Vernieuwde regeling STORL: inzameling verpakkingen en resten gewasbeschermingsmiddelen

12 januari 2024

In 2023 is de vernieuwde regeling van Stichting Opruiming Restanten en Lege Verpakkingen in de Landbouw (STORL) van start gegaan. Agrarisch ondernemers en loonwerkers in de open teelten en glastuinbouw kunnen hiermee ieder jaar kosteloos lege, gereinigde plastic verpakkingen van gewasverzorgingsproducten inleveren. Vanaf 2024 zamelt STORL naast verpakkingen ook restanten van gewasbeschermingsmiddelen in.

gele fles gewasbeschermingsmiddel

Inzameling resten gewasbeschermingsmiddelen

In 2024 gaat de STORL-regeling een volgende fase in: vanaf dit jaar worden ook de resten van gewasbeschermingsmiddelen ingezameld. Tot 50 kg/liter per afhaaladres gebeurt dit kosteloos. Bij grotere hoeveelheden zijn de kosten voor de agrarisch ondernemer of loonwerker. De inzameling van resten gewasbeschermingsmiddelen gebeurt eens per twee jaar. Na 2024 is de volgende inzameling dus in 2026.

Schoon oppervlaktewater

De inzamelingsacties voorkomen dat resten van gewasbeschermingsmiddelen in de leefomgeving en dus het oppervlaktewater terechtkomen. De waterschappen ondersteunen de inzamelingsacties dan ook. STORL is een samenwerking van belangenbehartigers CropLifeNL (voor gewasbeschermingsproducenten) en Agrodis (voor distributeurs), LTO Nederland (voor boeren en tuinders ) en Cumela (voor loonwerkers).

Deelname aan inzameling

Agrarisch ondernemers en loonwerkers die gebruik willen maken van de regeling, kunnen zich aanmelden via de website van STORL.

> Lees meer over STORL en deelname aan de inzamelingen

Landbouwdebat met veel nieuwe landbouwwoordvoerders

22 december 2023

Op de laatste dag voor het kerstreces sprak de Tweede Kamer over diverse landbouwonderwerpen. BBB had het debat aangevraagd om agrariërs ‘met wat duidelijkheid de kerst in te laten gaan’. Verschillende nieuwe Kamerleden op het landbouwdossier deden mee aan het debat.

Formatie

NSC en BBB

Holman van Nieuw Sociaal Contract (NSC) is een van de nieuwe gezichten in de Kamer. Hij gaf aan dat NSC erkent dat Nederland nu een te intensieve veehouderij heeft met mestproblemen, wat gevolgen heeft voor de natuur-, water- en luchtkwaliteit. Ook Cor Pierik van de BBB is nieuw in de Kamer. Hij bracht onder meer in: “Zonder de stikstofwet te repareren en de Kaderrichtlijn Water uit de wet te halen, kunnen we het hier niet hebben over toekomstperspectief voor boeren.”

PVV

“Het huidige stikstofbeleid zet Nederland op slot”, stelt Jeanet Nijhof-Leeuw (PVV) in haar eerste Kamertoespraak. “Onze boerenbedrijven worden met onuitvoerbare regels opgezadeld zonder toekomstperspectief, en dat terwijl de Nederlandse agrarische sector de laagste impact ter wereld op het milieu heeft. (…) Om de agrarische sector weer toekomstperspectief te bieden en te voorkomen dat er te weinig boerenbedrijven overblijven voor voedselproductie, moet het huidige stikstofbeleid op z’n minst worden aangepast”, vindt Nijhof-Leeuw.

PvdD, D66 en GroenLinks-PvdA

De Partij voor de Dieren en D66 willen de mestproblemen oplossen door de randvoorwaarden voor de boeren te verbeteren. Tjeerd de Groot (D66): “[Een nieuwe architect van het landbouwbeleid] zou ervoor zorgen dat we onze omgeving weer gezond krijgen, met schone lucht, schoon water en een klimaat waarin ook nog volgende generaties meekunnen.” GroenLinks-PvdA vraagt de minister van Landbouw om inzicht te geven in de plannen en om aan de slag te gaan met effectieve maatregelen.

CDA

Eline Vedder (CDA) zei tijdens het debat dat de boerensector zich grotendeels al bewust is van de noodzaak om de veestapel te verkleinen en de waterkwaliteit te verbeteren. “[Dat is ook nodig] voor hun eigen vak. De waterproblematiek van droogte en op sommige plaatsen vernatting raakt hen direct. Sterker nog, het raakt de boeren als eerste.” Ze onderschrijft de doelstellingen van GroenLinks-PvdA, maar denkt dat sector wordt onderschat.

VVD en CU

“We zitten klem als het gaat om het nakomen van de afspraken over de waterkwaliteit”, zei Thom van Campen (VVD). “We willen het allemaal best anders, maar de ruimte is er gewoon niet.” Hij verwacht dat een goedkeuring van de Europese Commissie voor kunstmestvervangers bijdraagt aan de stabilisering en verduurzaming van de sector. Pieter Grinwis (ChristenUnie) sloot zich aan bij eerdere opmerkingen over de gegevens die minister Adema gebruikte om de nutriënt-verontreinigde gebieden aan te wijzen. Diverse partijen vonden dat het ministerie hiervoor recentere gegevens moet gebruiken voor een bronnenanalyse.

Nutriënt-verontreinigde gebieden

Minister Adema van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) zei in het debat dat was opgeroepen om de aanwijzing van de met nutriënten verontreinigde gebieden (NV-gebieden) voor 2024 niet meer op waterschapsniveau te laten plaatsvinden. In 2023 was dat nog het geval. Vervolgens zaten daar gebieden in opgesloten die niet met nutriënten verontreinigd waren, maar door die schaal toch als NV-gebieden werden aangewezen. (…) “We hebben geprobeerd het op een zo gedetailleerd mogelijk niveau uit te voeren en overlegd met onder meer de waterschappen om zover te komen. Dit was nadrukkelijk de wens van de agrarische partijen.”

Moties in het debat

In het debat werden diverse moties ingediend en aangenomen, waaronder een van de SGP, de ChristenUnie en het CDA. De partijen verzoeken de regering om gebieden met een landbouwbijdrage aan de nutriëntenbelasting van 19% of lager niet aan te wijzen als NV-gebieden. In de motie vragen de partijen ook om actualisering van de bronnenanalyses in andere regio’s. Aanleiding voor deze motie was een bericht van onder meer waterschap Noorderzijlvest. Het waterschap gaf aan dat op basis van recente bronnenanalyses enkele gebieden niet langer in aanmerking komen als NV-gebieden.

De Unie van Waterschappen weet dat het ministerie van LNV al een nieuwe bronanalyse wil laten uitvoeren. Een nieuwe analyse kan niet meer gebruikt worden voor de aanwijzing van de huidige NV-gebieden; wel voor de eventuele acties vanaf 2026. Het CDA diende een motie in naar een onderzoek hoe de graslandregeling voldoende budget kan bevatten om alle aanvragen te kunnen honoreren. Omdat de motie nog voor de stemmingen werd overgenomen door de minister, hoefde de Kamer daar niet meer over te stemmen. Een motie van de SGP en BBB om de derogatievrije bufferzones rond Natura 2000-gebieden te beperken werd verworpen.

Wat vinden de waterschappen?

Goede waterkwaliteit is essentieel voor mens, dier en natuur. Waterschappen en andere partijen hebben de afgelopen decennia een grote verbeterslag gemaakt, maar de verbetering stagneert. Daarom investeren waterschappen ook de komende jaren flink in het verbeteren van de waterkwaliteit, maar ze kunnen dit niet alleen.

Meststoffen zoals nitraat en fosfor zorgen nog altijd voor druk op de kwaliteit van grond- en oppervlaktewater. Aanvullende maatregelen zijn daarom nodig. Een effectieve aanpak vraagt om een combinatie van goed onderbouwde, stimulerende maatregelen, die zowel landsbreed als gebiedsspecifiek zijn. Juist met meer onderlinge samenhang werken we succesvol aan schoner en gezonder water.

> Bekijk hier het overzicht van alle ingediende moties tijdens het debat

Opnieuw € 1,2 miljoen beschikbaar voor stimuleren waterkwaliteit

29 november 2023

Tot en met 2027 stellen de waterschappen jaarlijks 280.000 euro beschikbaar voor projecten die de waterkwaliteit verbeteren. Het kan gaan om projecten voor kennisdeling, onderzoek en de ontwikkeling en uitrol van innovaties. Een commissie met onder meer vertegenwoordigers van de waterschappen beoordeelt de aanvragen bij het Stimuleringsbudget Emissiebeperking Open Teelten en Veehouderij.

brede sloot in weiland met koeien

Samenwerking STOWA en LTO Noord

De commissie bekijkt 3 keer per jaar de nieuwe aanvragen en let daarbij onder andere op het doelbereik. De maatregel moet, mits succesvol, gemakkelijk en breed toepasbaar zijn. De uitvoering gebeurt altijd in samenwerking met sectorpartijen en een waterschap. STOWA (Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer) beheert het stimuleringsbudget voor de waterschappen en belangenbehartiger voor de agrarische sector LTO Noord voert het secretariaat. De financiering uit het Stimuleringsbudget bedraagt maximaal de helft van de totale projectkosten.

Succesvolle eerdere projecten

Tot en met 2023 was eenzelfde budget beschikbaar. Daar is goed gebruik van gemaakt. Sinds de start zijn er 18 aanvragen gehonoreerd, variërend van chemievrije maisteelttechnieken tot emissieloze voeropslagen op melkveebedrijven. Een ander project betrof het biologisch verwijderen van gewasbeschermingsmiddelen uit afvalwaterstromen. Uit het project bleek het nieuwe zuiveringsconcept kansrijk, terwijl nog weinig bedrijven een zuiveringsvoorziening voor gewasbeschermingsmiddelen gebruiken. De zuiveringsvoorziening is momenteel in ontwikkeling en kan relatief eenvoudig een groot deel van de gewasbeschermingsmiddelen in het waswater verwijderen.

> Bekijk de voorwaarden, het aanvraagformulier en de uitvoering van eerdere projecten die het Stimuleringsbudget ontvingen

Juiste implementatie van maatregelen nodig voor verbetering waterkwaliteit agrarisch gebied

30 mei 2023

Op 1 juni staat in de Tweede Kamer het commissiedebat Mest gepland. De waterschappen willen dat de commissieleden aandacht vragen voor een goed beheer van bufferstroken en onderbouwing van de effectiviteit ervan. Ook vragen ze de commissieleden om minister Adema van Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) te wijzen op de win-win situatie die ontstaat als instrumenten uit het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer worden ingezet in het Nationaal Programma Landelijk Gebied.

boerderij met weiland en sloot in vogelvluchtperspectief

Effectiviteit van bufferstroken

Per 1 maart 2023 zijn bufferstroken verplicht. Een bufferstrook is een strook langs een sloot waarop geen mest mag worden gebruikt volgens de nieuwe regeling van het ministerie van LNV. De intentie is dat deze bufferstrook de waterkwaliteit verbetert en daarnaast bijdraagt aan biodiversiteit. Maar in de huidige regeling van LNV is geen aandacht voor het beheer van de bufferstrook. Terwijl dit belangrijk is om afspoeling van nutriënten te voorkomen. Een bufferstrook zonder gewas of plantengroei leidt tot meer afspoeling naar het oppervlaktewater en daarmee tot een verslechtering van de waterkwaliteit. Het beheer van de bufferstrook bepaalt voor een groot deel de effectiviteit van bufferstroken. Hierin schiet de regeling van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit nu tekort.

Onderbouwing van de maatregel

Daarnaast zijn er in de praktijk veel vragen over de uitvoering van bufferstroken. Voor het draagvlak van de regeling is het belangrijk dat de effectiviteit van bufferstroken uitlegbaar is voor de verschillende grondsoorten en wat het afschalen van bufferstroken betekent voor de effectiviteit. Afhankelijk van de grootte van het landbouwperceel kan een bufferstrook namelijk kleiner worden. Bij het invoeren van een regeling is het van belang om ook een onderbouwing van de maatregel te geven.

Nutriënten verontreinigde gebieden

Een ander punt waar de waterschappen aandacht voor vragen is het ontbreken van fosformaatregelen in de derogatiebeschikking. Derogatie is een verruiming van de hoeveelheid stikstof uit dierlijke mest die volgens de Europese Unie op het land mag worden uitgereden. In de derogatiebeschikking staat dat er nutriënten verontreinigde gebieden aangewezen moeten worden. De maatregelen die eraan gekoppeld zijn gaan alleen over het verminderen van nitraat en niet over fosfor in het oppervlaktewater. Dat is een gemis omdat in een groot deel van Nederland fosfor boven de norm voorkomt. Het is daarom noodzakelijk om ook maatregelen gericht op het verminderen fosfor op te nemen in nutriënten verontreinigde gebieden.

Deltaplan Agrarisch Waterbeheer

In het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW) wordt met agrariërs gewerkt aan waterkwaliteit en het agrarisch waterbeheer. Door DAW-instrumenten ook in te zetten in het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) ontstaat er wat de waterschappen betreft een win-winsituatie. Het bereik van het DAW wordt groter en het NPLG hoeft het wiel niet opnieuw uit te vinden. Dit draagt allemaal bij aan de waterkwaliteitsdoelen en klimaatdoelen en geeft invulling aan het addendum van het 7e Nitraat Actieprogramma.

>lees de volledig inbreng van de waterschappen voor het commissiedebat

Meer watermaatregelen in het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid

15 november 2022

Op 1 januari 2023 gaat het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) van start. Met het GLB werken Nederland en de andere lidstaten van de Europese Unie aan toekomstbestendige landbouw, het versterken van de natuur en een leefbaar platteland.

boerderij met weiland en sloot in vogelvluchtperspectief

Van 2023 tot 2027 biedt het GLB subsidies aan voor initiatieven die bijdragen aan deze doelen. Het nieuwe beleid richt zich op het ondersteunen van boeren die ervoor kiezen hun bedrijf verder te verduurzamen en te vernieuwen.

Nationaal Strategisch Plan

De Nederlandse invulling van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid staat in het Nationaal Strategisch Plan (NSP). Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), het Interprovinciaal Overleg (IPO) en de Unie van Waterschappen hebben vanaf 2019 aan de invulling van dat plan gewerkt.

Agrarische sector én natuur

Het NSP bevat maatregelen die bijdragen aan het behalen van doelen voor waterkwaliteit, klimaatadaptatie, biodiversiteit, bodem en kringlooplandbouw. De waterschappen vinden het belangrijk dat investerings- en beheermaatregelen voor het watersysteem ten goede komen aan de agrarische sector, het landelijk gebied én aan een robuuste natuur. Dat sluit ook aan bij de kaders die Europa daarvoor stelt.

Eco-regelingen

Voor de hele periode tussen 2023 en 2027 is er 4,7 miljard euro beschikbaar voor agrariërs en het agrarisch gebied. Dit geld is niet alleen afkomstig van de Europese Unie, maar ook van het Rijk, de provincies en de waterschappen. Een groot deel van het bedrag wordt besteed aan het steunen van boeren die innoveren, vernieuwen en bijdragen aan doelen voor biodiversiteit, bodem en lucht, klimaat, landschap en water. Dat gebeurt onder meer via de ‘eco-regelingen’. Daarmee wordt toekomstbestendig boeren beloond.

Relevante wateronderdelen in het NSP

De Kaderrichtlijn Water (KRW) en een duurzaam watersysteem dat bijdraagt aan klimaatmitigatie en -adaptatie zijn onderdeel van de voorgestelde verduurzaming van de landbouw. In vergelijking met het huidige GLB komen de watermaatregelen in meer onderdelen van het nieuwe GLB terug. Vooral het opnemen van relevante maatregelen op het gebied van water en bodem in de eco-regelingen zal naar verwachting effect hebben. Het is de verwachting dat veel agrariërs gebruik gaan maken van deze regeling, aangezien deelname tot een significant hogere hectarepremie leidt (tussen 60 en 200 euro per hectare bovenop de basispremie).

Voorbeelden

Er zijn een aantal concrete voorbeelden van maatregelen te noemen die bijdragen aan de wateropgaven. Denk aan:

  • Bredere bufferstroken langs het water, gewasrotatie, minimale bodembedekking (breder toepassen vanggewassen).
  • Stimuleren van rustgewassen, langjarig grasland en meerjarige teelt, biologische bestrijding.
  • Verbreding van de subsidieregeling Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb) voor klimaat en water, invulling bufferstroken, greppelinfiltratie, huidige pakketten waterkwaliteit/kwantiteit.
  • Herstel- en inrichtingsmaatregelen internationale doelen Nitraatrichtlijn en KRW, peilgestuurde drainage, klimaatadaptief watersysteem.
  • Investeringen voor modernisering, verduurzaming of precisielandbouw.
  • Gebiedsgerichte aanpak: integrale gebiedsontwikkeling zoals via het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer.

Ledenbrief

In oktober verscheen ook een ledenbrief over het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid per 2023.

Nederlandse invulling van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid ter inzage

22 december 2021

In 2023 gaat het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) van start. De Nederlandse invulling van dit nieuwe beleid voor de periode 2023 tot 2027 is beschreven in het onlangs gepresenteerde Nationaal Strategisch Plan (NSP). Vanaf 22 december kunnen belanghebbenden en geïnteresseerden de samenvatting van het NSP en het concept Strategisch Milieueffectrapport (S-MER) inzien.



Het S-MER levert milieu-informatie en geeft inzicht in hoeverre het GLB bijdraagt aan de gestelde beleidsdoelen rondom de diverse milieuthema’s.

Toekomstbestendig boeren sterker belonen

Met dit NSP wil Nederland toekomstgericht boeren sterker belonen. Het nieuwe beleid richt zich op het ondersteunen van boeren die ervoor kiezen hun bedrijf verder te verduurzamen en te vernieuwen. Over de hele periode van 5 jaar is in totaal zo’n 4,7 miljard euro beschikbaar. Veel van dit geld wordt besteed aan het steunen van boeren die innoveren, vernieuwen en bijdragen aan doelen voor biodiversiteit, klimaat, bodem, water en lucht. De meest opvallende verandering is de inzet op de eco-regeling. Boeren kunnen eco-activiteiten kiezen die zij willen toepassen op hun bedrijf, en krijgen daarvoor een vergoeding.

Waterschappen positief

De Unie van Waterschappen is positief over de bereikte resultaten om de landbouw verder te verduurzamen. Zo omvat het NSP maatregelen die bijdragen aan het behalen van doelen op het vlak van waterkwaliteit, klimaatadaptatie, biodiversiteit, bodem en kringlooplandbouw. De waterschappen vinden het belangrijk dat investeringsmaatregelen voor het watersysteem ten goede komen aan zowel de agrarische sector als een robuuste natuur. Dit sluit ook aan bij de kaders die gesteld worden vanuit Europa.

Maatregelen groter bereik

In vergelijking met het huidige GLB, dat in 2022 afloopt, komen de watermaatregelen terug in meer onderdelen van het nieuwe GLB. Dit vergroot tevens het bereik van deze maatregelen. Net als in de vorige beleidsperiode zullen het Rijk, de provincies en de waterschappen maatregelen co-financieren binnen hun eigen taakgebieden. In het geval van de waterschappen gaat het om maatregelen op het vlak van waterkwaliteit en waterkwantiteit. Bijvoorbeeld voor investeringen ten behoeve van het watersysteem zoals de aanleg van natuurvriendelijke oevers en bufferzones. Maar ook voor de uitvoer van waterbeheerdiensten door agrariërs en voor samenwerkingsverbanden zoals het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer.

Inzien plannen en rapportage

De plannen zijn hier in te zien.