Waterschappen zetten een prijs op CO2

1 april 2022

De waterschappen starten met het intern beprijzen van CO2. Bij interne CO2–beprijzing reken je een prijs voor de klimaatkosten (uitstoot van broeikasgassen) van een activiteit. Het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen krijgt hiermee een financiële waarde.



Bij de waterschappen gaat dit in beginsel om 100 tot 140 euro per ton CO2-equivalent. Wanneer een hogere prijs gepast is, zetten waterschappen die in.

Tegengaan klimaatverandering

Waterschappen zetten zich in voor het tegengaan van klimaatverandering. Ze kunnen impact maken in hun rol als opdrachtgever voor inkoop en aanbesteding. Uitstoot van CO2 en andere broeikasgassen zorgt voor schade. Door die schade te vertalen naar een CO2-prijs kunnen waterschappen de impact op het klimaat meewegen in investeringsbeslissingen. Dan kan een duurzame oplossing bij aanbestedingen of kosten-batenanalyses zomaar wél interessant worden.

Milieu-impact voor eigen rekening

Sander Mager, bestuurslid van de Unie van Waterschappen: “Interne CO2-beprijzing is een eerste opstap naar het daadwerkelijk meenemen van ecologische en sociaal-maatschappelijke waarden bij de keuzes die waterschappen maken bij budgettering, investeringsprojecten en aanbestedingen. Niet alleen om te vergelijken welke alternatieven het minst schadelijk zijn voor mens en milieu. Maar ook om de daadwerkelijke milieu-impact die waterschappen veroorzaken door hun werkzaamheden voor eigen rekening te nemen. En ze niet door te schuiven naar de omgeving en de toekomstige generatie.”

Stimulans voor klimaatvriendelijke oplossingen

Bij interne CO2-prijzen wordt de CO2-uitstoot vertaald naar de kosten die nodig zijn om de effecten van de betreffende uitstoot van broeikasgassen op te vangen. Zo wordt de impact van de CO2-uitstoot in geld uitgedrukt. Dit geeft meer inzicht en leidt in veel gevallen tot een CO2-bewuste keuze. En het stimuleert de markt om met klimaatvriendelijke oplossingen te komen.

49 procent CO2-reductie

De prijs is gekoppeld aan de doelen die de waterschappen hanteren op het gebied van CO2-reductie. Hierbij is uitgegaan van de ambitie om 49 procent CO2-reductie te halen in 2030. Hogere doelstellingen leiden tot een hogere CO2-prijs. De passende aanbevolen prijsrange van 100-140 euro per ton CO2 voor de periode 2020-2030 is gecombineerd met een jaarlijkse indexatie. Waterschappen met relatief meer ambitie kunnen aan de bovenkant van deze prijsrange gaan zitten, dus op 140 euro per ton CO2. In sommige gevallen kunnen zelfs nog hogere prijzen passend zijn.

> Handreiking Werken met interne CO2-beprijzing

Geen gelijke kansen voor aquathermie als energiebron

20 september 2021

Aquathermie krijgt op dit moment geen gelijke kans tussen alle andere bronnen in de energietransitie. Dat blijkt uit onderzoek van adviesbureau APPM naar de vraag hoe effectief aquathermie naar voren komt in overheidsinstrumenten die de energietransitie ondersteunen.



De Unie van Waterschappen en Rijkswaterstaat hebben dit onderzoek laten uitvoeren, in samenwerking met het Netwerk Aquathermie en STOWA.

Geen gelijk speelveld

De conclusie is dat er op dit moment geen gelijk speelveld is voor aquathermie. Dat maakt dat het benutten van deze warmtebron nog te weinig van de grond komt. En dat terwijl aquathermie tot 40 procent in de warmtebehoefte van de huishoudens kan voorzien.

Effectiviteit

Adviesbureau APPM heeft onderzoek gedaan naar de effectiviteit van een aantal instrumenten voor een gelijk speelveld voor aquathermie. Hierbij is gekeken naar de belangrijkste kansen, knelpunten en verbetermogelijkheden. Er zijn 3 soorten instrumenten onderzocht:

  1. Financiële instrumenten (zoals subsidies)
  2. Informatieve en communicatie-instrumenten (zoals handreikingen, helpdesks en leer- en onderzoeksprogramma’s.)
  3. Samenwerkingsafspraken, visies en strategieën

Hoe eenvoudiger, hoe beter

Het realiseren van een aquathermiesysteem is veelomvattend. Lage temperatuur vraagt veel van het systeem. Dus geldt: hoe ‘eenvoudiger’ het systeem, hoe minder kosten en risico’s. Zo’n systeem is in een nieuwbouwproject eerder te realiseren dan in de bestaande bebouwde omgeving.

Lokale situatie

De configuratie van het aquathermiesysteem is sterk afhankelijk van de lokale situatie. Om aquathermie te ondersteunen, promoten en ontwikkelen tot een volwaardig alternatief tussen andere warmtebronnen, zijn er verschillende instrumenten beschikbaar. Maar in hoeverre dragen die hier ook werkelijk aan bij?

Volwaardig alternatief

Uit het onderzoek blijkt dat aquathermie in eerste instantie aantrekkelijk lijkt en als volwaardig alternatief wordt meegenomen in brononderzoeken. Vervolgens is er geen sprake van een gelijk speelveld. Dat komt omdat er een ontoereikend instrumentarium is voor daadwerkelijke realisatie. Het daadwerkelijk realiseren van een project is complex, niet kostendekkend en financieel risicovol. Vooral in de bestaande bebouwde omgeving. Daarom is het voor de politiek ook minder aantrekkelijk. Dit vraagt van initiatiefnemers en betrokken partners veel doorzettingsvermogen en lef.

Aanbevelingen

Uit het rapport komen 3 aanbevelingen:

  1. Spits het instrumentarium meer toe op het mogelijk maken van realisatie. Ga voor het opdoen van meer praktijkervaring met aquathermie aan de slag op plekken waar aquathermie de meeste kans heeft. Of waar het de enige duurzame bron voor een warmtenet is.
  2. Om aquathermie in de bestaande gebouwde omgeving te realiseren, is een zo eenvoudig mogelijk technisch ontwerp nodig. Dan kan de toepassing van aquathermie zo goedkoop mogelijk worden gehouden. Het standaardiseren van technieken is daarbij belangrijk.
  3. Help de lokale overheden minder terughoudend te zijn door concrete doelstellingen te stimuleren. Help ze daarnaast met het maken van afspraken over het (warmte)verdelingsvraagstuk.

Green Deal Aquathermie

De Unie van Waterschappen en Rijkswaterstaat pleiten voor aanpassingen van de instrumenten, zoals in de aanbevelingen wordt voorgesteld. Dit sluit aan bij de doelstelling van de Green Deal Aquathermie. Daarin staat dat aquathermie wordt gezien als volwaardige bron naast andere duurzame warmtebronnen in de energietransitie. Een gelijk speelveld draagt bij aan deze doelstelling en aan gelijke kansen voor aquathermie.

10 jaar Klimaatmonitor Waterschappen: succesvol verduurzamen

De waterschappen hebben de energie- en klimaatambities gehaald die 10 jaar geleden zijn vastgelegd in het Klimaatakkoord Waterschappen Rijk. Dat blijkt uit de Klimaatmonitor Waterschappen over 2020.



Het gaat onder meer om energiebesparing, vermindering van broeikasgassen, duurzaam inkopen en duurzame energieproductie. Opvallend is de toename van de productie van zonne-energie.

Zelfvoorzienend

De Unie van Waterschappen en het Rijk hebben in 2010 onder meer afgesproken dat de waterschappen in 2020 voor minstens 40 procent zelfvoorzienend zijn door eigen duurzame energieproductie. Deze doelstelling is al in 2019 behaald. Dit percentage is in 2020 verder gestegen naar 43,2. Opvallend is de enorme stijging in de productie van zonne-energie van bijna 84 procent: van 23.639.873 naar 43.467.987 kWh. Dit is het resultaat van de grote hoeveelheid zonneweiden die in 2019 en 2020 zijn opgeleverd. Daarnaast was ook de totale productie van biogas in 2020 bijna 5 procent hoger dan in 2019.

Voetafdruk

De doelstelling om in de periode 2005-2020 jaarlijks gemiddeld 2% energie-efficiencyverbetering te realiseren is ruim gehaald met een gemiddelde van 3,8 procent per jaar. Ook de ambitie om de CO2-voetafdruk van 1990 in de periode tot en met 2020 met 30 procent te verminderen is geslaagd. Door de productie van biogas en de inkoop van groene stroom hebben de waterschappen in de periode 2005-2020 een vermindering van 68 procent gerealiseerd. Dat is 315 kiloton CO₂.

Gegevens beschikbaar

De Klimaatmonitor Waterschappen brengt ieder jaar de voortgang van de geboekte resultaten voor klimaat en duurzaamheid in beeld. De belangrijkste indicatoren en cijfers zijn vanaf dit jaar -met terugwerkende kracht- opgenomen in het WAVES-dashboard en de bijbehorende databank. In het Waterschap Analyse- en Verbetersysteem (WAVES) staan de gegevens voor de hele sector en voor elk waterschap afzonderlijk. Er is een speciale dashboardpagina over het thema ‘Klimaat’ zodat waterschappen en externe geïnteresseerden interactief aan de slag kunnen met de data. Bijvoorbeeld om uitkomsten te vergelijken tussen waterschappen onderling.

Energieneutraal

Met de Klimaatmonitor is ook inzicht verkregen in de toekomstige energieprojecten van de waterschappen. De waterschappen zetten zich nu in voor energieneutraliteit in 2025, door het gebruik van middelen als rioolwaterzuiveringen, terreinen en oppervlaktewater. Zo dragen ze bij aan de doelstelling van het nationale Klimaatakkoord.

Zonnestroom

Voor de periode tot en met 2025 verwachten de waterschappen met 105 geplande duurzame energieprojecten genoeg duurzame energie op te wekken om energieneutraliteit te bereiken. De meeste projecten (72) zijn gericht op de opwekking van energie met zonnestroom. Tegelijk werken de waterschappen aan een visie en aan strategieën richting klimaatneutrale en circulaire waterschappen. Dat gaat bijvoorbeeld over het terugdringen van het gebruik van fossiele brandstoffen in het materieel.

Circulaire waterschappen

In het Grondstoffenakkoord staat de doelstelling van een 100% circulaire economie in 2050 met een tussenstap in 2030. In dat jaar willen de waterschappen 50% minder primaire grondstoffen gebruiken die een negatieve milieu-impact hebben of schaars zijn. Onder andere door circulair in te kopen en infrastructurele projecten klimaatneutraal en circulair uit te voeren. Kortere productieketens en minder energieverbruik over de hele levenscyclus van producten en materialen zorgen voor een afname van broeikasgasemissies.

Grondstoffen terugwinnen

Ook vergroten waterschappen het aanbod aan hernieuwbare alternatieven door waardevolle grondstoffen terug te winnen, zoals schoon water uit rioolwater. Alle waterschappen hebben inmiddels beleid en doelstellingen gevormd om bij te dragen aan de transitie naar een circulaire economie. Daarnaast wordt er gewerkt aan een gezamenlijke strategie circulaire waterschappen.

WAVES-dashboard

Decentrale overheden: Uitvoeringskosten RES moeten gedekt worden

7 september 2021

De waterschappen, gemeentes en provincies maken zich zorgen over de uitvoeringskosten van de Regionale Energiestrategie (RES). In een gezamenlijke brief delen zij die zorgen met de Tweede Kamer.



De Kamer bespreekt het onderwerp op 8 september met de staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat.

Uitvoering RES is gestart

Gemeentes, provincies en waterschappen zijn hard aan de slag met de RES. Zij zijn al bezig met de overstap van voorbereiding naar uitvoering van de afspraken uit het klimaatakkoord. Die uitvoering, op gebied van mobiliteit, gebouwde omgeving, elektriciteit, industrie en landbouw, kost veel geld.

Kosten compenseren

De Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) heeft die kosten in kaart gebracht en het Rijk geadviseerd de kosten voor de medeoverheden te compenseren. Alleen dan kunnen deze overheden de afspraken op zich nemen.

70 miljoen euro

De decentrale overheden verwachten dan ook dat het nieuwe kabinet de hiervoor benodigde middelen reserveert. Het gaat om een bedrag van tenminste 70 miljoen euro. Als dat bedrag er niet komt, worden gemeenten, provincies en waterschappen gedwongen de activiteiten voor het Klimaatakkoord af te schalen. Daardoor kunnen de klimaatdoelen niet gehaald worden. Geen financiering betekent dat de uitvoering van het Klimaatakkoord vertraging oploopt.

Werkbezoek

Op vrijdag 8 oktober organiseren de decentrale overheden een werkbezoek RES voor Kamerleden. Op het programma staan presentaties van RES’en. Ook bezoeken de Kamerleden een rioolwaterzuiveringsinstallatie waar zij een toelichting krijgen over o.a. groen gas. Bij het transformatorstation in Hoofddorp horen zij meer over de omzetting van elektriciteit naar bruikbare stroom voor huishoudens en bedrijven.

Brief: Uitvoeringskosten RES

Onderzoek STOWA: Diversiteit waterinsecten neemt toe

24 augustus 2021

De afgelopen 30 jaar is de diversiteit aan waterinsecten toegenomen. Tegelijkertijd nam het totaal aantal insecten af. Dit blijkt uit onderzoek van kennisinstituut STOWA.



In 2017 kwamen alarmerende berichten naar buiten over de insectenpopulatie in Duitsland. Het aantal vliegende insecten was volgens onderzoek in een groot aantal natuurgebieden met ruim 75% afgenomen. Dit was voor STOWA de aanleiding om de langjarige ontwikkeling van de waterinsectenpopulatie in Nederland te onderzoeken. Hiervoor zijn monitoringsgegevens verzameld van een periode van 27 jaar, die 8 waterschappen in het zuiden, oosten en westen van het land hebben bijgehouden.

Minder insecten, hogere diversiteit

Het totaal aantal insecten nam in die periode met de helft af. Vooral bij dansmuggen en haften zien we sterke afnames, terwijl deze insectengroepen juist heel groot in aantal waren. Tegelijkertijd stijgt het aantal kokerjuffers en libellen. Dit komt omdat de waterkwaliteit de afgelopen 30 jaar sterk verbeterd is en insectengroepen als kokerjuffers en libellen daar baat bij hebben.

De meest veelvoorkomende soorten kwamen minder voor. Andere, zeldzamere soorten kwamen juist meer voor. Daarom is er nu een gelijkere verdeling van de aantallen individuen over de insectensoorten en is er sprake van een stijgende diversiteit.

Harde werk wordt beloond

Dat de verbetering van de waterkwaliteit leidt tot een toename van de biodiversiteit is positief nieuws. “Als waterschappen investeren we veel in het verbeteren van de waterkwaliteit. Het is goed om te zien dat de energie die wij hierin steken resultaten oplevert”, zegt Michaël Bentvelsen, beleidsadviseur Waterkwaliteit bij de Unie van Waterschappen.

We zijn er nog niet

Hoewel de waterkwaliteit ten opzichte van 30 jaar terug sterk is verbeterd, zijn in veel wateren de concentraties van nutriënten en toxische stoffen nog steeds boven de vastgestelde normen. De waterinsectengemeenschap is daardoor op veel plaatsen nog niet wat het zou moeten zijn.

Dit onderzoek van STOWA laat zien dat verdergaande verbetering van de waterkwaliteit en natuurvriendelijk oever- en waterbeheer kunnen leiden tot verder herstel van waterinsecten-gemeenschappen. Daarom blijft de Unie van Waterschappen aandacht vragen voor waterkwaliteit en factoren als natuurvriendelijke inrichting, beheer en onderhoud, landbouw, overstorten, en industriële emissies.

Lees hier meer over het onderzoek

Het verhaal van de circulaire waterschappen

9 juli 2021

Er gebeurt veel bij de waterschappen op het gebied van circulaire economie. Maar voor een groot deel is dit nog experimenteel en onderzoekend. Daarom werken de waterschappen samen aan een strategie circulaire waterschappen.



Daarin staat de vraag centraal hoe we circulair een onderdeel van de nieuwe manier van werken kunnen maken. Er is een start gemaakt met het maken van het gezamenlijke ‘Verhaal van de Circulaire Waterschappen’.

Waarom, wat en hoe

Dit verhaal is tot stand gekomen met de input van duurzaamheidcoördinatoren, directeuren en bestuurders van de waterschappen. Het beschrijft de hoofdlijnen voor de verder te concretiseren strategie. Ook gaat het verhaal in op het ‘waarom’, ‘wat’ en ‘hoe’ van circulaire waterschappen.

Sleutel tot de oplossing

Sander Mager, bestuurslid van de Unie van Waterschappen: “Het thema circulaire economie is direct verbonden met de wateropgaven van waterschappen. We hebben dagelijks te maken met de gevolgen van klimaatverandering. Maar de waterschappen hebben ook een sleutel om bij te dragen aan de oplossing.”

Reststromen

Mager: “Die oplossing is om reststromen in het afvalwater en watersysteem in te zetten en (bouw)materialen in onze beheerobjecten, zoals gemalen en leidingen, zoveel mogelijk te hergebruiken. En minstens zo belangrijk: de waterschappen kopen jaarlijks voor circa 2 miljard euro in aan producten en diensten. Als duurzaam opdrachtgever kunnen we een groot verschil maken en de markt uitdagen om stappen te zetten naar een circulaire economie.”

Hoofdlijnen

In het ‘Verhaal van de Circulaire Waterschappen’ staan 6 hoofdlijnen voor de strategie:

  1. Organisatie en gedrag verandering
  2. Duurzaam opdrachtgeverschap
  3. Circulair assetmanagement
  4. Grondstoffen terugwinnen uit reststromen
  5. Transitiemanagement
  6. Samenwerking

Aanpak, mijlpalen en doelen

Komend jaar wordt de strategie samen met de waterschappen verder uitgewerkt om te komen tot een aanpak, mijlpalen en concrete doelen voor de komende jaren. Er wordt gekeken waar kansen liggen, naar wat er nodig is, en welke belemmeringen er zijn om verder te komen.

Werk mee aan de uitwerking

De Unie van Waterschappen nodigt medewerkers van waterschappen en betrokken organisaties uit om mee te werken aan de uitwerking van de strategie. Wil je meedenken? Neem dan contact op met Bas Nanninga, bnanninga@uvw.nl.

Lees het Verhaal van de Circulaire Waterschappen

Decentrale overheden informeren Kamerleden over Regionale Energiestrategie

2 juli 2021

30 regio’s in Nederland werken intensief samen aan een aanpak voor het opwekken van duurzame energie in 2030: de Regionale Energiestrategie (RES). Tijdens een briefing in de Tweede Kamer op 1 juli hebben de decentrale overheden Kamerleden bijgepraat over de stand van zaken.



De plannen van de regio’s zoals die er nu liggen, tellen gezamenlijk op tot zo’n 55 Terawattuur (TWh). Dat is een goed uitgangspunt voor het werken aan het doel van 35 TWh hernieuwbaar opgewerkte energie in 2030.

Aquathermie en groen gas

Namens de Unie van Waterschappen onderstreepte bestuurslid Dirk-Siert Schoonman ook voor het waterbeheer het belang van de bestrijding van de klimaatcrisis. Hij benadrukte de mogelijkheden van warmtebronnen als aquathermie en groen gas. Groot voordeel van deze warmtebronnen is dat ze geen beslag leggen op de kostbare ruimte zoals windmolens. Bovendien is het potentieel groot.

Duidelijker keuzes

In het buitenland worden deze warmtebronnen al lang en breed toegepast. Het is dan wel nodig dat het rijk duidelijker keuzes maakt voor de aanleg van warmtenetwerken en voor stimulering van deze warmtebronnen. Bijvoorbeeld door een bijmengverplichting voor groen gas voor woonwijken.

Bescherming natuur

De decentrale overheden zijn trots op wat zij tot nu toe hebben bereikt. Er zijn nog wel knelpunten. Denk aan zorgen rond de netwerkcapaciteit en bescherming van natuur en landschap. De aanwezige Tweede Kamerleden bekritiseerden vooral het gebrek aan betrokkenheid van inwoners dat op veel plaatsen wordt gevoeld.

Zorgvuldigheid

Schoonman vindt zorgvuldigheid in de uitvoering en betrokkenheid van inwoners belangrijk. Hij zei dat de structuur van de RES het beste instrument is dat we hiervoor hebben, al zal zo’n proces nooit zonder weerstand verlopen.

Financiering

Tot slot maakte Schoonman een punt over de continuïteit van de RES’en. Om de klimaatdoelen te realiseren zijn de RES’en hard nodig. Financiering tot 2022 moet daarom gegarandeerd worden.

Wat is een Regionale Energiestrategie?

De decentrale overheden hebben 30 regio’s gevormd die een Regionale Energiestrategie (RES) maken. Gemeentes, provincies en waterschappen werken in de RES’en samen met inwoners, maatschappelijke partijen, energiecoöperaties, netbeheerders en het rijk. Doel is het realiseren van hernieuwbare energie op land (35 TWh in 2030) en het zoeken naar duurzame warmtebronnen als alternatief voor het aardgas waarmee huizen en gebouwen verwarmd worden. Het werken aan de RES is één van de maatregelen die voortvloeien uit het Klimaatakkoord. De gehele opgave reikt tot 2030 en uiteindelijk tot volledige klimaatneutraliteit in 2050.

Zie ook: Website Regionale Energiestrategie

Op de foto: Het lossen van een tankwagen met reststoffen bij een biogasinstallatie op het terrein van de rioolwaterzuivering (RWZI) in Apeldoorn.

Nieuwe regels voor wegwerpplastic

Om het zwerfafval op het land, in het water en op oevers terug te dringen gelden er vanaf 3 juli maatregelen voor verschillende kunststofproducten. Hiervoor is een Europese Richtlijn voor wegwerpplastics opgesteld.



Onder deze wetgeving vallen verschillende maatregelen, zoals het verbod om bepaalde producten op de markt te brengen, ontwerpeisen voor wegwerpverpakkingen, markeringsvoorschriften en inzameldoelstellingen. Deze maatregelen worden de komende jaren stapsgewijs ingevoerd.

Verbod op bepaalde plastic wegwerpproducten

Vanaf 3 juli 2021 mogen plastic bordjes, plastic bestek, plastic roerstaafjes, rietjes en wattenstaafjes niet meer worden verkocht. Bestaande voorraden worden opgemaakt, dus het kan nog voorkomen dat je ze tegenkomt.

Statiegeld op alle plastic flesjes

Vanaf 1 juli 2021 geldt er naast grote flessen ook statiegeld voor kleine flesjes. Vanaf 31 december 2022 geldt er ook statiegeld op blikjes.

Voorschrift op verpakkingen

Vanaf 3 juli 2021 komt er een voorschrift op verpakkingen van hygiëneproducten zoals vochtige doekjes. Ook op tabaksproducten en drinkbekers komt zo’n voorschrift. Er staat op bij welk afval het product hoort en waar je het dus weg moet gooien. Ook staat er informatie op over de kunststoffen in het product en welk invloed die heeft op het milieu.

Producentenverantwoordelijkheid

Ook een Uitgebreide Producentenverantwoordelijkheid is een van de maatregelen. Producenten worden verantwoordelijk voor (zwerf)afval van een aantal van hun producten. Denk aan drank- en voedselverpakkingen, drinkbekers, lichte plastic tassen, vochtige doekjes, tabaksproducten (met filters), ballonnen en vistuig. Vanaf 3 juli 2024 moeten doppen en deksels vastzitten aan plastic flessen en drankverpakkingen.

Bewustwording

Producenten moeten onder meer zorgen voor de inzameling, het vervoer en de verwerking van die producten, maar ook voor bewustwording van de consument. Via de Uitvoerige Producentenverantwoordelijkheid gaan producenten bovendien meebetalen aan de kosten die terreinbeheerders maken om zwerfafval op te ruimen.

Waterkwaliteit

Voor de waterschappen zijn deze maatregelen goed nieuws. Edith Kruger-Schippers, beleidsadviseur bij de Unie van Waterschappen: “Minder plastic afval in het milieu, betekent ook minder plastic afval in het water. Dat komt de waterkwaliteit ten goede. Ook hebben de rioolwaterzuiveringen straks minder last van rommel, zoals vochtige doekjes. De pompen en andere machines lopen daardoor minder vaak vast.”

Milieu Centraal legt uit wat de Single Use Plastic-richtlijn inhoudt.

Zie ook de website van Rijkswaterstaat

(Afbeelding van Matthew Gollop via Pixabay)

Leidraden Circulair Inkopen en Circulair Ontwerpen beschikbaar

De waterschappen hebben de ambitie om bij te dragen aan de transitie naar een circulaire (bouw)economie. Dat kan door circulair in te kopen en de aanleg- en onderhoudsprojecten van de waterschappen circulair uit te voeren.



Het Platform Circulair Bouwen in 2023 (CB’23) heeft 2 leidraden uitgebracht die de waterschappen helpen deze ambitie om te zetten in concrete acties. Dat zijn de leidraad ‘Circulair Inkopen’ en de leidraad ‘Circulair Ontwerpen’.

Platform CB’23 verbindt

Platform CB’23 wil bouwbreed partijen met circulaire ambities met elkaar verbinden. Dat doet het platform in de grond- weg- en waterbouw én in de bouw en utiliteit. Het streven is om vóór 2023 nationale, bouwsectorbrede afspraken op te stellen voor circulair bouwen.

Circulaire economie

Nederland wil toewerken naar een circulaire economie: een economie waarin materiaalverbruik en de bijbehorende milieu-impact zijn teruggedrongen. De bouwsector neemt 40 procent van het materiaalverbruik én 40 procent van het afval voor zijn rekening neemt. Dit betekent dat er in deze sector veel moet veranderen. Ook in de bouwprojecten van de waterschappen.

Leidraad Circulair Ontwerpen

Circulaire ambities krijgen concreet vorm in een project op het moment van ontwerpen. De keuzes die dan worden gemaakt, zijn van doorslaggevende invloed op het uiteindelijke resultaat. De leidraad geeft antwoorden op vragen als:

  • Welke ontwerpstrategieën zijn er en hoe kun je ze het beste toepassen?
  • Welke actoren zijn bij het proces betrokken?
  • Welke randvoorwaarden maken circulaire ontwerpprocessen gemakkelijker?

De leidraad geeft handreikingen en hulpmiddelen om circulair ontwerpen gemeengoed te laten worden.

Download hier de leidraad Circulair Ontwerpen

Leidraad Circulair Inkopen

Als onderdeel van de transitie naar een circulaire bouweconomie moeten waterschappen opdrachten anders in de markt zetten. Ze moeten circulaire principes meenemen in hun inkoop- en aanbestedingstrajecten. De afgelopen jaren is er veel ontwikkeld op het gebied van circulair inkopen. Verschillende partijen hebben handreikingen, stappenplannen en principes gepubliceerd. Al deze publicaties hebben tot doel om circulaire principes beter en structureler mee te nemen in inkoop- en aanbestedingstrajecten.

De leidraad Circulair Inkopen vertaalt inzichten uit die verschillende publicaties naar leidende principes. Partijen die met circulair inkopen aan de slag willen, kunnen zich aan die principes conformeren. Ze vormen de basis voor organisatiebeleid en procesaanpakken op projectniveau.

Download hier de leidraad Circulair Inkopen

Kennissessie Leidraden

Op 8 juli organiseert Platform WOW een bijeenkomst over de leidraad Circulair Inkopen. In die bijeenkomst is ook aandacht voor een andere leidraad van Platform CB’23, namelijk de leidraad Meten van Circulariteit.

Meer informatie en aanmelden

Noorderzijlvest wint Duurzame Parel 2021

24 juni 2021

Waterschap Noorderzijlvest heeft op 22 juni de Duurzame Parel 2021 gewonnen voor het project Vervanging Gemaal HD Louwes. “Zet je hulpvraag uit bij de markt, die zijn al best ver met duurzaamheid.”



De Duurzame Parel is een prijs van Green Deal Duurzaam GWW voor projecten die zich hebben onderscheiden op het gebied van duurzaamheid in de voorbereiding, aanbesteding en/of uitvoering. Ook de Nieuwe Verbinding N69 van de provincie Noord-Brabant heeft een Duurzame Parel 2021 gewonnen. De Duurzame Parels van dit jaar zijn uitgereikt tijdens het online Symposium Duurzaamheid van 22 t/m 24 juni.

Waterveiligheid en meer

Uit het rapport Droge Voeten 2050 bleek dat waterschap Noorderzijlvest een aantal investeringen moet doen in waterstaatkundige werken in Zoutkamp en directe omgeving. Mark Pietersen, projectmanager gebiedsopgave Zoutkamp: “We hebben als waterschap een waterveiligheidsopgave. Zo moeten we onder andere aan de slag met een groot gemaal dat overtollig oppervlaktewater het Lauwersmeer op pompt, het gemaal HD Louwes. Maar de capaciteit daarvan is te laag voor de nieuwe klimaatscenario’s.” Het waterschap kon er nu voor kiezen om enkel met de waterveiligheidsopgave aan de slag te gaan.

Maar dat deden ze niet. Het waterschap klopte aan bij de provincie Groningen en de gemeente Het Hogeland en vroeg of het project van waterveiligheid ook raakvlakken had met zaken die zij in de omgeving wilden aanpakken. Samen kwamen ze tot 9 projecten die ze aan elkaar koppelden. Zoals fietspaden aanleggen en de waterverbinding naar de jachthaven in het dorp verbeteren. En ook werd besloten een rijksmonumentale sluis die buiten gebruik was, om te bouwen tot een functionele schutsluis en het gemaal daarnaast te bouwen.

Duurzaamheid gelijk meenemen

Bij zulke grote projecten speelt ook duurzaamheid een belangrijke rol. En dat wilde het projectteam al gelijk in de ontwerpfase meenemen. “We hebben het adviesbureau Tauw gevraagd om ons daarbij te helpen. Onder hun begeleiding hebben we een scan gedaan met de gemeente, provincie en waterschap om te kijken waar overeenkomsten en verschillen lagen in onze ambities op het gebied van duurzaamheid, een zogenaamd ‘ambitieweb’. Daar kwamen de volgende punten uit naar voren waar we de nadruk op leggen: energie, ecologie, ruimtelijke kwaliteit en sociale relevantie. Vervolgens zijn we daar maatregelen aan toe gaan kennen.”

Markt benaderen

De volgende stap: de markt benaderen. “Een van de gunningscriteria was om duurzaamheid in hun plan mee te nemen. Daarbij wilden we weten wat de aannemers in hun organisatie nu al doen aan duurzaamheid, welke CO2-uitstoot ze verwachten bij dit project en wat ze gaan doen om dat te beperken.”

“Nu zetten we die visie van de gekozen aannemer om in eisen in het contract. En daar zullen we ook op toezien bij de uitvoering van het project.”

Tips voor andere waterschappen

Heeft Pietersen nog tips voor andere waterschappen over hoe ze duurzaamheid al in de ontwerpfase mee kunnen nemen? “Meestal hebben we de neiging als projectteam om heel lang na te denken hoe we met duurzaamheid om zullen gaan. Ik raad ze aan om gewoon die hulpvraag uit te zetten bij de markt. Je hoeft het niet alleen te doen, de markt is al best ver hierin. Ook kun je de duurzaamheidsvraag in kleine stukjes ophakken en zo gefaseerd bezig gaan. Leer en evalueer. Je hoeft het niet in één keer 100 procent goed te doen, als je maar wel aan de slag gaat ermee.”