vooral bij dansmuggen en haften zien we sterke afnames, terwijl deze insectengroepen juist heel groot in aantal waren. Tegelijkertijd stijgt het aantal kokerjuffers en libellen. Dit komt omdat de waterkwaliteit de afgelopen 30 jaar sterk verbeterd is en insectengroepen als kokerjuffers en libellen daar baat bij hebben.

De meest veelvoorkomende soorten kwamen minder voor. Andere, zeldzamere soorten kwamen juist meer voor. Daarom is er nu een gelijkere verdeling van de aantallen individuen over de insectensoorten en is er sprake van een stijgende diversiteit.

Harde werk wordt beloond

Dat de verbetering van de waterkwaliteit leidt tot een toename van de biodiversiteit is positief nieuws. “Als waterschappen investeren we veel in het verbeteren van de waterkwaliteit. Het is goed om te zien dat de energie die wij hierin steken resultaten oplevert”, zegt Michaël Bentvelsen, beleidsadviseur Waterkwaliteit bij de Unie van Waterschappen.

We zijn er nog niet

Hoewel de waterkwaliteit ten opzichte van 30 jaar terug sterk is verbeterd, zijn in veel wateren de concentraties van nutriënten en toxische stoffen nog steeds boven de vastgestelde normen. De waterinsectengemeenschap is daardoor op veel plaatsen nog niet wat het zou moeten zijn.

Dit onderzoek van STOWA laat zien dat verdergaande verbetering van de waterkwaliteit en natuurvriendelijk oever- en waterbeheer kunnen leiden tot verder herstel van waterinsecten-gemeenschappen. Daarom blijft de Unie van Waterschappen aandacht vragen voor waterkwaliteit en factoren als natuurvriendelijke inrichting, beheer en onderhoud, landbouw, overstorten, en industriële emissies.

Lees hier meer over het onderzoek

Officiële start voor Europees PFAS-verbod

19 juli 2021

Nederland heeft samen met 4 andere landen het Europese PFAS-verbod officieel aangemeld bij het Europees chemicaliën agentschap (ECHA). De waterschappen zijn blij met deze officiële start van het proces om te komen tot een Europees verbod.



Nederland werkt sinds 2020 samen met Duitsland, Denemarken, Zweden en Noorwegen aan dit Europese verbod. Doel is om het gebruik van PFAS aan banden te leggen en ons milieu en onze gezondheid te beschermen. Bijzonder aan dit voorstel is dat alle schadelijke PFAS stoffen, zo’n 6000 in totaal, voor het eerst in één keer verboden gaan worden. Dat maakt dit de meest uitgebreide en complexe restrictie tot nu toe.

Verbod op alle toepassingen

Hoe het Europese verbod eruit komt te zien en voor welke producten dit gaat gelden, is nu nog niet te zeggen. Het verbod zal zich richten op alle toepassingen van PFAS, met uitzondering van enkele toepassingen die als onmisbaar worden gezien. Het aanmelden bij ECHA is de eerste officiële stap om tot een verbod te komen.

Aanpak aan de bron

De Unie van Waterschappen pleitte al eerder voor een totaalverbod op PFAS, ook voor de zogenoemde essentiële toepassingen. De enige manier om PFAS aan te pakken en uit te faseren, is aanpak aan de bron, vinden de waterschappen. Het moet zoveel mogelijk voorkomen worden dat PFAS in het milieu terecht komt.

Vóór 2025 in werking

Komend jaar wordt de informatie over het gebruik van PFAS verder geanalyseerd en wordt het restrictievoorstel onderbouwd. Ook wordt gekeken voor welke toepassingen eventueel een uitzondering op het verbod nodig is. Het restrictievoorstel wordt in juli 2022 ingediend. Het streven is dat de restrictie nog vóór 2025 in werking treedt.

Strengere eisen

Totdat er een verbod in werking treedt, beperken andere maatregelen de uitstoot. Zo zijn de afgelopen jaren steeds strengere eisen gesteld aan het gebruik van sommige PFAS. Ook geldt er al een verbod op PFOA en PFOS, 2 stoffen die behoren tot de PFAS groep. Door nu die hele grote groep PFAS in één keer te verbieden, wordt voorkomen dat de ene schadelijke PFAS wordt vervangen door een andere die later ook weer schadelijk blijkt.

Zie ook de informatie van de Rijksoverheid