Waterschappen onderzoeken alternatieven voor aardgaslevering Gazprom

1 maart 2022

Naar aanleiding van de Russische inval in Oekraïne verkennen waterschappen alternatieven voor aardgaslevering door Gazprom. Ongeveer de helft van de waterschappen heeft een contract bij de Russische leverancier.



Waterschappen inventariseren welke contracten er precies afgesloten zijn met Gazprom. Ook informeren ze zich over mogelijke alternatieven. De Unie van Waterschappen overlegt met het ministerie van Economische Zaken en Klimaat over hoe de contracten met Gazprom zich verhouden tot de politieke en economische sancties tegen Rusland, het rijksbeleid rond mogelijke alternatieven en wat voor consequenties dat heeft. Ook bij andere leveranciers kom je vaak uit bij aardgas uit Rusland.

Lopende contracten

Verder winnen waterschappen juridisch advies in over de mogelijkheden om lopende contracten die via aanbestedingen tot stand zijn gekomen voortijdig te beëindigen. En hoe voorkomen kan worden dat dit leidt tot schadevergoedingen die juist financieel voordelig zijn voor Gazprom. Vaak kopen samenwerkende waterschappen energie collectief in. De gunning van deze contracten komt tot stand op basis van de beste prijs-kwaliteitverhouding.

Beperkte afhankelijkheid

De waterschappen zijn zelf één van de grootste producenten van biogas in Nederland. Dat maken ze door vergisting van zuiveringsslib op de rioolwaterzuiveringen. Ze zijn daardoor slechts beperkt afhankelijk van de levering van aardgas. De hoeveelheid aardgas van Gazprom is maar ongeveer 2 procent van de totale hoeveelheid energie die de waterschappen gebruiken. Dit aardgas wordt vooral ingezet voor de verwarming van gebouwen.

Groen gas

Steeds meer waterschappen overwegen om het biogas uit de zuiveringen om te zetten naar groen gas (biogas van aardgaskwaliteit) voor levering aan de gebouwde omgeving of voor mobiliteit. Ook met de ontwikkeling van aquathermie (warmte/koude uit water) werken de waterschappen mee aan een alternatief voor aardgas. Dit sluit aan bij het kabinetsbeleid om minder afhankelijk te worden van aardgas. De waterschappen dringen aan bij het kabinet om die energietransitie met grotere urgentie te versnellen.

Springtij Forum 2022 over ‘in balans met water’

21 september 2022

Van 21 tot en met 23 september vindt op Terschelling het duurzaamheidsfestival Springtij plaats. Deze 3 dagen gaan deelnemers uit politiek, overheid, bedrijfsleven en kennisinstituten met elkaar in gesprek over duurzaamheid. Ook de waterschappen zijn van de partij. Zij vragen aandacht voor het thema ‘In balans met water’.

Paalhoofden op het strand om de eb- en vloedstroom uit de kust te houden

De waterschappen maken onderdeel uit van de watercoalitie. Ook enkele drinkwaterbedrijven, de Nederlandse Waterschapsbank (NWB), Rijkswaterstaat, het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en kennisinstituut Deltares maken er deel van uit. Deze coalitie heeft zich voor 3 jaar als partner aan het festival verbonden.

Water is leidend

Met het thema ‘In balans met water’ vraagt de watercoalitie aandacht voor het feit dat water leidend is voor een toekomstbestendig Nederland. Water zit in immers in het hart van alle ruimtelijke beslissingen. Daarom worden op Terschelling 5 zoetwatersessies en 2 zeesessies georganiseerd.

Waarde van water

Zo doet Hetty Klavers, dijkgraaf van waterschap Zuiderzeeland, mee aan een sessie over klimaatadaptieve woningbouw. Marijn Ornstein, dijkgraaf van waterschap Vallei en Veluwe neemt deel aan de sessie over de waarde van water. In die sessie ervaren deelnemers zelf de dilemma’s rondom waterverbruik.

> Lees meer over het festival

Kennisplatform Circulaire Economie voor decentrale overheden

19 september 2022

Klinkt dit je als toekomstmuziek in de oren? Waterschappen die de eerlijke prijs meewegen in al hun investeringsbeslissingen? Bij nieuwe bruggen, viaducten of tunnels gebruik maken van oude onderdelen? Gemeenten, waterschappen en provincies die gezamenlijk zorgen dat nieuwbouwwijken tenminste 50 procent minder drinkwater gaan gebruiken? Meld je dan aan voor de Verschilmakers.



De Verschilmakers

Deze en vele andere circulaire initiatieven, die al in de praktijk worden gebracht zijn te vinden op het nieuwe kennisplatform ‘de Verschilmakers’. Dit kennisplatform is een samenwerking van Vereniging van Nederlandse Gemeenten, Interprovinciaal Overleg, de Unie van Waterschappen en Circularities. Voor en door decentrale overheden gemaakt. Om in eigen organisatie, met regionale bedrijven en inwoners het hoofd te bieden aan de vele uitdagingen die op de samenleving en decentrale overheden afkomen.

Vergroot je impact

Het platform biedt decentrale overheden kennis op het gebied van bouw, landbouw, infrastructuur, bedrijven, inwoners en afval. Voor ambtenaren die willen weten HOE ze hun impact kunnen vergroten en hoe andere decentrale overheden dat al doen. Je vindt bijvoorbeeld doelstellingen op het gebied van duurzaamheid, ambtenaren die vertellen hoe ze hun baanbrekende voorbeelden voor elkaar hebben gekregen en antwoorden op de meest gestelde vragen. Het helpt je met:

  • Het vormen van (nieuw) beleid
  • Het creëren van een maatschappelijke uitvoeringsagenda’s
  • Het inspireren en ondersteunen van collega’s om duurzaamheid te integreren in hun dagelijkse werkzaamheden.
  • Samenwerken met andere decentrale overheden om je eigen en gezamenlijke duurzame doelstellingen te behalen.

Laat je inspireren

Steeds vaker beseffen we ons dat zonder een stevige inzet op circulaire economie, problemen niet opgelost kunnen worden. Denk daarbij aan krimp van de (regionale) economie, verlies aan arbeidsplaatsen, klimaatverandering of biodiversiteitsverlies. Dat decentrale overheden daarin van cruciaal belang zijn, bewijst de overdonderende hoeveelheid voorbeelden op het platform. Een platform om je volop door te laten inspireren!

Meld je aan

Het platform is een vervolg op de lancering van het magazine en de podcastreeks ‘de Verschilmakers’ eerder dit jaar. Meer dan 400 professionals gaven zich al op om dit jaar ook het verschil te gaan maken en zich in te zetten op circulaire economie. Het platform geeft een overzicht van alle initiatieven van kennisinstellingen, platforms en experts op de 6 kennisgebieden. Meld je aan voor dit inspirerende platform, dat ook in de toekomst blijft groeien met nieuwe kennis en bijeenkomsten.

D66 stelt vragen over ‘einde-afvalstatus’ van grondstoffen

18 februari 2022

Tweede Kamerlid Kiki Hagen van D66 heeft een aantal schriftelijke vragen gesteld aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat. Die vragen gaan over de transitie naar een circulaire economie en over de definitie van afval in de afvalwet en -regelgeving.



Hagen vraagt onder meer aan de staatssecretaris om een nieuwe definitie van afval. Dat is immers een voorwaarde om tot een volledig circulaire economie in 2050 te komen.

Taskforce Herijking Afvalstoffen

Daarnaast wil Hagen weten welke oplossingsrichtingen uit het rapport van de Taskforce Herijking Afvalstoffen zijn geïmplementeerd. Deze oplossingen lossen immers de verschillende belemmeringen van overheden en bedrijven om circulair te opereren op.

Einde-afvalstatus

Hagen vraagt ook of het klopt dat de staatssecretaris al is begonnen met het voorbereiden van ministeriële regelingen die ervoor zorgen dan struviet en cellulose niet meer worden aangemerkt als afval, de zogenaamde ‘einde-afvalstatus’. En zou deze einde-afvalstatus ook niet moeten gelden voor 16 andere grondstoffen?

Integrale aanpak

Het Kamerlid vraagt ook om een gestructureerde integrale aanpak om de wet- en regelgeving aan te passen aan de ambitieuze circulaire economie doelstelling. Zij vindt de aanpak nu nog teveel gericht op individuele gevallen.

Stempel ‘afval’

De Unie van Waterschappen is blij dat deze vragen aan de staatssecretaris zijn gesteld. De waterschappen willen immers af van het stempel ‘afval’ voor de reststromen van de rioolwaterzuiveringen. Dat helpt de waterschappen om een bijdrage te leveren aan een circulaire economie. De staatssecretaris moet binnen 3 weken antwoorden geven op de vragen.

Lees alle vragen van Kiki Hagen

Aandacht voor circulaire economie én voor water in debat Kamer

17 februari 2022

Tijdens het hoofdlijnendebat Infrastructuur en Waterstaat (IenW)  op 16 februari in de Tweede Kamer vroeg een aantal Kamerleden aandacht voor de circulaire economie én voor water.



Zo stelde Suzanne Kröger van GroenLinks dat zij concrete doelen mist om tot een circulaire economie te komen. Wat gaan we nu doen om in 2030 50 procent minder grondstoffen te gebruiken? Vivianne Heijnen, staatssecretaris van IenW antwoordde dat in de volgende stap concrete doelen worden bepaald.

Hergebruik afval

Kiki Hagen van D66 wilde weten welke nieuwe definitie van afval de staatssecretaris hanteert. Dit met het oog op hergebruik van afval. Nu is dat nog vaak niet mogelijk omdat afval wettelijk gezien niet mag worden hergebruikt. Heijnen zei daarop dat de definitie van afval zijn oorsprong heeft in een Europese richtlijn. Als we de definitie willen aanpassen, moet dat dus in Europa.

Voor de waterschappen is het belangrijk dat afval, zoals slib van de waterzuiveringen, kan worden hergebruikt. Zonder ‘einde-afvalstatus’ van stoffen is hergebruik niet mogelijk.

Waterveiligheid

Ook het onderwerp water kwam aan de orde tijdens het debat. Barry Madlener van de PVV verwacht een forsere inzet van de minister voor waterveiligheid. Nederland moet een veilige delta blijven. Minister Mark Harbers van Infrastructuur en Waterstaat zei dat waterveiligheid inderdaad erg belangrijk is, maar dat er meer wensen zijn dan budget.

Plastictax

Tot slot vroeg Lammert van Raan van de Partij voor de Dieren aan staatssecretaris Heijnen welke maatregelen zij gaat nemen tegen plastics in water. Hij suggereerde een belasting op polymeren. De staatssecretaris zegde toe zo’n plastictax te gaan onderzoeken.

De waterschappen zetten zich actief in voor het terugdringen van plastic zwerfvuil in het oppervlaktewater. Een plastictax zou een bijdrage kunnen leveren aan minder plastic in het water.

Week van de circulaire economie: systeemverandering gaat pijn doen

7 februari 2022

Op 7 februari start de Week van de circulaire economie met een nationale conferentie. Sander Mager, bestuurslid van de Unie van Waterschappen, doet een oproep: “Durf te kijken naar wat echt nodig is voor een systeemverandering, ook als dat pijn gaat doen. Kijk daar bij niet alleen naar je eigen sector, maar zoek de verbinding. En toon hierbij bestuurlijk lef.”



Sander Mager: “De omschakeling naar een circulaire economie behoort tot de grote transities van de komende jaren. We zijn aan het optimaliseren maar gaan de echte systeemverandering nog uit de weg. Hebben we die systeemverandering wel scherp voor ogen? En hoe komen we tot die systeemverandering? De benodigde systeemverandering, het centrale thema van de nationale conferentie circulaire economie, gaat pijn doen. We zouden bestuurlijke lef moeten tonen om deze pijngrens op te zoeken.”

Vermindering van klimaatverandering

In een circulaire economie worden grondstoffen efficiënt ingezet en opnieuw toegepast, zonder schadelijke effecten voor mens en milieu, nu en in de toekomst. Circulaire economie draagt bij aan het verminderen van de klimaatverandering, van vervuilende stoffen in de leefomgeving en het verwaarden van reststromen. Maar een transitie naar een circulaire economie heeft ook effect op het tegengaan van verlies aan biodiversiteit, de vervuiling van lucht, water en bodem en op leveringsrisico’s (schaarste) van grondstoffen.

Elkaar opzoeken

Sander Mager: “Wij als decentrale overheden, gemeenten, provincies en waterschappen, merken steeds meer de gevolgen van de klimaatverandering in het dagelijks werk. Het is duidelijk dat we niet eindeloos kunnen blijven dweilen met de kraan open. Daarom vinden we, het net als het nieuwe kabinet, belangrijk dat de Nederlandse economie in 2050 volledig circulair is. We dragen daar graag aan bij. Tegelijk zien we dat -ook bij ons- circulaire initiatieven nog in de hoek ‘leuk’ zitten maar nog niet doorstromen naar het reguliere werk. Bovendien zijn de meeste partijen nog erg op zichzelf gericht. Elke grondstof heeft zijn eigen cyclus en die zijn dus niet, zoals energie, ‘makkelijk’ uitwisselbaar. Publieke en private partijen vinden elkaar nu nog onvoldoende en zijn nog veel met zichzelf bezig. Ik denk dat we naar buiten moeten om elkaar op te zoeken.”

Klimaatneutraal en circulair

In het coalitieakkoord staat dat er een ambitieus klimaatdoel komt voor de circulaire economie en een uitvoeringsprogramma. De overheid wil hierin een voorbeeldrol nemen en zorgen voor een betere aansluiting tussen klimaatbeleid en circulariteit. In het Grondstoffenakkoord staat de doelstelling van een 100 procent circulaire economie in 2050. Er is een tussendoel van 50 procent reductie van primaire abiotische grondstoffen in 2030. Dat zijn mineralen (bijvoorbeeld grind, zout en fosfaat), metalen (zoals ijzererts en bauxiet) en fossiele grondstoffen (zoals aardgas en olie) die in de natuur voorkomen. In het Klimaatakkoord staat de afspraak om als overheden in 2030 bij projecten in de Grond-, Weg- en Waterbouw zoveel mogelijk klimaatneutraal en circulair te werken.

Ambities

Sander Mager: “Als overheden hebben we een hoog inkoopvolume. Als dit circulair gericht zou worden, maken we echt verschil. Decentrale overheden zouden gestimuleerd moeten worden om de afspraak uit de Transitieagenda Circulaire Bouweconomie over te nemen zodat overheden in 2023 100 procent circulair uitvragen en in 2030 100 procent circulair aanbesteden.”

> Week van de Circulaire Economie

Nieuwe handreikingen duurzame energie voor waterschappen

4 februari 2022

Om de waterschappen te ondersteunen bij de uitvoering van het Klimaatakkoord, heeft de Unie van Waterschappen 3 online handreikingen laten maken. Deze handreikingen helpen waterschappen bij de ingewikkelde afwegingen in het omgaan met andere partijen. Ook helpen ze met initiatieven voor duurzame energie, bijvoorbeeld in de regionale energiestrategieën.



De nieuwe handreikingen zijn: Aanbesteden en schaarse rechten, Samenwerken met energiecoöperaties en Zon op water. De handreikingen zijn opgesteld vanuit het WARES-programma. Dat is het kennisprogramma dat de Unie samen met STOWA uitvoert. WARES wordt vanuit het Klimaatakkoord gefinancierd door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK).

Handreiking aanbesteden en schaarse rechten

Waterschappen worden geregeld voor de keuze gesteld welke rol ze willen innemen in de energietransitie. De rol die een waterschap kiest, heeft invloed op de juridische keuzevrijheid van het waterschap bij het bepalen van de partij waarmee het een samenwerking wil aangaan. Mogelijk is er sprake van een aanbestedingsplicht.

Daarnaast hebben de waterschappen te maken met het vergunnen van zogenaamde schaarse rechten. Denk aan locaties voor aquathermie, zon-op-water of het opwekken van energie op gronden van de waterschappen. De handreiking aanbesteden en schaarse rechten biedt een stappenschema voor het maken van verantwoorde keuzes. Ook gaat de handleiding in op relevante jurisprudentie.

> Handreiking aanbesteden en schaarse rechten

Handreiking samenwerken met energiecoöperaties

In het Klimaatakkoord is afgesproken dat het ‘streven naar 50 procent lokaal eigendom’ niet op waterschappen van toepassing is. Wel is vastgelegd dat de waterschapssector nadere afspraken maakt met onder andere energiecoöperaties over duurzame energieprojecten.

Deze handreiking geeft kaders om te beoordelen of een waterschap met een energiecoöperatie voor duurzame energieprojecten kan samenwerken. Vervolgens gaat de handreiking in op hoe het waterschap dat kan doen en welke instrumenten men daarbij kan hanteren. Onderdeel van de handreiking zijn modelovereenkomsten. Daarin is de theorie in praktische overeenkomsten gegoten.

> Handreiking samenwerken met energiecoöperaties

Handreiking zon op water

Waterschappen krijgen steeds meer aanvragen voor het plaatsen van drijvende zonnepanelen. Zij hebben behoefte aan een handreiking over hun (juridische) positie. Maar ook over aspecten zoals beleid, vergunningen, monitoring, handhaving en calamiteiten. De handreiking is een praktisch document dat toepasbaar is voor concrete praktijkcasussen. En er is beleidsruimte voor nadere invulling door het waterschap, rekening houdend met lokale omstandigheden.

De handreiking bevat modelvergunningvoorschriften die waterschappen als basis kunnen gebruiken bij vergunningverlening. Daarbij wordt uitgegaan van het nieuwe stelsel onder de Omgevingswet. De beoogde ingangsdatum van die wet is oktober 2022 of januari 2023. De handreiking is een vervolg op de handreiking voor vergunningverlening drijvende zonneparken op water (STOWA, 2019).

> Handreiking zon op water

Programma WARES

De Unie van Waterschappen heeft in 2019 via het Klimaatakkoord van het ministerie van BZK een subsidie van 1,2 miljoen euro gekregen voor onderzoek naar de bijdrage van de waterschappen aan de energietransitie. Zo ontstond het programma WARES (Waterbeheer in de Regionale Energiestrategieën). Dit onderzoeksprogramma is samen met STOWA uitgevoerd in nauwe afstemming met expertgroepen van het Energieprogramma van de Unie van Waterschappen. Het programma is inmiddels afgerond.

Vervolgonderzoek

Het klimaat stelt de waterschappen voor grote uitdagingen en er is voortdurend behoefte aan kennis bij de waterschappen. De Unie zet dan ook in op een vervolg van het onderzoeksprogramma. De insteek van het vervolgonderzoek is onder andere:

  • verbreding naar CO2-reductie en vastlegging,
  • onderzoek naar monitoring en reductie van lachgasemissies,
  • methaanemissie uit oppervlaktewater,
  • het monitoren van de gevolgen van koudelozingen,
  • de productie van groen gas,
  • verder onderzoek naar grondstoffenterugwinning.

Op weg naar klimaatneutraliteit

Dit alles past bij de ambitie die de waterschappen hebben om bij te dragen aan de klimaatopgave. Deze ambitie wordt in nauwe samenwerking met de waterschappen opnieuw geformuleerd in de strategische visie ‘Op weg naar klimaatneutraliteit’. Deze visie wordt dit jaar ter consultatie aan de leden voorgelegd. De ledenvergadering stelt de visie uiteindelijk vast.

Waterschappen actieve partners in Deltaplan Biodiversiteitsherstel

3 februari 2022

Het Deltaplan Biodiversiteitsherstel zet zich samen met haar partners in om biodiversiteitsherstel in Nederland te realiseren. De meeste waterschappen zijn partner van dit Deltaplan. Zij blijken actieve partners.



Van alle partijen die vóór augustus 2020 zijn aangesloten bij het Deltaplan is een voortgangsrapportage van hun betrokkenheid gemaakt. Uit de rapportage over de inzet van de waterschappen blijkt dat zij hard werken aan het versterken van de biodiversiteit.

Natuurinclusief waterbeheer

Uit de rapportages blijkt dat de waterschappen naast het verbeteren van de waterkwaliteit onder meer veel aandacht besteden aan ecologisch beheer, natuurvriendelijke oevers, bloemrijke dijken en de natuurinclusieve inrichting van waterbergingen.

Bewustwording

In de rapportages is te zien dat waterschappen zich ook inzetten voor het vergroten van het publieke bewustzijn rond biodiversiteitsherstel in onder meer de Waterbazencampagne. Naast extern aandacht vragen voor het belang van biodiversiteitsherstel vinden de waterschappen dat dit ook intern aandacht nodig heeft. Ze willen graag dat de werkzaamheden die bijdragen aan natuurherstel of -versterking in alle bedrijfsonderdelen van het waterschap terugkomen.

Tekst loopt door onder de video

Biodiversiteit gaat achteruit

De biodiversiteit is essentieel voor het in stand houden van ecosystemen en daarmee voor een gezonde leefomgeving. Al jaren gaat de biodiversiteit in Nederland achteruit. Natuurorganisaties, boeren, wetenschappers, banken en bedrijven zijn zich bewust van dit probleem en hebben de handen ineengeslagen.

Deltaplan

In 2018 verenigden natuurorganisaties, boeren, wetenschappers, banken en bedrijven zich in ‘Samen voor Biodiversiteit’ om samen te werken aan het Deltaplan Biodiversiteitsherstel. De 19 partijen uit 2018 zijn inmiddels uitgegroeid tot meer dan honderd partners en supporters die bij de beweging zijn aangesloten.

Team biodiversiteit

Van de partners in het Deltaplan wordt concreet commitment gevraagd aan één of meerdere succesfactoren die in het Deltaplan staan. Bij de verschillende waterschappen wordt er hard gewerkt aan het uitvoeren van de commitments en het bevorderen van de biodiversiteit. Dit wordt waterschapsbreed ook opgepakt door het team Biodiversiteit van de Unie van Waterschappen.

Bekijk de voortgangsrapportages van de waterschappen Rijnland, De Stichtse Rijnlanden, Aa en Maas, Amstel Gooi en Vecht, Brabantse Delta, De Dommel en Limburg.

Minister Jetten start ingebruikname Smart Energy Hub Zwolle

Tijdens zijn eerste werkbezoek heeft minister Rob Jetten (Klimaat en Energie) op 31 januari de rioolwaterzuiveringsinstallatie Hessenpoort in Zwolle bezocht. Daar verrichtte hij de symbolische openingshandeling van de Smart Energy Hub.



Een Smart Energy Hub is een slim lokaal energiesysteem waarmee het lokale energienet wordt ontlast en een heel bedrijventerrein energieneutraal kan worden. Flexibiliteit en slim kunnen schakelen tussen duurzame elektriciteit, gas (waaronder waterstof) en warmte staan hierbij centraal.

Klimaatafspraken

Om de Smart Energy Hub symbolisch te starten, draaide minister Jetten een kraan dicht. Investeringen in het landelijke stroomnetwerk kosten volgens hem veel tijd. “Goed dus dat allerlei partijen kijken wat ze zelf al kunnen bereiken. We hebben alle initiatieven nodig die bijdragen aan de energietransitie om de klimaatafspraken van Parijs na te komen.”

Kansrijk

De Unie van Waterschappen heeft onderzoek laten doen waaruit blijkt dat rioolwaterzuiveringen zeer kansrijk zijn voor productie van groene waterstof. Unie gaat in gesprek met het Rijk over opschalingsmogelijkheden en juridische experimenteerruimte.

Duurzame energie

Ook volgens Marion Wichard, dagelijks bestuurslid Waterschap Drents Overijsselse Delta, heeft de Smart Energy Hub potentie. “We verwachten dat we met het gebruik van pure zuurstof 50 procent energiebesparing op de rioolwaterzuivering kunnen halen. Landelijk wordt er al met ons meegekeken. Een mooie oplossing ook voor de drukte op het elektriciteitsnet, omdat hiermee duurzame energie nuttig ingezet kan worden.”

Waterinnovatieprijs

De Smart Energy Hub was genomineerd voor de Waterinnovatieprijs 2021 in de categorie ‘Klimaatneutraliteit’. Bekijk de video:

Op de foto v.l.n.r. onder meer: Marion Wichard, dagelijks bestuurslid waterschap Drents Overijsselse Delta (tweede van links), Rob Jetten, minister voor Klimaat en Energie (derde van links), en Dirk-Siert Schoonman, dijkgraaf waterschap Drents Overijsselse Delta (derde van rechts).

Minister De Jonge: ‘Klimaatbestendig bouwen kán’

Het is belangrijk om de klimaatcrisis, de woningcrisis, de stikstofcrisis en de biodiversiteitscrisis in samenhang op te lossen. Dat is één van de antwoorden van minister Hugo de Jonge van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) op Kamervragen van de Partij voor de Dieren.



In december stelde deze partij de minister vragen over woningbouw en klimaatverandering. Aanleiding was het tweede advies over woningbouw en klimaatadaptatie van Deltacommissaris Peter Glas en het artikel daarover in het Financiële Dagblad.

Nieuwe woningen

De Partij voor de Dieren maakt zich zorgen dat er 820.000 nieuwe woningen worden gebouwd op plekken met het risico op extreem weer, pieken in de rivierafvoer of een stijgende zeespiegel, en stelde daarover vragen. Minister de Jonge van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) heeft die vragen nu beantwoord.

Klimaatbestending bouwen

De minister zegt dat de meeste Nederlanders nu eenmaal in voor klimaatverandering gevoelige gebieden wonen. En net in die gebieden is er grote behoefte aan betaalbare woningen. Volgens de minister kan dat: door klimaatbestendig te bouwen en de meest kwetsbare plekken te mijden.

Deltacommissaris

Hoe de minister dat gaat doen, laat hij in dit eerste kwartaal weten in een reactie op het advies van de Deltacommissaris. In die reactie zal staan hoe de overheid aan de slag gaat met de uitdaging om snel betaalbare woningen te bouwen en daarbij rekening te houden met de gevolgen van klimaatverandering.

Nationale maatlat

Daarnaast werken de ministeries van VRO, Infrastructuur en Waterstaat en LNV dit jaar samen aan een nationale maatlat. Die maatlat maakt duidelijk wat klimaatadaptief bouwen is en gaat over thema’s als hitte, wateroverlast en overstroming, droogte, klimaatbestendigheid en biodiversiteit.

Water en bodem sturend

De minister benadrukt nogmaals dat in het coalitieakkoord staat dat water en bodem sturend moeten worden in ruimtelijke planvorming. Bij de locatiekeuze wordt gekeken wat past vanuit het bodem- en watersysteem. Daarbij wordt rekening gehouden met andere belangen die een rol spelen bij woningbouwontwikkeling.

Kosten

De waterschappen zijn blij met de vermelding in het coalitieakkoord dat water en bodem sturend moeten worden in ruimtelijke ontwikkeling. Zij wijzen erop dat niet-klimaatbestendig bouwen op lange termijn tot veel meer kosten leiden.

> Lees alle vragen en antwoorden