Waterpoort: Hoe staan we ervoor met de Kaderrichtlijn Water?

31 mei 2022

Op 30 mei vond de eerste editie van de heropgerichte Waterpoort plaats in Perscentrum Nieuwspoort. Samen met Vewin, de vereniging van drinkwaterbedrijven, organiseerde de Unie van Waterschappen een paneldiscussie over wat er nodig is om de doelen van de Kaderrichtlijn Water (KRW) te halen.



Gespreksleider Elisabeth van den Hoogen opende de Poort met een kort interview met Rogier van de Sande en Peter van der Velden, voorzitters van de Unie van Waterschappen en Vewin. Beiden gingen in op de opmerking van minister Harbers van Infrastructuur en Waterstaat dat Nederland de doelen van de KRW niet ging halen. Mag hij zoiets zeggen, was de vraag. Van der Velden vindt van niet. Toch ziet Van de Sande in waarom Harbers de uitspraak deed: “Hij heeft de plicht om de urgentie van waterkwaliteit duidelijk te maken. Hopelijk wordt dat door deze uitspraak duidelijk.”

Aanpakken bij de bron

De aanwezigen waren het erover eens dat bronbeleid onmisbaar is om de doelen van de KRW te halen. Maar niet alleen bronbeleid is belangrijk. Ook zijn gebiedsgerichte maatregelen nodig, zei Fahid Minhas, waterwoordvoerder voor de VVD. Volgens hem mag het Rijk daarin ook meer de regie pakken. Zij moeten zich tenslotte namens Nederland verantwoorden naar Europa toe.

Geef waterschappen een taak

Sander Mager, bestuurder bij de Unie van Waterschappen, vertelde dat het huidige beleid van waterschappen niet gebaseerd is op het aanpakken bij de bron. Dat is wel nodig en daarin ligt een grote opgave. Daarom vragen de waterschappen ook aan het Rijk om hen een taak te geven.

Een sluipend probleem

Om de urgentie te voelen en door te pakken, is een crisis nodig. Maar waterkwaliteit vormt een sluipend probleem. Het is daarom belangrijk om niet nog meer plannen te maken, maar juist de plannen die er liggen uit te voeren. Wim Drossaert, bestuurder bij Vewin, pleitte er daarom voor om nu maatregelen te nemen en ons niet te verschuilen achter andere problemen zoals droogte.

Watertransitie nodig

Duidelijk voor alle aanwezigen was dat er een watertransitie nodig is. Als samenleving moet Nederland leren anders met water om te gaan. Minhas gaf aan dat het lastig is om dat aan mensen duidelijk te maken. “Het raakt ze niet in de portemonnee zoals dat bijvoorbeeld met energie wel gebeurt.”

Volgende Waterpoort

De volgende Waterpoort is op 29 september 2022. Deze zal gaan over de woningbouw en water.

Waterschappen: verbied professioneel gebruik gewasbeschermingsmiddelen buiten de landbouw

30 mei 2022

Op 1 juni behandelt de Tweede Kamer de Wijziging van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden. De waterschappen hebben de Kamerleden een aantal aandachtspunten meegegeven. Het gebruik van dit soort middelen heeft immers veel invloed op de waterkwaliteit.

gewasbeschermingsmiddelen

De waterschappen vinden dat het professioneel gebruik van gewasbeschermingsmiddelen op verharde terreinen (zoals bestrating) en onverharde terreinen (zoals parken) buiten de land- en tuinbouw verboden moet worden.

Verbod opnieuw van kracht

Dat verbod gold al tussen 2017 en 2020. Maar in november 2020 heeft het Gerechtshof in Den Haag uitspraak gedaan waardoor het gebruik weer werd toegestaan. Het wetsvoorstel dat de Kamer nu bespreekt, zorgt ervoor dat het verbod opnieuw van kracht wordt.

Waterschappen steunen wetswijziging

De waterschappen steunen deze wetswijziging. Gewasbeschermingsmiddelen hebben immers negatieve effecten op de kwaliteit van het oppervlaktewater en de in het water levende planten en dieren.

Gebruik door particulieren

Het wetsvoorstel regelt ook de wettelijke grondslag om in de toekomst een verbod op het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen door particulieren in te stellen. Waterschappen zijn voorstander van zo’n verbod.

Gebruik in de landbouw

Voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in de landbouw zijn in 2020 afspraken gemaakt met als doel om in 2027 de doelen van de Kaderrichtlijn Water te halen. Ook moeten in 2030 de emissie van gewasbeschermingsmiddelen vanuit de land- en tuinbouw tot nagenoeg nul zijn teruggebracht.

Lees de hele inbreng

Dit vindt de Unie van het beleidsprogramma Infrastructuur en Waterstaat

27 mei 2022

boerderij met weiland en sloot in vogelvluchtperspectief

De eerste prioriteit van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) ligt bij de instandhouding van de infrastructuur en de vergunningverlening en handhaving. Ook de waterschappen zien dit als een belangrijk aandachtspunt. De Unie van Waterschappen maakt zich zorgen dat de versterking in dit huidige tempo te langzaam gaat en er daardoor incidenten blijven optreden.

Deltafonds wordt aangevuld

De minister geeft verder aan dat het Deltafonds vanaf 2026 structureel met 250 miljoen euro wordt aangevuld om achterstanden weg te werken en het Deltaprogramma te versnellen. Vergunningverlening, toezicht en handhaving worden versterkt door aanpassingen in opleidingen, kennis, data en monitoring. Hiervoor wordt 18 miljoen euro gereserveerd.

Water en bodem leidend

In het onderdeel over Water en Bodem staat hoe er invulling wordt gegeven aan de ambitie van het kabinet om water en bodem meer leidend te laten zijn voor de ruimte. Dit wordt voor oktober uitgewerkt voor de zandgronden, veenweidegebieden, diepe polders, ruimte voor het watersysteem en stedelijk gebied. Dit gebeurt tegelijk met de aanpak van grote opgaven zoals woningbouw en het Nationaal Programma Landelijk Gebied. Het is belangrijk dat er concrete handvatten komen voor hoe water en bodem leidend kunnen zijn ruimtelijke plannen. Er moet volgens de Unie nog een slag worden geslagen in die concretisering.

Klimaatadaptatie ontbreekt

De Unie van Waterschappen mist klimaatadaptatie. Er wordt wel aangegeven dat er voor het hoofdwatersysteem meer ruimte wordt gereserveerd voor water. Maar aandacht voor de regionale watersystemen en benodigde maatregelen om wateroverlast te beperken ontbreekt. Ook vindt de Unie het opvallend dat er niets over een dwingender karakter van de watertoets terugkomt in het beleidsprogramma.

Zorg over aanpak waterkwaliteit

Ook bestaande ambities en hoe die moeten worden waargemaakt hebben een plek gekregen in het beleidsprogramma. In 2027 moeten de Europese waterkwaliteitsdoelstellingen (Kaderrichtlijn Water) worden gerealiseerd. Het beleidsprogramma beschrijft de al in gang gezette aanpak. Hiervoor wordt naast bestaande beleidssporen ingezet op de regionale aanpak van het Nationaal Programma Landelijk Gebied. Dat zijn gebiedsplannen die onder regie van de provincies in juni 2023 klaar moeten zijn. De Unie van Waterschappen vindt het zorgelijk dat de waterkwaliteitsaanpak in dit programma beperkt blijft tot de beekdalen, terwijl het vraagstuk breder is. In 2024 wordt de voortgang van de waterkwaliteitsaanpak breed geëvalueerd. Veel zal afhangen van de resultaten die dit oplevert.

Kader voor herbruikbare stoffen

Het beleidsprogramma IenW gaat terecht in op circulariteit. Hergebruik van grondstoffen, zoals effluent en fosfaat, worden steeds belangrijker. Maar dat is alleen haalbaar als er een duidelijke strategie geformuleerd wordt. Er zijn keuzes nodig op het gebied van stoffenbeleid. In de huidige praktijk is hergebruik lastig. Dat komt doordat er geen werkbaar afwegingskader is voor de kwaliteit van herwinbare stoffen en het voorkómen van verontreinigingen in de gebruiksfase. De Unie van Waterschappen ziet graag dat daar een goed kader voor komt.

> Beleidsprogramma Infrastructuur en Waterstaat

Waterschappen: waterkwaliteit belangrijk in Nationaal Programma Landelijk Gebied

25 mei 2022

Op 7 juni vindt het jaarlijkse Commissiedebat Water in de Tweede Kamer plaats. De waterschappen hebben hun zorgen geuit over de waterkwaliteit.

Polderlandschap met klein gemaal

Een van de zorgen is dat het Nederlandse oppervlaktewater nog niet voldoet aan de normen van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW). Waterschappen hebben samen met andere overheden de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in het verbeteren van de waterkwaliteit. Maar ze kunnen dat niet alleen. Ook industrie, landbouw en bewoners moeten aan de slag. De rol van het rijk met landelijk beleid en wetgeving speelt daarbij een belangrijke rol.

Landelijk gebied

Eén van de programma’s waarin wordt gewerkt aan waterkwaliteit is het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG). De waterschappen vinden het belangrijk dat ook de waterkwaliteit goed wordt meegenomen in het NPLG. De aandacht moet niet alleen op stikstof en klimaat liggen.

Stikstof en fosfor

Bij het waterkwaliteitsprobleem in de landbouw gaat het om de uitstoot van onder andere stikstof en fosfor naar het oppervlaktewater. Dat komt vooral door het uit- en afspoelen van meststoffen uit landbouwpercelen. In alle landbouwgebieden in Nederland voldoet de waterkwaliteit niet aan de normen voor stikstof en fosfor in het water. Daar maken de waterschappen zich zorgen over.

Maatregelen toetsen

De waterschappen pleiten er verder voor dat wordt getoetst of stikstofmaatregelen geen negatieve gevolgen hebben voor de kwaliteit van het oppervlaktewater. Elke maatregel in de stikstofaanpak zou moeten bijdragen aan de waterkwaliteitsdoelen, of in ieder geval geen negatieve gevolgen moeten hebben voor het oppervlaktewater.

Nu uitvoeren

De waterkwaliteitsopgaven in het NPLG zijn al in beeld gebracht, net als de maatregelen die per provincie moeten worden genomen. De waterschappen roepen daarom op om nu al te starten met het uitvoeren van deze maatregelen. Dat is nodig omdat er juridische procedures dreigen. De Europese Commissie zal Nederland in gebreke stellen als het in 2027 de KRW-doelen niet heeft gehaald.

Lees de hele inbreng

Veel mogelijkheden in rioolwater voor circulaire economie

11 november 2021

Op 18 november staat een commissiedebat Circulaire Economie gepland in de Tweede Kamer. De waterschappen hebben een aantal aandachtspunten geleverd voor dit debat.



Zo roepen de waterschappen het kabinet op om meer tempo te maken om de doelen van Nederland circulair in 2050 te halen. De waterschappen winnen 18 verschillende grondstoffen terug uit het rioolwater. Maar daarbij lopen ze tegen afvalwet- en regelgeving aan die stamt uit de jaren 70.

Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat is gestart met de voorbereidingen voor specifieke ministeriële regelingen om ervoor te zorgen dat struviet en cellulose niet meer worden aangemerkt als afval. Daarmee kunnen de waterschappen verder geholpen worden, maar dit mag niet zolang gaan duren als de procedure voor het rechtsoordeel, die bijna 6 jaar duurt. De circulaire ambities van de waterschappen worden gedempt door gebrek aan ambitie bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.

Daarnaast vinden de waterschappen dat er meer aandacht moet komen voor biogrondstoffen en biogebaseerde kunststoffen die uit het rioolwater worden gehaald.

Lees de volledige inbreng

Kamer vraagt aandacht voor wetswijziging gewasbeschermingsmiddelen

8 november 2021

De Tweede Kamer heeft de signalen van de watersector over de wetswijziging gewasbeschermingsmiddelen goed opgepakt. Het verslag van de Tweede Kamer over het wetsvoorstel sluit aan bij het standpunt van de drinkwaterbedrijven en waterschappen.



Eerder was er al een verbod op gewasbeschermingsmiddelen buiten de land- en tuinbouw, maar door een uitspraak van het Gerechtshof in Den Haag was het sinds vorig jaar weer mogelijk buiten de land- en tuinbouw bestrijdingsmiddelen te gebruiken. De Tweede Kamer wil deze uitspraak met een wetswijziging nu terugdraaien.

Debat in de Kamer

De watersector roept op ook aanvullende beperkingen op te leggen voor particulier gebruik. In het algemeen vindt de commissie het wetsvoorstel nu voldoende voorbereid. Er kan binnenkort in een plenaire vergadering over gedebatteerd worden en later stemt de Kamer over het wetsvoorstel

Te hoge concentraties in oppervlaktewater

De drinkwaterbedrijven en waterschappen roepen de staatssecretaris op deze wetswijziging zo snel mogelijk in werking te stellen. Op de helft van de meetlocaties in oppervlaktewater worden gewasbeschermingsmiddelen in te hoge concentraties aangetroffen. Bovendien staat het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen buiten de landbouw haaks op de afspraak die 10 partijen uit de land- en tuinbouw, fabrikanten van gewasbeschermingsmiddelen, watersector en natuur- en milieubescherming vorig jaar met de overheid hebben gemaakt.

Gebruik door particulieren

De wijziging in de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden biedt ook een basis voor het gebruik van dergelijke middelen door particulieren. Zij zijn vaak niet goed op de hoogte van de risico’s voor mens, dier en milieu en de voorschriften voor zorgvuldig gebruik. De waterschappen en drinkwaterbedrijven zijn daarom voorstander van een verbod voor particuliere gebruikers.

Lees de inbreng van de waterschappen en de drinkwaterbedrijven

Staat van Ons Water 2021: Waterkwaliteit verbetert, maar er moet nog veel gebeuren

18 mei 2022

Een goede kwaliteit van het oppervlakte-, grond- en drinkwater is van levensbelang voor de gezondheid van mens en natuur. De afgelopen decennia is de waterkwaliteit in Nederland verbeterd. Maar volgens de rapportage de Staat van Ons Water 2021 is het een uitdaging om de doelen van de Europese Kaderrichtlijn Water te halen.



De Staat van Ons Water is de rapportage waarmee de minister van Infrastructuur en Waterstaat elk jaar in mei de Tweede Kamer informeert over de ontwikkelingen in het waterbeleid. Het rapport over 2021 is deze week gepubliceerd.

Kaderrichtlijn Water

Het doel van de Kaderrichtlijn Water (KRW) is om in 2027 chemisch schoon en ecologisch gezond oppervlaktewater en grondwater te hebben. Op grond van de KRW worden iedere 6 jaar stroomgebiedbeheerplannen opgesteld. In deze plannen staan de doelen, het waterkwaliteitsbeeld en de maatregelen van Rijk en regionale overheden om de waterkwaliteit verder te verbeteren.

Synergie

In 2021 is de uitvoering van de maatregelen uit de stroomgebiedbeheerplannen 2016-2021 afgerond. Bij de uitvoering van de maatregelen hebben waterbeheerders synergie gezocht met andere opgaven. Denk aan de aanleg van natuur, zoetwaterbeschikbaarheid, biodiversiteit en klimaatadaptatie. Er is veel bereikt. De otter is weer terug en zowel het aantal waterinsecten als de biodiversiteit ervan is licht gestegen. Zo staat in de Staat van Ons Water 2021. Toch is het een uitdaging om de doelen van de KRW te halen. Intensief grondgebruik leidt tot hoge milieudruk op water, natuur en bodem.

Wat doen de waterschappen?

Om ervoor te zorgen dat de waterkwaliteit verbetert, investeren de waterschappen flink. Bijvoorbeeld in het herstel van leefgebieden van planten en dieren. En in betere en efficiëntere zuivering van rioolwater. Maar ook landbouw, industrie en het Rijk moeten hun steentje bijdragen. Daarom vragen waterschappen om landelijke afspraken die het gebruik van kunstmest en gewasbeschermingsmiddelen verder terugdringen.

Totaalverbod PFAS

Om ervoor te zorgen dat ook gevaarlijke en chemische stoffen niet in het water terecht komen, vragen de waterschappen het kabinet om strakke regelgeving voor de industrie en handhaving daarvan. Belangrijk is de aanpak van medicijnresten, microplastics, zware metalen en van zeer zorgwekkende stoffen. De Unie van Waterschappen pleit samen met de Vereniging van Waterbedrijven in Nederland (Vewin) voor een totaalverbod op PFAS.

Waterpoort

Op maandag 30 mei organiseren Vewin en de Unie van Waterschappen de eerste Waterpoort, een debatavond in Perscentrum Nieuwspoort. Het thema is de Kaderrichtlijn Water. Hoe staan we ervoor? Wat is er nodig van de politiek om de doelen te halen? En hoe voorkomen we dat de KRW een tweede stikstofdossier wordt? Daarover debatteren panelleden Fahid Minhas, Tweede Kamerlid VVD, Sander Mager, bestuurslid Unie van Waterschappen en Wim Drossaert, bestuurslid Vewin.

Aanmelden kan hier

De Staat van Ons Water 2021

De Staat van Ons Water is een gezamenlijke rapportage van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, de Unie van Waterschappen, de Vereniging van Waterbedrijven in Nederland, het Interprovinciaal Overleg en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.

> Lees de Staat van ons Water 2021

Watersector steunt wetswijziging gewasbeschermingsmiddelen

26 oktober 2021

Door een uitspraak van het Gerechtshof in Den Haag was het sinds vorig jaar weer mogelijk om buiten de land- en tuinbouw gewasbeschermingsmiddelen te gebruiken. De Tweede Kamer wil deze uitspraak met een wetswijziging terugdraaien. De waterschappen en drinkwaterbedrijven steunen dit van harte.



Op 1 november kunnen Kamerleden inbreng leveren op de wetswijziging Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden. Voorstel is om het verbod voor professioneel gebruik van gewasbeschermingsmiddelen buiten de land- en tuinbouw opnieuw in te stellen.

Te hoge concentraties in oppervlaktewater

De waterschappen en de drinkwaterbedrijven roepen de staatssecretaris op om deze wetswijziging zo snel mogelijk in werking te stellen. Op de helft van de meetlocaties worden gewasbeschermingsmiddelen in te hoge concentraties in het oppervlaktewater gevonden. Bovendien staat het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen buiten de landbouw haaks op de afspraak die 10 verschillende partijen uit de land- en tuinbouw, fabrikanten van gewasbeschermingsmiddelen, watersector en natuur- en milieubescherming vorig jaar met de overheid hebben gemaakt.

Gebruik door particulieren

De wijziging in de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden wil ook een basis bieden voor het gebruik van dergelijke middelen door particulieren. Zij zijn vaak niet goed op de hoogte van de risico’s voor mens, dier en milieu en de voorschriften voor zorgvuldig gebruik. De waterschappen en drinkwaterbedrijven zijn daarom voorstander van een verbod voor particuliere gebruikers.

Lees de inbreng van de waterschappen en de drinkwaterbedrijven

Onderzoek naar PFAS in afvalwater van rioolwaterzuiveringen afgerond

De Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (STOWA) en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat hebben onderzoek laten doen naar de concentraties PFAS in het afvalwater van 8 rioolwaterzuiveringen. Het onderzoek laat zien dat PFAS met biologische zuivering niet uit het water verwijderd wordt. De onderzoekers concluderen dat nader bronnenonderzoek nodig is.

rioolwaterzuivering-harnaspolder

PFAS zijn chemische stoffen die een risico vormen voor de gezondheid van mens en milieu. Eenmaal in het milieu breken PFAS niet of nauwelijks af. Nederland werkt samen met een aantal andere Europese landen aan een Europese restrictie voor alle PFAS. Ook lopen er verschillende onderzoeken om de bronnen en routes van PFAS beter in beeld te krijgen en aan te kunnen pakken. Dit onderzoek is er één van.

Metingen

In het onderzoek zijn 9 dagen lang op 8 rioolwaterzuiveringsinstallaties (rwzi’s) metingen gedaan in het binnenkomende afvalwater (influent) en het uitgaande afvalwater (effluent) en in het zuiveringsslib. In alle onderzochte monsters van alle 8 rwzi’s zijn concentraties PFAS aangetroffen in het influent én het effluent.

PFAS-verwijdering

De onderzoekers hebben de concentraties PFAS in binnenkomend en uitgaand afvalwater ook met elkaar vergeleken. Daaruit bleek dat de PFAS met de biologische zuivering van het afvalwater niet uit het water verwijderd wordt. Volgens de onderzoekers is het met de huidige kennis ook niet duidelijk of verwijdering van PFAS op rioolwaterzuiveringinstallaties met betere technieken haalbaar is.

Stabiele en niet-stabiele PFAS

In het binnenkomende afvalwater zijn naast bekende PFAS-verbindingen ook onbekende PFAS-verbindingen aanwezig. Dit zijn verbindingen die nog niet kunnen worden aangetoond en gemeten. Dit worden PFAS-precursors genoemd. Deze niet-stabiele, niet aangetoonde PFAS-precursors worden volgens de onderzoekers in de zuivering deels omgezet in stabiele PFAS die wel kunnen worden gemeten. Dit leidt tot de hogere gemeten concentraties van bekende PFAS in het gezuiverde afvalwater. Deze bevindingen worden bevestigd door buitenlands onderzoek.

Bronnen moeten beter in beeld

De verschillen tussen de hoeveelheid PFAS in het binnenkomende en het gezuiverde afvalwater betekent dat er meer bronnen moeten zijn dan we tot nu weten, zo denken de onderzoekers. Het is daarom belangrijk om deze PFAS-precursors beter in beeld te krijgen en aan te pakken. Als de hoeveelheid PFAS-precursors niet wordt teruggebracht, is het volgens de onderzoekers ook niet goed mogelijk om de hoeveelheid stabiele PFAS in het milieu terug te brengen. Nader bronnenonderzoek is dus nodig.

Wat vindt de Unie?

De Unie van Waterschappen maakt zich zorgen over de aanwezigheid en verspreiding van PFAS in het milieu. De enige manier om PFAS aan te pakken is aanpak aan de bron, dus vóór het de rioolwaterzuivering bereikt.

Totaalverbod

Uiteindelijk moet het doel zijn: de uitstoot van PFAS naar nul. De Unie pleit daarom nadrukkelijk al langer voor een totaalverbod op PFAS. Het stemt de Unie hoopvol dat dit standpunt ook weerklinkt in Den Haag. Zo nam de Tweede Kamer onlangs meerdere moties aan om paal en perk te stellen aan deze stoffen.

Bronaanpak

Voor nu is het cruciaal dat alle bronnen en de aanvoerroutes voor PFAS in beeld komen. Dit onderzoek onderstreept dat dat nog niet geval is. Daarom roept de Unie op tot gezamenlijke inzet van het bedrijfsleven en de bevoegde gezagen die op deze lozingen toezien. Kritisch doorlichten van bestaande lozingsvergunningen op PFAS is een belangrijke component. Net als alertheid op aanwezigheid van PFAS bij nieuwe vergunningsaanvragen. Met als doel om bij producenten al grip te hebben op gevaarlijke stoffen zoals PFAS en te voorkomen dat deze stoffen in het milieu terechtkomen. De Unie van Waterschappen en de waterschappen dragen hieraan bij, delen hun kennis en werken actief mee aan onderzoeken van andere organisaties en koepels.

Lees het onderzoeksrapport

Lees het artikel van STOWA

Medewerkers rwzi’s niet vaker drager van antibioticaresistente bacteriën

18 oktober 2021

Medewerkers van riool- en afvalwaterzuiveringsinstallaties in Nederland en Duitsland zijn niet vaker drager van antibioticaresistente bacteriën dan andere mensen. In Roemenië is dat wel het geval. Dat blijkt uit onderzoek van het RIVM.



Het onderzoek vond plaats tussen 2018 en 2020 in Nederland, Duitsland en Roemenië. In de 3 landen hebben medewerkers van riool- en afvalwaterzuiveringsinstallaties (rwzi’s en awzi’s) een monster van hun ontlasting ingeleverd. Ook vulden ze een vragenlijst in. Inwoners van de regio’s waar de zuiveringsinstallaties staan, deden hetzelfde. De resultaten van beide groepen zijn vergeleken.

Antibioticaresistente bacteriën in rioolwater

In rioolwater kunnen veel bacteriën zitten die resistent zijn voor antibiotica. Infecties met zo’n bacterie zijn moeilijk te behandelen. De bacteriën komen in het rioolwater terecht via de ontlasting van mensen. Medewerkers van rwzi’s en awzi’s zouden die bacteriën tijdens hun werk binnen kunnen krijgen. Bijvoorbeeld door kleine waterdruppeltjes in te ademen. Of doordat de bacteriën ongemerkt met rioolwater op de handen komen en vervolgens per ongeluk in de mond.

Nederlanders geen grotere kans

Uit het onderzoek blijkt dat in Nederland en Duitsland zuiveringsmedewerkers geen grotere kans hebben om antibioticaresistente bacteriën bij zich te hebben dan andere mensen. In Roemenië was dat anders. Daar bleken zuiveringsmedewerkers een 2 keer zo grote kans te hebben om zo’n bacterie bij zich te hebben dan inwoners van dezelfde regio.

Verder onderzoek nodig

De resultaten tussen Roemenië en Nederland/Duitsland verschilden dus sterk. Wat hier precies de oorzaak van is, is niet bekend. Daar is verder onderzoek voor nodig.

Veilig werken met afvalwater

Om veilig met afvalwater te werken, dragen waterschapsmedewerkers verplicht persoonlijke beschermingsmiddelen die bij de werkzaamheden passen. Denk aan beschermende buitenkleding, handschoenen, laarzen, veiligheidsbril, masker of gezichtsbescherming.

Meer informatie over onderzoek RIVM