Circulaire economie: decentrale overheden maken het verschil

11 januari 2022

Van 7 tot en met 12 februari vindt de Week van de Circulaire Economie plaats. Omschakelen naar een circulaire economie is niet alleen iets voor bedrijven. Ook decentrale overheden kunnen een sterke rol spelen in deze omschakeling. Maar hoe?



Om daar antwoorden op te vinden, is Circularities samen met de Unie, alle gemeentes (VNG) en alle provincies (IPO) gestart met de campagne ‘De Verschilmakers’. Speciaal voor iedereen met het goede voornemen om in het nieuwe jaar het verschil te maken.

Voorbeelden waterschappen

Onderdeel van de campagne is het magazine ‘De Verschilmakers’. Daarin staat onder meer een verhaal hoe waterschap Vallei en Veluwe zich inzet om de waardevolle grondstoffen uit rioolslib opnieuw in te zetten. In een ander artikel komt waterschap Aa en Maas aan het woord. Dit waterschap voert de restauratie van bijvoorbeeld dijken met circulaire materialen uit. Maar ook gemeentes en provincies komen met interessante voorbeelden.

Podcast

Daarnaast is er een 6-delige podcastserie gelanceerd. Daarin veel aandacht voor de circulaire toekomst van Nederland op het gebied van bouw, landbouw, infrastructuur, bedrijven, consumenten en afval.

Zelf aan de slag

Ambtenaren of bestuurders die zelf concreet aan de slag willen met de circulaire economie kunnen zich op de website van De Verschilmakers aanmelden. Circularities en de koepels ondersteunen hen dit jaar dan 5 keer met praktische tips en kennis om circulaire economie in het eigen vakgebied in de praktijk te brengen.

Website De Verschilmakers

Week van de Circulaire Economie

Onderzoek duurzame energie van waterschappen in de regio

25 november 2021

Hoe kunnen de waterschappen direct of indirect een bijdrage leveren aan de regionale energiestrategieën? Onder de vlag van het programma Waterbeheer en Regionale Energiestrategieën (WARES) is daar onderzoek naar gedaan. Op 25 november overhandigden Dirk-Siert Schoonman, bestuurslid van de Unie van Waterschappen, en Joost Buntsma, directeur van STOWA, de uitkomsten van dat onderzoek aan Ed Nijpels, voorzitter van het voortgangsoverleg van het Klimaatakkoord.

Slotpresentatie Waterbeheer en energietransitie (WARES)

De Unie van Waterschappen heeft in het kader van het Klimaatakkoord een subsidie van 1,2 miljoen euro gekregen van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor een driejarig onderzoeksprogramma. Met STOWA zijn de handen ineen geslagen om voor de waterschappen beleid en onderzoek te ontwikkelen en uit te voeren.

Thema’s

Het WARES-onderzoek gaat over 3 thema’s: aquathermie, opwek en opslag van duurzame elektriciteit, en juridische aspecten. STOWA en de Unie hebben zelf ook fors geïnvesteerd in diverse onderzoeken naar onder meer duurzame energie en broeikasgassen, vooral gericht op de rioolwaterzuivering. Denk aan energiebesparing, biogas, waterstof, en methaan- en lachgasreductie.

Aquathermie

Aquathermie, warmte en koeling uit water, is een duurzaam alternatief voor aardgasverwarming. In potentie kan aquathermie in totaal zo’n 50 procent van de gebouwde omgeving verwarmen (en koelen). Er zijn al tientallen aquathermieprojecten in Nederland. Om te stimuleren dat aquathermie waar dat passend is ook toegepast wordt, zijn er vanuit het onderzoeksprogramma diverse hulpmiddelen ontwikkeld. Bijvoorbeeld een viewer die de lokale potentie van aquathermie inzichtelijk maakt.

Wind en zon

Windenergie maakt een belangrijk onderdeel uit van de regionale energiestrategieën. Grote windmolens zijn echter vaak niet in te passen voor waterbeheerders vanwege de landschappelijke en milieuhinder. Vandaar dat de haalbaarheid van kleinere windmolens is onderzocht. Het blijkt dat veel kleinere windmolens in windrijke gebieden rendabel kunnen zijn, mits bijna 100 procent van de opgewekte energie ook ter plaatse door de waterbeheerder gebruikt kan worden. Voor zon op waterprojecten is een praktische handreiking opgesteld om waterschappen te helpen bij het bepalen van hun rol en positie bij initiatieven en bij de advisering over zon-op-water projecten en vergunningsaanvragen.

Opslag van energie

Een grote uitdaging bij de energietransitie is de afstemming van vraag en aanbod van energie. Er is onderzocht of de opslag van energie voor waterschappen technisch, financieel en juridisch haalbaar is. De waterschappen hebben ruim 300 rioolwaterzuiveringen verspreid over het land in beheer. Die zijn goed voor ruim 8 PJ (PetaJoule) energieverbruik met een ruime aansluiting op het elektriciteitsnet. Daarnaast zijn de zuiveringen één van de grootste producenten van biogas en groen gas: ruim 135 miljoen kuub per jaar. Ook zijn er veel mogelijkheden voor plaatsing van zonnepanelen en windmolens voor eigen gebruik of voor lokale energiecoöperaties

De rwzi als smart energy hub

Er is ook onderzoek gedaan naar de mogelijkheden van de rioolwaterzuiveringsinstallatie (rwzi) als energiehub. Dat laat zien dat vraag en aanbod van energie met de lokale omgeving van de rioolwaterzuivering kan worden afgestemd en uitgewisseld. Hierdoor is lokaal een aanzienlijke ontlasting van het elektriciteitsnet mogelijk. De meest verrassende uitkomst van het onderzoek is dat de rwzi een zeer kansrijke locatie is voor het opwekken van groene waterstof.

Juridisch

Waterbeheerders die pionieren met nieuwe energiebronnen komen vaak juridische knelpunten tegen. De Unie van Waterschappen heeft in aanvulling op de bestaande Juridische Handreiking een inventarisatie van juridische vraagstukken gedaan. De resultaten zijn gebundeld en intern gedeeld, zodat waterschappen van elkaar kunnen leren. Ook leverde de analyse vraagstukken op voor vervolgonderzoek. Zo is er een Handreiking Aanbesteden en schaarse rechten ontwikkeld en een Handreiking Samenwerking met Energiecoöperaties. Tot slot zijn er binnen het WARES-programma diverse handreikingen ontwikkeld.

Een terugblik op de dag met o.a. de livestream en presentaties

Lees meer over de resultaten van het WARES-onderzoek

Waterschappen blij met ambities Tweede Kamer op weg naar een circulaire economie

8 juni 2022

Op 7 juni werd in de Tweede Kamer een zogenaamd tweeminutendebat gehouden over circulaire economie. Daarbij kwam een aantal moties aan de orde.



De moties gingen onder meer over grote verpakkingen bij bestellingen via internet, uitgebreide producentenverantwoordelijkheid en voedselveiligheid. En over de beleidsopties, routes, afwegingen en maatschappelijke kosten om te komen tot de circulaire economiedoelen. Uit dit alles blijkt een grote betrokkenheid bij de Kamerleden om de ambities voor een circulaire economie te realiseren.

Belemmerende regelgeving

De waterschappen zien in de steun voor de moties ook de bevestiging van de noodzaak om grondstoffen uit het rioolwater te halen en op de markt te brengen. Wettelijke belemmeringen daarvoor moeten worden weggenomen. De Unie van Waterschappen dringt al jaren aan op het aanpassen van belemmerende regelgeving. Zo is opdracht gegeven voor de Taskforce herijking afvalstoffen die in september 2019 zijn advies ‘Grondstof of afval’ heeft uitgebracht. Op het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat wordt nu gewerkt aan vervolgtrajecten, maar dat gaat niet snel genoeg voor de tijdige omslag naar een circulaire economie.

Werkbezoek

Opvallend is dan ook de aangenomen motie van het Tweede Kamerlid Erik Haverkort (VVD) om de belemmeringen in de regelgeving op het gebied van voedselveiligheid zoveel mogelijk weg te nemen. Innovatief hergebruik van grondstoffen wordt hiermee gestimuleerd. Op 23 mei bracht Erik Haverkort met zijn fractiegenoot Fahid Minhas een werkbezoek aan het Hoogheemraadschap van Delfland op de rioolwaterzuivering Harnaschpolder. Daar konden zij zelf zien welke secundaire grondstoffen op rioolwaterzuiveringen gewonnen kunnen worden.

Tweede Kamer neemt motie aan over verduurzamen industrie

7 juni 2022

Op 7 juni heeft de Tweede Kamer een motie van Pieter Grinwis (ChristenUnie) aangenomen over de plannen voor het verduurzamen van de industrie. Grinwis vraagt de regering om te gaan praten met de middelgrote industriële bedrijven en het industrieel MKB.

Een windmolen op het terrein van het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard

Zij kunnen dan samen verkennen welke extra CO2-reductie en energiebesparing mogelijk is in aanvulling op de energiebesparingsplicht. Ook kunnen ze bekijken of en hoe de Meerjarenafspraken een vervolg kunnen krijgen.

Wet Energiebesparingsplicht

Eind 2020 liepen de Meerjarenafspraken energie-efficiencyverbetering (MJA3) af. Het kabinet heeft gekozen voor een andere inrichting. Namelijk om energiebesparing en CO2-emissiereductie te sturen met CO2-reductie via de ‘Wet Energiebesparingsplicht’. Die wet treedt op 1 januari 2023 in werking.

Nauwelijks instrumenten beschikbaar

Een grote groep middelgrote industriële bedrijven en het industriële MKB vinden dat er meer potentieel is te ontsluiten dan wat er behaald kan worden met de Wet energiebesparing met CO2-reductie. Ze vinden dat de aanpak en de ‘formule’ van de Meerjarenafspraken een vervolg verdient. De realisatie van energiebesparingsdoelstellingen was immers een groot succes. En ook het draagvlak en het engagement was juist bij deze groep bedrijven groot.

Energie-efficiencybeleid waterschappen

Via de MJA3-convenanten gaven ook de waterschappen sinds 2008 invulling aan de energiebesparingsplicht. Door de concernaanpak uit de MJA3 konden deelnemers met meerdere locaties 1 Energie-Efficiencyplan opstellen en over de locaties samen rapporteren. Hierdoor werd aandacht gegeven aan grotere projecten, in plaats van per aansluiting kleinere energiebesparingsopties te bekijken. Deze aanpak heeft het energie-efficiencybeleid van de waterschappen goed op de kaart gezet. Het bood een gestructureerde en efficiënte aanpak voor de invulling van wettelijke verplichtingen voor energie.

Afspraken voor CO2-reductie

De waterschappen sluiten zich aan bij de oproep van Grinwis. Ze vragen aandacht voor de kansen die gemist dreigen te worden als MJA3 niet door een vergelijkbare opzet wordt opgevolgd. Ze pleiten al langer samen met andere sectoren voor het maken van integrale bovenwettelijke afspraken voor CO2-reductie. Ze denken dat hiermee de potentie het grootst is om invulling te geven aan de wettelijke doelstellingen rond energiebesparing en broeikasgasreductie. Daarbij worden ook kansen gerealiseerd op energie- en CO2-besparing in de keten, gekoppeld aan circulaire economie.

Noodzaak

Vanwege de oorlog in Oekraïne en de geopolitieke ontwikkelingen die daaruit voortvloeien, is de noodzaak alleen maar groter om op korte termijn nog grootschaliger energie te besparen en sneller te verduurzamen om van het Russisch gas af te komen.

Materialen en milieueffecten van waterschapsobjecten in kaart gebracht

2 juni 2022

Voor het eerst is in kaart gebracht hoeveel materialen de waterschappen beheren in hun objecten, en wat de milieueffecten daarvan zijn.

Polderlandschap met klein gemaal

In totaal hebben de 21 waterschappen in Nederland naar schatting 570 megaton aan materialen in beheer, voornamelijk grond en klei in waterkeringen. Als de grond in waterkeringen niet wordt meegerekend, is de materiaalvoorraad zo’n 10 megaton, bestaande uit bouwmaterialen als beton, staal, hout en kunststoffen.

Circulair beheren

In 2030 moet Nederland voor 50 procent circulair zijn en in 2050 volledig circulair. Waterschappen beheren objecten zoals rwzi’s, persleidingen, gemalen, beschoeiing en waterkeringen, en daarmee een grote voorraad aan materialen. Deze objecten worden assets genoemd. Er ligt een grote uitdaging om deze assets circulair te beheren. Want wat is nu de omvang van deze materiaalvoorraad? Wat is het effect hiervan op de circulaire economie en het milieu? Hoe kunnen deze assets circulair beheerd worden?

Analyse bouwmaterialen

Deze vragen waren aanleiding voor het materialenonderzoek ‘Circulaire assets waterschappen’, uitgevoerd door Witteveen+Bos en Metabolic in opdracht van Stowa en de Unie van Waterschappen. In het onderzoek zijn de bouwmaterialen geanalyseerd in de assets van 6 waterschappen: waterschappen Noorderzijlvest, Vallei en Veluwe, Zuiderzeeland en Amstel, Gooi en Vecht en hoogheemraadschappen Delfland en Hollands Noorderkwartier.

Milieu-impact

Gemiddeld bedraagt de materiaalvoorraad 27 megaton per waterschap. Zonder waterkeringen is dat 0,5 megaton. Voor het winnen van deze materialen en het maken van objecten zijn energie en grondstoffen verbruikt. Hierdoor is er een milieu-impact ‘ingebed’ in deze assets. De gemiddelde ingebedde klimaatimpact van de totale materiaalvoorraad per waterschap bedraagt circa 1,2 megaton CO2-equivalent. Een meer volledige vertegenwoordiging van milieu-impact is de MilieuKostenIndicator (MKI). Deze bedraagt gemiddeld 127 miljoen euro per waterschap. De mate van circulariteit is ook bepaald op basis van de Material Circularity Index en is nog slechts 13 procent.

Taai proces

“We zijn in september 2020 gestart met het onderzoek”, vertelt Rob Dijcker van Witteveen+Bos. “En het is een taai proces gebleken om areaaldata en referentieontwerpen te verzamelen, te verifiëren en vervolgens te analyseren. Toch geeft het eindresultaat voor het eerst en in de volle breedte een overzicht van materiaalgebruik en milieu-impact van assets in beheer van waterschappen.”

Strategie circulaire waterschappen

Bas Nanninga heeft het onderzoek vanuit de Unie van Waterschappen begeleid. Hij verwacht dat het onderzoek helpt om verder richting te geven aan de strategie Circulaire waterschappen die de Unie aan het ontwikkelen is. “Een uitdaging voor de komende maanden is om voor de belangrijkste objecten concrete doelen en circulaire oplossingen uit te werken. Hierbij zoeken we zeker de samenwerking met andere infrabeheerders, zoals Rijkswaterstaat en Prorail.”

> Hoofdrapport Circulair assetmanagement waterschappen

> Achtergrondrapportage rekenmethodiek circulair assetmanagement waterschappen

Doel Regionale Energiestrategieën lijkt haalbaar in 2030

9 december 2021

Het doel van de Regionale Energiestrategieën (RES) om in 2030 35 TWh hernieuwbare energie te realiseren lijkt haalbaar. Voorwaarde is wel dat er in de uitvoering voldoende kennis, middelen en mensen zijn.



Afgelopen jaar werkten 30 regio’s in Nederland hard aan hun ambities om duurzame energie op te wekken en te zoeken naar duurzame warmtebronnen als alternatief voor aardgas waarmee huizen en gebouwen verwarmd worden.

35 TWH in 2030 lijkt mogelijk

De ambities van de 30 RES’en 1.0 tellen op tot 55,1 terawattuur (TWh): 18.9 TWh bestaande projecten, 12,6 TWh pijplijn, en 23,6 TWh aanvullende ambitie. Het Planbureau voor de Leefomgeving schat in dat uiteindelijk tussen 35,4 TWh en 46,4 TWh wordt gerealiseerd, met een middenwaarde van 40,8 TWh. Er is sinds de concept-RES meer zonne-energie gepland. De hoeveelheid windenergie is nagenoeg gelijk gebleven. Het halen van het 35 TWh-doel lijkt mogelijk, maar we zijn er nog niet.

Aquathermie

De waterschappen dragen bij aan de Regionale Energiestrategieën in hun regio. Zij doen dat onder meer door het opwekken van duurzame energie in het waterbeheer. Bijvoorbeeld bij de rioolwaterzuiveringsinstallaties (rwzi’s) en op hun andere terreinen. Ook stimuleren ze aquathermie, een bron van energie die in Nederland nog relatief onbekend is. In oppervlaktewater en afvalwater gaat een enorm potentieel aan thermische energie schuil. De waterschappen helpen deze te ontsluiten voor de gebouwde omgeving.

Producent van biogas

Waterschappen zijn daarnaast een van de grootste producenten van biogas. Ze overwegen om het biogas maatschappelijk in te zetten als groen gas. Ook zijn er veel mogelijkheden voor het plaatsen van zonnepanelen en windmolens voor eigen gebruik of voor lokale energiecoöperaties.

Rioolwaterzuivering als energiehub

De rwzi’s hebben de potentie om te functioneren als energiehub. Daarbij kunnen vraag en aanbod van energie met de lokale omgeving van de rioolwaterzuivering worden afgestemd en uitgewisseld. Hierdoor is lokaal een aanzienlijke ontlasting van het elektriciteitsnet mogelijk.

Schaarse netcapaciteit

De regio’s gaan een volgende fase in. Er is aandacht voor een blijvende dialoog met de samenleving over de impact van de klimaat- en energietransitie en de afwegingen die te maken zijn. Daarnaast dwingt de schaarse netcapaciteit tot het stellen van prioriteiten. En er is afstemming nodig met andere opgaven in de leefomgeving. De uitdaging is nu al te denken en te doen met het energiesysteem van de toekomst in gedachten. En om vernieuwende initiatieven die passen in die toekomst te stimuleren en te versterken.

Energietransitie: alleen samen

De regio’s gaan aan de slag met de uitwerking van de ambities van de RES 1.0. Op 1 juli 2023 laten zij in de RES 2.0 de voortgang zien. Ook in deze fase ligt het voortouw bij de regio’s: gemeentes, provincies, waterschappen en netbeheerders. En ook nu is betrokkenheid en steun van het rijk, van bedrijven, energiecoöperaties, inwoners en maatschappelijke partners nodig. Alleen samen is het mogelijk de energietransitie verder te brengen.

Voldoende middelen en mensen

Een belangrijke voorwaarde om de ambities te realiseren is dat er voldoende middelen zijn: investeringsruimte, subsidies en procesmiddelen. Dit vraagt om een heldere koers en keuzes van het nieuwe kabinet: hoeveel mag de energietransitie kosten en wie gaat het betalen? Ook zijn er voldoende mensen in de uitvoering nodig.

Wat zijn Regionale Energiestrategieën?

De decentrale overheden hebben 30 regio’s gevormd die een Regionale Energiestrategie (RES) maken. Gemeentes, provincies en waterschappen werken in de regio’s samen met inwoners, maatschappelijke partijen, energiecoöperaties, netbeheerders en het Rijk. Het werken aan de RES vloeit voort uit het Klimaatakkoord. De gehele opgave reikt tot 2030 en uiteindelijk tot 2050.

Lees ook het bericht op de website van het Nationaal Programma RES

Veel mogelijkheden in rioolwater voor circulaire economie

11 november 2021

Op 18 november staat een commissiedebat Circulaire Economie gepland in de Tweede Kamer. De waterschappen hebben een aantal aandachtspunten geleverd voor dit debat.



Zo roepen de waterschappen het kabinet op om meer tempo te maken om de doelen van Nederland circulair in 2050 te halen. De waterschappen winnen 18 verschillende grondstoffen terug uit het rioolwater. Maar daarbij lopen ze tegen afvalwet- en regelgeving aan die stamt uit de jaren 70.

Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat is gestart met de voorbereidingen voor specifieke ministeriële regelingen om ervoor te zorgen dat struviet en cellulose niet meer worden aangemerkt als afval. Daarmee kunnen de waterschappen verder geholpen worden, maar dit mag niet zolang gaan duren als de procedure voor het rechtsoordeel, die bijna 6 jaar duurt. De circulaire ambities van de waterschappen worden gedempt door gebrek aan ambitie bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.

Daarnaast vinden de waterschappen dat er meer aandacht moet komen voor biogrondstoffen en biogebaseerde kunststoffen die uit het rioolwater worden gehaald.

Lees de volledige inbreng

Waterschappen opgelet: inschrijvingen voor Circular Awards geopend

9 november 2021

Veel waterschappen zijn al volop bezig met de overgang naar een circulaire economie. Waterschappen met mooie circulaire projecten maken nu kans op de Circular Award Public. Inschrijven kan tot en met 10 december 2021.



Waterschappen spelen een cruciale rol bij het realiseren van een circulaire economie. Kringlopen moeten namelijk vaak op lokaal of regionaal niveau gesloten worden. Bovendien zijn waterschappen koplopers op het gebied van het terugwinnen van grondstoffen uit afvalwater.

Impactvolle voorbeelden

Waterschappen kunnen daarom meedoen aan de Circular Awards 2022, een wedstrijd die door Versnellingshuis Nederland Circulair! wordt georganiseerd. Het doel is om elkaar te inspireren met impactvolle voorbeelden en circulaire koplopers op het schild te hijsen.
Tijdens de Circular Awards worden meerdere prijzen uitgereikt: voor bedrijven (Circular Award Business) en voor publieke partijen (Circular Award Public).

Circular Award Public

Voor de Circular Award Public komen alle circulaire projecten van gemeentes, waterschappen, provincies en Rijkswaterstaat in aanmerking. Dit kan variëren van een circulaire gebiedsontwikkeling tot een circulaire tender of een circulair ‘kunstwerk’. Inschrijven kan tot en met 10 december 2021 via de website van de Circular Awards. Daar is ook meer informatie te vinden over de criteria en procedure.

Tweede Kamerleden Haverkort en Minhas bezoeken waterschap

23 mei 2022



Het werkbezoek stond in het teken van circulaire economie, een van de onderwerpen waar de Tweede Kamer zich mee bezighoudt.

Rioolwater als bron van grondstoffen

De Kamerleden lieten zich bijpraten over de mogelijkheden van het terugwinnen van grondstoffen uit rioolwater. Waterschappen zijn al jaren actief in de terugwinning van grondstoffen en energie uit het rioolwater. Ze zien rioolwater allang niet meer als afval, maar als bron van grondstoffen en energie. Zo winnen de waterschappen 18 verschillende grondstoffen uit dit water terug, zoals struviet, cellulose, fosfaat, bioplastics, Kaumera en biomassa.

Kansen en struikelblokken

Tijdens de rondleiding door de afvalwaterzuivering werd duidelijk hoe Groen gas en struviet wordt teruggewonnen. Aan de hand van verschillende presentaties en gesprekken werden de kansen, mogelijkheden en struikelblokken van het terugwinnen van grondstoffen besproken. AquaMinerals, dat voor de waterschappen de product- en marktontwikkeling voor deze stoffen verzorgt, ging in op de uitdagingen bij het vermarkten.

Tweede Kamer

Ook werd besproken wat de Tweede Kamer kan doen om het terugwinnen en op de markt brengen van kostbare grondstoffen soepeler te laten verlopen. De waterschappen willen af van het stempel ‘afval’ voor de reststromen van de rioolwaterzuiveringen.

Werkbezoeken voor Kamerleden

De Unie van Waterschappen organiseert regelmatig werkbezoeken voor Kamerleden. Die zijn bedoeld om inzicht te geven in actuele politieke onderwerpen.

Staatssecretaris Heijnen bezoekt Noord-Nederland rond thema circulaire economie

16 mei 2022



Op het programma stond een bezoek aan Groningen, waar wordt gewerkt aan een circulaire textielketen. Daarnaast bezocht Heijnen het Nationaal Testcentrum Circulaire Plastics in Heerenveen. De aanwezigen voerden het gesprek met de staatssecretaris over de vraag: hoe kunnen we gezamenlijk als één overheid regionale circulaire activiteiten stimuleren en ondersteunen? Wat is er nodig om te versnellen en het doel te halen om in 2030 50 procent minder primaire grondstoffen te gebruiken?

Duurzaam opdrachtgeverschap

Namens de Unie van Waterschappen gaf bestuurslid Vincent Lokin van waterschap de Dommel een presentatie over Circulair en Duurzaam Opdrachtgeverschap bij de waterschappen. Vanuit waterschap Noorderzijlvest was Dagelijks Bestuurslid Eisse Luitjens aanwezig. Hij vertelde over de mogelijkheden en belemmeringen bij de inzet op circulair werken. Ook deelde hij de ervaringen van Noorderzijlvest met 2 lopende projecten: Nieuwe waterwerken Zoutkamp en Dijkversterking Lauwersmeerdijk-Vierhuizergat.

Plasticvervanger

Dijkgraaf Luzette Kroon vertegenwoordigde Wetterskip Fryslân. Zij ging onder meer in op de Vereniging Circulair Friesland waaraan ook het Wetterskip is verbonden. En er zijn nog meer voorbeeldprojecten rond circulaire economie, zoals een plasticvervanger uit natuurlijke reststoffen. De waterschappen willen af van het stempel ‘afval’ voor de reststromen van de rioolwaterzuiveringen.

Schaarse grondstoffen

In een circulaire economie worden grondstoffen efficiënt ingezet en opnieuw toegepast, zonder schadelijke effecten voor mens en milieu. Een circulaire economie draagt bij aan het verwaarden van reststromen, en aan het verminderen van de klimaatverandering en van vervuilende stoffen. Bovendien heeft het ook effect op het tegengaan van verlies aan biodiversiteit, de vervuiling van lucht, water en bodem en op schaarste van grondstoffen.

Circulaire doelen

De decentrale overheden vinden het samen met het Rijk belangrijk dat de Nederlandse economie in 2050 volledig circulair is. Daarom zijn er afspraken gemaakt in het Uitvoeringsprogramma Circulaire Economie 2023-2026, gebaseerd op het Grondstoffenakkoord van 2017. In het najaar van 2022 verschijnt er een hernieuwd programma met nieuwe doelen. De waterschappen dragen bij aan de circulaire economie via hun inkoopbeleid, de aanbestedingen in de grond-, weg- en waterbouw, de watersystemen en de rioolwaterzuiveringen.