Beperkte stijging waterschapsbelastingen in 2018

Gemiddeld betaalt een gezin volgend jaar ongeveer 325 euro aan waterschapsbelastingen. De tarieven zijn nog niet definitief vastgesteld, maar de trend is duidelijk: de gematigde stijging waar al een aantal jaren sprake van is, zet ook in 2018 door.
Toine Poppelaars, bestuurslid van de Unie van Waterschappen: “De stijging van 4 euro 50 komt voor een gemiddeld gezin neer op 38 eurocent per maand. Het is een knappe prestatie dat de tarieven zo beperkt stijgen. De waterschappen staan voor grote opgaven als klimaatverandering, met een steeds grotere inspanning om wateroverlast te voorkomen als gevolg.
Door innovatieve oplossingen toe te passen, samen te werken en een efficiëntere bedrijfsvoering houden de waterschappen de kostenstijging zo laag mogelijk. Dat vertaalt zich in de beperkte lastenstijging die zich voor volgend jaar aftekent.”
Keuzes en verantwoordelijkheden
De waterschappen zorgen in ons land voor de best mogelijke bescherming tegen hoogwater en wateroverlast, zetten zich in voor voldoende oppervlaktewater van een goede waterkwaliteit en zuiveren het afvalwater dat burgers en bedrijven op de riolering lozen.
Ieder waterschap is daar in zijn eigen gebied verantwoordelijk voor. De keuzes die een waterschap maakt hangen af van de inrichting van het gebied. Is het hoog- of laaggelegen? Is er snel kans op wateroverlast of juist droogte? Is het verstedelijkt gebied of meer landelijk? Het zijn allemaal factoren die invloed hebben op de kosten van het waterbeheer.
De waterschapsbelasting varieert dan ook per regio. Voor een gezin met een eigen woning varieert de lastendruk van 230 euro tot 460 euro. De Unie van Waterschappen heeft de tariefvoorstellen geïnventariseerd zoals ze op dit moment binnen de waterschappen worden besproken. De komende weken stellen de besturen van de waterschappen de definitieve tarieven vast.